Afscheid genomen van een hele fijne en rustige plek in Zoutkamp, camping de Rousant. Vooral rustig aan de kant waar wij stonden - op de camperplekken (waar ook een verdwaalde caravan stond). Elke keer vonden we er weer een paar (goed verstopte) plekken bij: leeg. Denk dat in totaal 15 procent bezet was. Er waren twee nadelen aan onze staanplaats: voor de sanitaire unit moest je de marathon lopen en het legen van chemische toileten was zodanig geregeld dat ik gedroomd heb dat ik ’s nachts met een overlopende wc-cassette door Zoutkamp liep op zoek naar de stortplek (deze bleek uiteindelijk op het campinggedeelte aan de andere kant van het water te zijn). Prijs viel mee voor het hoogseizoen: 20 € per nacht, all-in.
donderdag 16 juli: @ eernewoude
Genoeg geZoutkampt en de begroeting “Moi’n” ingeruild voor “Goeie”, dus het Friese land ingetrokken en wel naar Eernewoude, een plek waar ik vorig jaar in mijn eentje drie dagen geweest ben en het uitstekend naar mijn zin heb gehad. Had toen nog wel langer willen blijven maar de maximale verblijfsduur is 3 x 24 uur. Zes camperplekken bij de jachthaven, inclusief stroom en sanitaire voorzieningen voor € 9,00 per nacht (waarvan 2 x 1 € toeristenbelasting). Duurder geworden inmiddels, dat wel, maar nog steeds goed betaalbaar. Op de campings in de buurt (Simmerwille, de Kuilart en It Wiid) betaal je voor een camperplaats al snel het dubbele. En plek genoeg: tegen 12:00 uur stonden we zelfs even alleen, maar dat was van korte duur. Op zoek naar de “Big Five” van de Alde Feanen: zeearend, aalscholver, ree, roerdomp en ooievaar. We zullen aan het eind van ons verblijf de stand doorgeven.
Nationaal Park De Alde Feanen is een gebied van bijna 4.000 ha waarvan kenners zeggen dat het een natuurgebied is met een rijke historie en de aanwezigheid van veenmosrietlanden, blauwgraslanden en dotterbloemweiden. Het is het resultaat van grootschalige turfwinning.
De Alde Feanen kun je op drie manieren verkennen: per boot, wandelend en op de fiets. We hebben onze ijzeren paarden niet voor niets meegenomen, dus een fietsrondje uitgestippeld op basis van de pontjesroute. Helaas deed het mooiste pontje niet mee: zonnepont De Oerhaal vaart normaal over het Prinses Margrietkanaal tussen Warten en Earnewâld (een tochtje van 12 minuten). De schippers mogen in verband met de coronamaatregelen per keer maximaal 4 passagiers meenemen en da’s dus geen doen, want ellenlange wachttijden.
Het betekende voor ons een lusje van 6 kilometer extra, want de eerstvolgende oversteekmogelijkheid was de Fonejachtbrug en het leuke is: die wordt sinds de verbouwing (klaar 2007) niet meer bediend voor scheepvaartverkeer (alleen op verzoek tussen 2 en 4 uur ’s nachts). De Fonejachtbrug in de N31 over het Prinses Margrietkanaal was tot die tijd een bottleneck in de doorgaande scheepvaartroute van Amsterdam via Lemmer naar Delfzijl en leverde ook ellenlange files op de N31 op. De doorvaart is verhoogd tot 9,5 meter, een hoogte waar binnenvaartschepen met vier lagen containers onder door kunnen zonder dat de opening van de brug noodzakelijk is. Niet geschikt voor grote zeilboten dus, tenzij ze de mast strijken, maar er is een zogenaamde staandemastroute (zie onderstaand kaartje).
In Grou zorgde de plaatselijk grutter (niet geheel belangeloos) voor een voortreffelijke lunch: een koffiebroodje voor W en een variant met pecannoten voor mij, verorberd bij de pont van De Burd. W keek even vreemd op toen ik vier kilometer tevoren aankondigde dat ze daar een heerlijk bankje zouden hebben aan het Prinses Margrietkanaal.
Na Grou werd de route pas echt mooi, met regelmatig witte en bruine zeilen die boven de graslanden uitstaken. Je moet geen haast hebben in Friesland: ik had het idee dat we voor bijna elke brug moesten wachten. Een extra lusje om aan de 40 kilometer te komen en daarna konden we in de middagstand: een tablet, een e-reader met het getik van druppels op het dak.
We hebben het onderweg droog gehouden met temperaturen tussen de 16 en de 19 graden.
V: 150.726; A: 150.770