Op 13 april 2017 schreef ik in dit blog dat we er ooit terug zouden komen: camperplaats Vecht en Weide in Weesp. En zie: we zijn er weer; nu wat langer. Misschien dat we tegenwoordig wat minder “jacht in de kont” hebben en daardoor niet de behoefte gevoelen om meteen de volgende dag weer te vertrekken. Misschien omdat ik een studie gemaakt heb van dingen als de Stelling van Amsterdam, de Hollandse Waterlinie, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Utrecht; allemaal zaken die het bekijken waard zijn en in Weesp een raakvlak hebben, maar die tijdconsumerend zijn. Misschien zijn we gewoon in de loop der jaren wijzer geworden.
dinsdag 7 april: @ weesp
Op naar Weesp dus, de stad waar sinds 1850 de stoomchocoladefabriek van Van Houten stond, bekend van de vele mooie blikken. De familie verkocht het bedrijf in 1962 en ging rentenieren in Zwitserland. De fabriek in Weesp werd in 1971 gesloten, maar de merknaam bestaat nog steeds. Tegenwoordig is Van Houten in handen van de cacaogigant Baronie.
Vecht en Weide (code Campercontact 42.969) heeft inmiddels een uitbreiding gekregen: 300 meter verder ligt een tweede terreintje (code 92.126) voor wie op grastegels wil staan. Beide plekken € 14 all-in en alle twee terecht goede recenties.
Nog droog, dus een voorzichtig fietsrondje. W koos voor een tochtje rond het Naardermeer, een plassengebied met riet, hooiland en moerasbos. Het was het eerste gebied dat de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland in 1906 aankocht. Sterker nog: Natuurmonumenten werd opgericht met het doel om het Naardermeer te redden.
Het Naardermeer heeft zijn ontstaan te danken aan de Vecht die tot de 12e eeuw via moerasgebieden en binnenmeren naar (de voorlopers van) de Zuiderzee stroomde. De rivier trad daarbij regelmatig buiten zijn oevers en spoelde daarbij grote stukken uit de venige oevers. Door een dam aan te leggen werd het meer in de 14e eeuw van de Vecht afgesloten; de enige verbinding die er nu nog bestaat is een afwateringskanaal bij Muiden.
Inpolderen die hap, zou je zeggen, dat doen we in Nederland toch met al dat water? Het is inderdaad een paar keer geprobeerd. In de 17e eeuw vierde Adriaansz Leeghwater (geen kleintje op dit gebied) zijn lusten bot op het Naardermeer. Toen het eenmaal gelukt was om het water weg te krijgen liet men het al snel weer teruglopen. Dit om Amsterdam te beschermen tegen de Spanjaarden, je hebt tenslotte niet voor niks een Tachtigjarige Oorlog. De eerste aanzet tot de Hollandse Waterlinie zou je kunnen zeggen. In de achttiende eeuw deed men een nieuwe poging. Helaas: de drie molens (waaronder molen De Onrust) bleken niet voldoende capaciteit te leveren om het meer droog te leggen. Ook het stoomgemaal De Machine van Willem-Hendrik Rutgers van Rozenburg deed in 1883 een poging. De kosten bleken te hoog en de verkregen grond te slecht (namelijk niet echt geschikt voor de landbouw), zodat men wederom van droogmaling afzag. Je treft in dit gebied dus veel kaarsrechte afwateringssloten aan.
Inmiddels was dwars door het Naardermeer de Oosterspoorweg aangelegd. De lijn verbond Amsterdam met Amersfoort. Probeer zoiets tegenwoordig maar eens voor elkaar te krijgen. Wat overbleef waren “waardeloze, onvruchtbare plassen” volgens het gemeentebestuur van Amsterdam en het gebied kon het best gebruikt worden als vuilstortplaats. Voor een aantal natuurliefhebbers (waaronder Jac. P. Thijsse) was dit de aanleiding om de koppen bij elkaar te steken, een vereniging op te richten, het gebied aan te kopen en zo te redden van de ondergang. En onze Jac. P.? Hij maakte Verkade-albums, onder meer over het Naardermeer.
In de aanvliegroute naar het Naardermeer kwamen we lang Fort Uitermeer, één van de onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (en ook van de Stelling van Amsterdam), maar daarover een andere keer meer.
Het rondje Naardermeer liet veel natuur zien maar weinig water. Alle paadjes die naar het water lopen hebben zo’n rode rand en in het midden een zwarte fiets. En aangezien W verteld had dat we gingen fietsen kon mijn autistische brein het niet aan om te gaan wandelen. Ook op de fiets zijn de buitenranden van het natuurgebied mooi.
Toen het rondje gesloten was en we weer bij fietsknooppunt 47 waren uitgekomen hadden wij (alsmede de fietsen) nog voldoende energie over om een lusje naar Weesp te doen. Weesp, groot geworden door bier, jenever en cacao. Een oud vestingstadje, tegenwoordig ingeklemd tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Vecht. Eén van de blikvangers is het Torenfort op de Ossenmarkt. Door het graven van een gracht ontstond er een eiland in de Vecht.
Als je over het water gaat betaal je € 3 bruggeld, wij gingen over de brug dus konden het geld besteden aan een ijsje (“ze hebben vandaag wel erg koud ijs”, vond W). Een paar mooie kerken, een fijne binnenstad, maar volgens beroepsmopperaar Middas Dekkers in het Parool van 12 mei 2019 is het “één grote yuppenbrigade geworden”. Komt goed uit: Weesp treedt in 2022 toe tot de gemeente Amsterdam.
Tegen vijven weer bij het huis op vier wielen en in de avondstand. Dat kwam goed uit, want het begon te regenen.
V: 150.021; A: 150.176
Het weer: zwaar bewolkt, temperatuur rond de 18 graden; later op de dag een buitje