Alles gezien van Bilbao? Absoluut niet. Voldoende? Jazeker! Dus tevreden op weg naar de volgende etappeplaats. Nog wel even wat doen aan dat “Bijtanken s.v.p.” Tank is nog absoluut niet leeg, maar de schuine stand op de helling zal bepaalde sensoren wel een beetje getreiterd hebben. Tegeltje klopt niet helemaal: we rijden op diesel. Blijkt 102 liter in te kunnen, had dus nog zo’n 180 kilometer kunnen zoeken naar wat goedkopere diesel.
Dan de post. Lezeres S te W vroeg zich af waarom we niet in Frankrijk boodschappen gedaan hebben op Tweede Paasdag. Immers: daar waren alle winkels open. Antwoord hierop is heel simpel, beste S te W: ons bint zuunig (goed Zeeuws geloof ik). Overigens gingen we er gewoon van uit dat ook in Spanje de supermarkten op Tweede Paasdag normaal geopend waren. Er zijn een groot aantal landen waar Pasen maar uit één dag bestaat. Spanje is een uitzondering: Semana Santa wordt de week voor Pasen gevierd, dan denk je dat ze op Paaszondag wel klaar met feesten zijn. Niet in Baskenland dus.
Of we wat van het Baskisch kunnen brouwen, was de vraag van C te L. Nee, geen biet. Geef hier twee voorbeelden. Allereerst een bord “verplichte rijrichting”, geldt niet voor bussen.
Het tweede voorbeeld is ons buskaartje. Kijk maar eens naar het (Baskische) woord dat staat voor “parada origen” (Spaans voor opstapplaats).
Dan een vraag van L te D. L vond dat ik de Spaanse Burgeroorlog in relatie tot Baskenland onvoldoende heb belicht. Misschien L te D, maar je kunt het niet overal over hebben op zo’n reis. Maar vooruit: Bilbao werd in 1936 (bij het begin van de Spaanse Burgeroorlog) de hoofdstad van de Baskische regering, die zich krampachtig tegen de Spaanse nationalistische opkomst van Francisco Franco verzette.
woensdag 12 april: @ santa marta de tormes
Santa Marta de Tormes is “bijna” Salamanca. We hebben er eigenlijk best lang over gedaan om er te komen. Weliswaar vrijwel allemaal autosnelwegen (het eerste stukje, de AP68, nog betaald ook), maar toch doe je er altijd veel langer over dan dat zij van Google Maps in eerste instantie aangeeft. Ja: tanken houdt wat op, vooral wanneer je daarna een groot stuk dezelfde weg terug mag rijden. Een verlaat ontbijt op een parkeerplaats langs de AP1 (de AP1 is inmiddels gratis) houdt ook op.
Het bammetje wel binnen nuttigen: het regende zo’n beetje de gehele ochtend. Het slechte weer zat ons op de hielen. Dat was niet alleen op Buienradar te zien, maar ook in onze achteruitkijkspiegels en aan de zwiepende ruitenwissers. Een voordeel: de camper heeft z’n waterdichtheidstest weer met glans doorstaan, na het opnieuw afkitten van een dakluik en wat zijramen bij de laatste onderhoudsbeurt.
En was de tocht interessant? Nou niet echt! Eerder saai te noemen. We reden door een deel van de kale Spaanse hoogvlakte (de Meseta central – foto geleend van Wikikids), met als ijkpunt Valladolid, de hoofdstad van de regio Castilië en León. De stad met 306.830 inwoners ligt aan de Pisuerga rivier. De regio wordt ook wel ‘Terra de Campos’ genoemd, oftewel de graanschuur van Spanje. En voor ons heel belangrijk: in de buitenwijken van de stad vind je een filiaal van onze huissuper. En ja: goedkoper dan in Frankrijk, maar niet echt noemenswaardig.
De A62, die we al een tijdje volgden, bracht ons uiteindelijk in de omgeving van Salamanca en wel op camping Regio in Santa Marta de Tormes, gekozen omdat het dicht bij een fietsroute ligt die we morgen gaan attaqueren. Niet echt warm deze en de komende dagen, maar voldoende om te fietsen. Een soort van mini-Gota-Fria. De Gota Fría is een fenomeen dat vrijwel jaarlijks voorkomt op het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal). Het komt meestal voor tijdens het einde van de lente of juist tijdens het begin van de herfst. ‘Gota Fría’ betekent letterlijk vertaald ‘koude druppel’. Het gaat dan ook over een periode met vele en zware buien, veroorzaakt door een bel van koude lucht op hoogte. Er kan soms wel enkele honderden millimeters neerslag vallen in een paar dagen tijd. Gelukkig is het zo erg niet.
V: 191.196; A: 191.610. Rijtemperatuur: 12 om mee te beginnen, 7 als minimum en 15 als max. Regenachtig en later op de camping veel zon. Zon op/onder: 07:48/20:48 (gegevens Salamanca). Een rijdag met ruim 400 kilometer over voornamelijk snelwegen. De bedoeling was dat we uit het regengebied zouden komen en dat is gelukt. Kwartier gemaakt op Camping Regio in de buurt van Salamanca, code Campercontact 26.100. Prijs: (waarschijnlijk) 19 € per nacht all-in.
donderdag 13 april: @ santa marta de tormes
Frisjes vannacht, maar dat wisten we van tevoren: we zitten hier op zo’n 800 meter hoogte en in de binnenlanden. Wil je het ‘s nachts warm houden dan moet je naar de kust of een extra dekentje gebruiken. Het duurt ‘s morgens even voor de zon de camper voldoende heeft opgestookt. Tegen tienen was het buiten nog maar 4 graden en binnen een graad of 12. De kachel aanzetten? Voegt niet zo heel veel toe als de zon schijnt. Gewoon wat langer in bed blijven is ook een oplossing.
We waren er al een paar keer eerder, in Salamanca. Best mooi stadje in de regio Castilië en León, zo'n 200 kilometer ten westen van Madrid. Ook redelijk te behappen met rond de 150.000 inwoners. Kan je natuurlijk opzadelen met een hele pagina geschiedenis, maar laten we ons maar beperken tot het feit dat mijn grote vriend Hannibal (ja die uit Carthago met zijn olifanten) Salamanca in 200 v.Chr. belegerde. Nou vooruit nog één klein voorvalletje uit de geschiedenis: de Slag bij Salamanca die op 22 juli 1812 plaatsvond. Mijn andere grote vriend Nappie was in die tijd bezig om te proberen geheel Europa onder zijn gezag te krijgen. De Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog maakte daar op het Iberisch schiereiland een einde aan. De Spanjaarden hadden wel een beetje (veel) hulp nodig van de Britten die hun beroemde Lord Wellington (en nog een “paar” soldaten) stuurde. De slag betekende dan wel het begin van het einde voor Napoleons aanwezigheid in Spanje, maar het mooie Salamanca lag voor een groot deel in het puin: veel eeuwenoude collegegebouwen, paleizen en wegen waren vernietigd. Met name het Colegio Mayor de Cuenca (een belangrijk universiteitsgebouw) was een groot verlies.
Salamanca stond op ons lijstje vanwege de “Ruta de la Plata”, een via verde van Salamanca naar Alba de Tormes, waarbij je moet weten dat de Tormes een vrije belangrijke rivier in dit gebied is. Ook vanwege het Natura 2000-gebied “Riberas del rio Tormes y Afluentes”, vrij vertaald: oevers en zijrivieren van de rivier de Tormes.
Vandaag ging de tocht over een in onbruik geraakte spoorlijn tussen Plasencia en Astorga. Foldertjes kunnen het het begrip "via verde" altijd beter verwoorden: “Deze infrastructuren, die ooit een historische en zeer relevante rol speelden in de ontwikkeling van de regio's waar ze doorheen trokken, herwinnen opnieuw hun rol als economische motor in plattelandsgebieden, maar dit keer door nieuwe ecologisch duurzame toepassingen.” Het is maar dat je het weet! De route die W in de kille wintermaanden had gedownload stond met een poep en een zucht in Komoot, start- en keerpunt aanpassen (de Camino Natural Via Verde de la Plata is een zogenaamde lineaire route – in gewoon Nederlands “een heen-en-weertje”) en een lusje door de stad toevoegen en klaar is Kees. En het leuke is om vervolgens de route dynamisch aan te passen omdat er juist zo’n leuke weg linksaf slaat of omdat je in de verte zwarte varkens meent te ontdekken. En ze waren er!
Na een aantal kilometers over brede zandwegen tussen akkers, op een route waarbij je regelmatig denkt aan de conditie van je banden, kwamen we langs Los Arapiles, de historische plek waar Napoleon en Wellington een robbertje hebben gevochten. Arapil mag je vertalen met heuvel. Wellington stond in 1812 tijdens de Slag om Salamanca (in het Engels bekend als “the battle of Arapiles”) op de kleine Arapil terwijl Nappie de top van de Arapil Grande bezette. Vechten om een paar kleine bultjes, hoe kun je het verzinnen.
Na de natuur kwam de cultuur aan bod. Genoeg oude gestapelde stenen te bewonderen: zo heeft de stad de oudste universiteit van Spanje, gesticht in 1218 door koning Alfonso IX, en twee kathedralen en neem van mij aan dat de Nieuwe Kathedraal ook oud genoeg aandoet.
Tegen een uur of twee moest de inwendige mens versterkt worden. W spotte een café-bar waar ze pincho’s serveerden. Pincho is de Spaanse naam voor de pintxo die we in Baskenland verorberden. Ook vandaag waren het weer ware kunststukjes. En voor de Bijprijs hoef je het niet te laten: 2 pincho’s, een caña en een cafe sin leche totaal € 6,30. Nog lekker ook. Bij de camper kaartjes schrijven, vervolgens posten en voor je het weet kun je in de avondstand.
Een mooie dag met 40 kilometer op de fietsteller. Beetje frisjes op de fiets, dus de winterjas weer voor de dag gehaald. En Spanje: dus petje op buiten de bebouwde kom. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan richting Cáceres, da’s zo’n 200 kilometer naar het zuiden. Stay tuned.