noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 24 juli 2020

noord-groningse zijlen 

De werktitel had ook kunnen zijn “samen met mezelf”, maar je kunt zo’n stuk nu eenmaal maar één naam geven. 

Het bekende verhaal: W weer een volle agenda en ik wil niet uit mijn neus lopen peuteren. Opdracht van W: “Ga eens kijken of de Onlanden op de grens van Groningen en Drenthe wat voor ons is”. Opdracht teruggegeven, want een blik op beschikbaarheid van camperplaatsen en zelfs campings was voldoende om te concluderen: veel te druk. 

Plan B uit de kast gehaald: Groningen heeft net als Friesland veel water en moet dat kwijt. Logisch om dat overtollige vocht in de Waddenzee te dumpen, maar tussen land en zee liggen metershoge dijken. Om dat probleem op te lossen hebben we al in de grijze oudheid het systeem van sluizen ontwikkeld. En omdat sluizen in het Gronings (en in het Fries) zijlen heten en ik uiteindelijk in het noorden van de provincie terecht wil komen, krijgt dit verslag de titel “noord-groningse zijlen” mee. 

zondag 19 juli: @ uelsen 

Na de noen Puzzel voorzien van een slokje drinken en gezorgd voor een beetje nat en droog voor de bestuurder. Via een overbekende route naar Uelsen in Duitsland. Die camperplaats heb ik dus vanaf heden afgeschreven: het is te druk geworden, de 4G-verbinding rammelt aan alle kanten (ik kon op maandagmorgen zelfs geen afbeelding van W ontvangen op mijn WhatsApp en dan heb ik het over een plaatje van 57 Kb!) De internetverbinding van de camperplaats zelf was tot heden toe altijd redelijk, maar was nu ook knudde. Misschien komt het doordat 12 campers (er zijn 13 plaatsen) allemaal tegelijkertijd gebruik willen maken van dat ene (waarschijnlijk nog koperen) draadje. Duitsland en telefoon: het kan nog steeds niet samen door één deur. Nu had ik onlangs een aantal boeken op mijn e-reader gezet en “Zwarte bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis” van Rob Hartmans stond nog in de klaar-om-te-lezen-stand. In de kiepstoel in het zonnetje: wie doet me wat? Wees gewaarschuwd: als ik een keer niets meer te vertellen heb over mijn/onze reizen komt er een zwarte bladzijde aan de beurt, ik heb 18 verhalen voor je! 

maandag 20 juli: @ blijham/oude pekela 

Voor tienen moet je weg zijn van de camperplaats in Uelsen, anders mag je een dagje bijbetalen. Geen probleem: om half tien waren de afbakbroodjes en de koffie op en via een kronkelroute naar camperplaats de Turfstee op de grens van Oude Pekela en Blijham. Een kronkelroute inderdaad: Klazinaveen, Barger-Compascuum, Emmer-Compascuum (de laatste twee mooi gelegen aan een of andere trekvaart), Ter Apel en Musselkanaal. Dat gebied van de Compascuums moeten we nog eens een keertje beter verkennen. Ook op de Turfstee de kiepstoel voor de dag en een middagje “klungelen”. Vallen de oogjes toch vanzelf dicht.

dinsdag 21 juli: @ delfzijl 

“Een klein stadje, tien of hoogstens twaalf straten, geplaveid met mooie rode klinkers, zo regelmatig als de tegels in een keuken, lage huizen van baksteen met veel licht en vrolijk gekleurd houtwerk”. Zo zag Delfzijl er in september 1929 uit volgens Georges Simenon, de schrijver die de figuur van de beroemde commissaris Maigret heeft bedacht, tijdens zijn verblijf in Delfzijl. Tenminste… dat wordt beweerd. Simenon was met zijn kotter Ostrogoth op reis en kreeg pech met zijn boot. De reparatie duurde een tijdje en Simenon deed drie dingen: Maigret bedenken, jenever drinken en pijp roken. Aan de oever van het Damsterdiep staat een standbeeld van Maigret, door uitgeverij Bruna aangeboden aan de gemeente Delfzijl. Van het beeld van Pieter d’Hont heb ik ooit een kleine miniatuuruitgave gehad, gekregen bij de aanschaf van alle Maigretuitgaven verschenen in “groene kunstleren boekbanden”. Zowel beeld als boeken hebben de tand des tijds niet doorstaan: boeken naar de kringloop en beeld weet ik niet meer. Een van de delen speelt zich af in Delfzijl: Un Crime en Hollande. 

Delfzijl heeft sinds kort een mooie camperplek met de naam “Camperlocatie Eemsdijk”, code Campercontact 78.130, € 12,50 per overnachting, stroom € 1,00 per 2 kWh. Van alle gemakken voorzien, ook sanitair. Ruime verharde plaatsen. Wat me opviel was dat er een andersoortig publiek was dan op een doorsnee camperplek: 50 % buscampers en af en toe een juweeltje: zie foto’s. 




Delfzijl is ontstaan doordat er een zijl (sluis) in de Delf (vroegere naam voor Damsterdiep) aangelegd werd. Eigenlijk waren het drie sluizen, maar ik zal je de details besparen. Tot die tijd (dertiende eeuw) had de Delf een open verbinding met de zee, met alle gevolgen van dien. Voordien was er al wel sprake van bewoning in de omgeving. De bevolking woonde op wierden (bulten) om de voeten droog te houden. De stad ontwikkelde zich tot een vesting. Wie de havenstad aan het einde van de 16e eeuw wilde veroveren moest van goeden huize komen. In de loop van de 19e eeuw was de manier van oorlog voeren ingrijpend veranderd: wallen en grachten hadden hun verdedigende waarde verloren. In heel veel plaatsen lagen ze de uitbreiding in de weg. In 1874 werd de Vestingwet aangenomen. Deze wet bepaalde dat gemeentes hun vestingwerken mochten afbreken. In Delfzijl waren ze met dat slechten in 1886 klaar. 

Nog even een bezoek gebracht aan de haven. Blijkt dat Wagenborg niet alleen een paar bootjes naar twee Waddeneilanden in de vaart heeft, maar een gigantisch bedrijf is. Er lag een joekel van een vrachtschip van die maatschappij in de haven. 


Delfzijl is van de Eems gescheiden door dijken. De haven ligt buitendijks. Om van de ene kant van de dijk naar de andere te komen brengt men dijkgaten (ook coupures genoemd) aan, gaten die bij extreem weer gesloten kunnen worden. Om van de stad in de haven te komen kun je door de Grote Waterpoort, gebouwd in 1813, gerestaureerd in 1970. Delfzijl was een belangrijke uitwijkhaven voor de Nederlanden wanneer de havens van Holland en Zeeland wegens oorlogsomstandigheden weer eens een keertje onveilig waren. 


Wat ook buitendijks ligt is het Eemshotel, het staat op een aantal pilaren in de Eems en dateert uit 1965. Het is al een aantal keren failliet verklaard, maar tegenwoordig heb je weer een tweepersoonskamer met uitzicht op zee voor 96 €, dat is dan wel zonder toeristenbelasting en exclusief ontbijt. 


Een bezoek aan het mooie station (eindpunt van de lijn Groningen – Delfzijl) maakte de verkennende tocht compleet. 


woensdag 22 juli: @ delfzijl 

Twee fietstochten op het programma. Twee, want de accu (van de fiets) moest tussentijds opgeladen worden. De ochtendtocht ging allereerst naar Appingedam, voornamelijk langs het Damsterdiep. Appingedam is qua stadje veel mooier (en authentieker) dan Delfzijl. Het is ontstaan op een van de dijken langs de Delf, we noteren dan het jaar 1100 of zo. Beroemd zijn de hangende keukens en de Nicolaïkerk met het ertegenaan gebouwde raadhuis. Ik kom hier ongetwijfeld met W nog een keer terug en dan wat meer verhaal. 




Via een omtrekkende beweging (schitterende fietspaden) naar de Eemsdijk en de laatste 6 kilometer of zo hoog op de dijk met de wind achter terug. Fietsen zoals fietsen eigenlijk hoort te zijn. 


De middagtocht ging naar Termuntenzijl, een dorp dat 1601 in het Termunterdiep een sluis werd aangelegd. 85 Jaar later vaagde de Sint Maartensvloed alles weg. Dit probleem werd opgelost door de aanleg van “de Boog van Ziel” in 1724: een sluis zoals een sluis er uit hoort te zien! Deze werd op zijn beurt eind 19e eeuw vervangen door de huidige sluis. Termuntenzijl drijft nu voornamelijk op toerisme. Het heeft onder meer een grote camping en een jachthaven (met een kleine camperplaats).





Op weg van Delfzijl naar Termuntenzijl kwam ik langs het Monument Oterdum. Oterdum is een voormalig dijkdorp aan de Eems. Omdat de zeedijk hier moest worden verbreed werd het dorp volledig gesloopt. Wat rest is een verzameling grafzerken op de locatie van de oude kerk en het kerkhof. Een monument, een bronzend hand (1978) werd een jaar of tien geleden gestolen, vermoedelijk door bronsdieven. Er staat nu een replica van kunststof. Brons was te duur en je loopt het risico dat de dieven nog een keer toeslaan. 




Op de allerlaatste vokjes de bus bereikt, want het laatste stuk strak de wind tegen en dat kost allerlei soorten energie.

donderdag 23 juli: @ bentelo 

Twee fantastische en “bezige” dagen in Delfzijl. In 2021 komt op de plaatsnaamborden onder Delfzijl “gemeente Eemsdelta” te staan, de gemeente wordt dan samengevoegd met Loppersum en Appingedam. Ongetwijfeld komen we er voor die tijd met zijn tweeën nog wel terug voor heel veel actie. Voor mijn doen was ik in mijn eentje al behoorlijk “bezig”. Tijd om bij te komen van alle activiteiten, opgedane indrukken en doorstane emoties en waar kun je dat beter dan op de Bentelose Esch in, je raadt het al, Bentelo. Maar eerst mijn laatste zijl: Nieuwe Statenzijl. 

Nieuwe Statenzijl: een gehucht van zes huizen en een groot sluizencomplex op de grens met Duitsland. Door de voortschrijdende inpolderingen moest de Oude Statenzijl vervangen worden. Wat jaartallen: 1876 spuisluis, 1907 schutsluis, 1991 grondige renovatie. De sluis scheidt de Dollard en de Westerwoldse Aa. Nog iets voor W: een eind de kwelders in staat de vogelkijkhut de Kiekkaaste met een fantastisch uitzicht over het kwelder-, slikken- en waddengebied van de Dollard. Zegt men… ik geloofde het wel. 






Nu we het toch over de Dollard hebben: het is een estuarium waar de Eems in uitmondt om dan via de Eemsmonding verder te stromen naar de Noordzee. De Dollard is in de late middeleeuwen ontstaan ten gevolge van meerdere overstromingen en stormvloeden die het oorspronkelijke veenlandschap grotendeels hebben opgeruimd. Bij laag water valt ongeveer 78 procent van de Dollard droog als wad. Ik vond een kaart van de verdronken Dollarddorpen, getekend door Ubbo Emmius die de situatie in 1277 weergeeft. 


We hebben inmiddels weer grote delen van de Dollard drooggelegd, tussen de 16e en de 20e eeuw vonden aardig wat inpolderingen plaats. 


Nog een laatste wetenswaardigheid: Nederland en Duitsland zijn het al eeuwenlang oneens over de grensverhoudingen op het water. Bijgaande kaart laat zien hoe beide landen over de loop van de grens denken. 


Via de A31, A30 en A1 heb je een pijlsnelle verbinding met Bentelo en behalve een boodschap op de fiets in Hengevelde (fijn met het elektriek op standje onbenullig) was de kiepstoel in de zon inspannend genoeg. 



vrijdag 24 juli: @ bentelo 

Een nieuwe fietsroute ontdekt voor later een keertje, want na anderhalf uur onderweg ging het buienalarm af. Zelfs de allerkortste weg naar de bus kon niet voorkomen dat ik andere kleren moest aantrekken. Fijn dat een luifel niet alleen zon maar ook regen weert. En een uitstekend moment om dit verhaal af te maken. Morgen weer @ home en allerlei familiedingen. Ook leuk.

V (zondag): 150.910; A (morgen thuis – vermoedelijk): 151.442