noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 14 mei 2021

delft en zo - 3

vrijdag 14 mei: @ delft – verborgen pareltjes

Een stad op de fiets verkennen doen we meestal met Baja Bikes. Deze club heeft ook een fietstocht door Delft, alleen valt er vanwege Covid-19 tijdelijk niks te boeken. Doen we toch onze eigen Berry Bikes Tour? Wel stiekem even kijken welke highlights Baja Bikes normaliter aandoet. W heeft een date met haar dochter, verlaat moederdagcadeautje of zoiets. Ik hoor er niet bij, nog maar twee personen aan één tafeltje, dus een deel van de tocht doen we samen en een deel mag ik alleen uitzoeken terwijl de dames zitten te smikkelen.

Misschien wel eerder langsgefietst, maar nooit opgemerkt: Het Gemeenlandshuis, sinds 1645 het hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap van Delfland. Waterschappen behoren tot de oudste overheidsinstanties van Nederland. Ze zijn verantwoordelijk voor bescherming tegen overstromingen, voor schoon water, voldoende water en het zuiveren van afvalwater. W zag onmiddellijk dat het een laat-gotisch huis was en ik zag op hetzelfde bordje dat het gebouwd is in 1505. Dat het huis in de periode 1505 tot 1645 bewoond werd door ondermeer Jan de Huyter (schout van Delft en baljuw van Delfland) en daarna een of andere graaf van Hohenlode die getrouwd was met Maria van Nassau, een dochter van Willem van Oranje, zal ik je besparen. Je bent er ongetwijfeld niet in geïnteresseerd. Wel moet ik even kwijt dat de wapenschilden boven de ingang dateren uit 1652 en dat ze zijn ontworpen door de architect en schilder Pieter Post.

Het Museum Prinsenhof Delft in het voormalige klooster Sint Agatha is nog niet Covid-proof te bezoeken, tenminste niet aan de binnenkant. Aan de buitenkant is het evenwel ook mooi. Het nonnenklooster bestond aanvankelijk (we schrijven dan 1403) uit één huis aan de Oude Delft. Omdat de groep zusters steeds groter werd, werd het klooster vele malen uitgebreid. Het werd het grootste en ook rijkste klooster binnen de muren van middeleeuws Delft. Het ging allemaal goed tot aan de Reformatie (tweede helft zestiende eeuw). Toen werd het gebouwencomplex opgesplitst in afzonderlijk te gebruiken delen.
Een van de delen werd ingericht als hof van Prins Willem van Oranje die er vanaf 1572 regelmatig verbleef. Vandaar de naam “Het Prinsenhof”. Balthasar Gerards maakte in 1584 een einde aan dat regelmatige verblijf. Willem is daarna (definitief) verhuisd naar de Nieuwe Kerk in Delft, al zal hij dat niet bewust meegemaakt hebben. Wanneer het weer kan en mag zullen we Het Prinsenhof van binnen bezoeken en er ongetwijfeld wat over verhalen.




Onze tocht door Delft ging verder naar De Roos.
De Roos is de enig overgebleven molen van de 18 molens die ooit in Delft hebben gedraaid. De molen staat hoog op zijn poten en dat moet ook wel want hij moet in bebouwd gebied hoog genoeg zijn om voldoende wind te kunnen vangen. Zo’n hoge molen met een galerij noemen we een stellingmolen. De Roos is regelmatig in actie en wordt door het foldertje van de plaatselijke VVV omschreven als “[..] een bruisend, open en werkend icoon van Delft, waar je Ambacht, Techniek, Geschiedenis & Cultuur beleeft.” Dat overdreven hoofdlettergebruik wordt overigens niet toegelicht.

Samen nog even op zoek naar een onopvallend graf uit 1845 verscholen in de bosjes van het Kalverbos. Op de zerk staat Charles-Louis duc de Normandie. Het is het graf van een man die beweerde de verdwenen troonopvolger van Frankrijk te zijn. In werkelijkheid ligt daar Karl Wilhelm Naundorff begraven, die van alles was: horlogemaker, uitvinder, bommenmaker, predikant, maar absoluut geen Frans troonopvolger. Drie DNA-onderzoeken hebben dat duidelijk gemaakt. Aan de serie beroepen van Karl kunnen we dus “pathologisch leugenaar” toevoegen. Hij komt in Delft terecht op uitnodiging van koning Willem II, die hem als bommenmaker een atelier aanbiedt. Een jaar later wordt hij dood gevonden: vergiftigd. Karl wordt vervolgens begraven alsof hij werkelijk de troonopvolger van Frankrijk is.

W mocht ik voor ruim een uurtje afleveren op een druk terras. Ikzelf ging op zoek naar nog een paar Delftse pareltjes. Eén ervan was het “Hofje van Pauw”, één van de vier overgebleven hofjes van de stad Delft. Het hofje was bedoeld voor arme of behoeftige personen of families en is bij testament geschonken door Elisabeth Pauw, vandaar de naam. Tegenwoordig wordt het bewoond door mensen met een beperking. Voor de duidelijkheid, de laatste zin heeft niets met nevenstaande foto te maken.

Toen W de buik vol had hebben we nog een bezoek gebracht aan camping De Drie Morgen net buiten Zoetermeer. Misschien wordt dat onze nieuwe uitvalsbasis als dochterlief met aanhang verhuisd is. Kwestie van kilometers tellen.


Met 50 kilometer op de teller (W wat minder, maar die heeft geen teller op de fiets) konden we nog net een paar uur van de zon genieten bij onze camper en kon ik de rest van de avond nadenken over de opmerking die W plaatste: “
Het ouder worden neemt happen uit ons enige bedekte stukje lichaam”. Het was weer een mooie dag.