Toch gisteren wat gemist: het was weer eens een feestdag in
Spanje, nu alleen in Andalusië. Op de “dia de Andalusia” herdenkt men hier dat
het gebied op 28 februari 1980 als autonome regio (deelstaat) werd erkend door
de regering van Spanje. Franco lag toen pas een paar jaar onder de zoden en het
duurde nog een jaartje voor 150 leden van de Guardia Civil het parlementsgebouw
bestormden (leuke beelden waren dat toentertijd op de televisie). Heb van de
feestdag weinig gemerkt, maar heb dan ook boodschappen in de deelstaat Murcia
gedaan; gelukkig maar want de winkels zaten hier na 12.00 uur dicht. Wel viel
me het grote aantal groen-witte vlaggen op. Het is wat met dit land: hebben ze geen
heiligen meer die een vrije dag opleveren, verzinnen ze wat anders.
Palomares is een bijzonder dorpje, eigenlijk is het het Tsjernobyl
van West-Europa: in 1966 vielen er per ongeluk vier Amerikaanse kernbommen in
de buurt neer. Oorzaak: een reusachtige B-52 bommenwerper kwam in volle vlucht
in botsing met het vliegtuig dat het zou bijtanken. Drie bommen kwamen op het
land terecht en omdat de parachutes van twee ervan weigerden kwam er een
geweldige niet-nucleaire explosie die zorgde voor de besmetting van de grond
met giftig radioactief plutonium. De Amerikanen hebben van de bodem 10 cm grond
afgeschraapt, in vaten verzegeld en verscheept naar een opslagplaats in
Amerika. De vierde bom belandde in zee en raakte bekend als de “verloren
waterstofbom”. Uiteindelijk werd het ding na een miljarden kostende zoektocht
teruggevonden. Zeven van de tien inzittenden van de vliegtuigen hebben het
verhaal niet na kunnen vertellen, maar geen enkele Spanjaard is aan de gevolgen
van dit ongeluk (direct of indirect) overleden. De schade aan de
volksgezondheid viel dus mee, maar erg prettig was het niet. Volgens een
artikel in Spanje-Vandaag (2012) is een gedeelte van Palomares nog steeds licht
radioactief (de Amerikanen schijnen een stukje te zijn vergeten) en wordt het
tijd voor een definitieve oplossing. Voor mensen die met mij meeleven: mijn
ingebouwde geigertellertje piept (nog) niet.
Gisteravond om 20:00 uur was het nog ruim 23 graden in de
bus (de kachel stond niet aan en ik moest nog koken) en ook vannacht bleef het
“aangenaam”. Vanmorgen eerst een zonnetje, maar al snel begon het te spetteren.
En elke keer als ik dacht “nu haal ik de fiets tevoorschijn” kwam er weer een
buitje. Fijn dat Puzzel voor de tocht grondig in de was is gezet: blijven de
druppels mooi op de lak liggen en kun je leuke foto’s maken. Nog internet tot
in de middag, dus kon ik leuk Palomares googelen en zo. Tegen tweeën beloofde
El Tiempo beterschap, het werd uiteindelijk half drie. Tochtje van een kleine
twee uur langs het strand maar de wind was zelfs voor mijn elektrieke fietsje
te sterk om naar het naastbijgelegen dorp (Garrucha) te fietsen. Ben gekomen
tot aan het einde van het fietspad. Typisch Spanje: zonder aankondiging mag je
het verder zelf uitzoeken. Het strand was erg glibberig en mijn fiets en ook de
onderkant van de berijder zagen er naar afloop niet uit. Overigens onder de
plastic tunneltjes groeiden aardbeien en in de kassen hingen bijna rijpe
tomaten. Op de volle grond zijn arbeiders broccoli aan het oogsten, met de
hand, manden op de rug. Vanavond lezen: het boek van Karin Anema over een reis
door Suriname (titel “de groeten aan de koningin”) moet uit, dus een dagje geen
internet. Westerstorm, maar dan met wind uit een zuidelijke hoek.
Ook vandaag een vrij bewolkte dag: ideaal om het Chinese
wonder op te zadelen en eerst maar eens Palomares verkennen. Was ik snel mee
klaar: geen noemenswaardige dingen te bekennen en ik kon ook geen enkele
verwijzing vinden naar de gevallen bommetjes (zie het verhaal van gisteren). Op
de detailkaart staat een grote rivier getekend richting Villaricos, de Rio
Almanzora. In werkelijkheid is het (vandaag?) een smal strookje water, maar met
leuke vogeltjes. Ook het fietspad naar Villaricos hield plotseling op, dus heb
ik maar een verkennend tochtje gemaakt door Vera Playa. Er loopt een mooie
boulevard langs de zee naar het zuiden. Weinig volk op de been; wel dikke
Duitsers op dure elektrische fietsen, bijna allemaal getooid in een valhelmpje.
En ik? De woorden Duitsers, dure en valhelmpje kloppen niet. Vera Playa heeft
zich sinds 1990 ontwikkeld tot een centrum van naturisme. In de zomer is het
een blootdorp. Vandaag was het daar een beetje te frigo voor: truien en lange
broeken waren de dresscode van deze dag. In tegenstelling tot gisteren weinig
wind. Temperatuur: zo’n 17 graden. Was weer net op tijd terug: om 12:45 uur
deed de waslaag van de bus weer zijn goede werk en waren de druppels op de lak
van ons Puzzeltje weer erg mooi. Zag alleen te laat dat de reisgids “Spanje:
oost en zuid” een beetje vocht had meegekregen. Niet zo heel erg: het boekje
heeft als jaartal 2009 en is eigenlijk al behoorlijk verouderd al zal Cabo de
Gata (de volgende bestemming) nog niet veel van plek veranderd zijn.
Een heerlijke ochtend met zon: buiten ontbijten met een
sinaasappelsapje en een broodje-olijfolie-met-gesmolten-kaas. Ruim 19 graden
volgens El Tiempo. Er zijn hier op de camping meer vertrekkers dan aankomers en
wat er komt is na twee dagen weer weg. Op dit ogenblik staan er in mijn
“straatje” een Zweedse Adriacamper (dacht dat het een alleenreizend vrouwtje
was tot ik vanmorgen een zeer-hulpbehoevende-man naar buiten zag strompelen),
twee Engelse stellen (long-stayers, één stel heeft zijn kerstverlichting nog
steeds niet opgeruimd), een Frans echtpaar op leeftijd (sportief, elke dag op
de gewone fiets weg) en een Oostenrijks busje (inmiddels de fietsen weer
opgeladen, dus die zullen morgen wel vertrekken). Mijn uitstapje van vandaag
was een fietstochtje met omweg naar de Consum in Vera-Playa (de wijn was op,
een pakje bietjes en een bruin vers broodje voor tussen de middag). Het valt me
op dat hier geen enkele vorm van kustbescherming is: geen duinen, geen dijk; zee,
strand en dan begint de bewoonde wereld.
Een alleenreizende Duitse buurman (70 jaar oud) van schuin
achter was verlegen om een praatje en na een babbel van een uurtje (verhouding:
hij 90 % aan het woord en ik de rest) nodigde hij me uit om vis te gaan eten
bij Pépé. Geen zin om het verhaal over het Wirtschaftswunder nog een keer aan
te horen, dus “Ich mag kein Fisch” was voldoende om hem alleen naar Pépé te
laten vertrekken. Yep, stugge Nederlander, ik weet het. Later op de dag weer
spetters, de Spaanse boeren hier zullen er blij mee zijn. Het tweede boek van
Karin Anema (Mexicaanse sneeuw) ook uit, aanrader!
zondag 4 maart: @
palomares
Het laatste dagje hier op deze camping. Heb een beetje
geproefd aan het idee van overwinteren: eigenlijk de dagen vullen met bijna niks
en dat bijna niks is dan weer geheel afhankelijk van het weer. Toen ik
vanmorgen om kwart over acht onder het dekbed vandaan kwam stond de
binnenthermometer op 12,4. Nadat de koffie was gezet en het zonnetje even zijn
werk had gedaan was het al 13,8. Het gekke is: het is niet echt koud. In
Nederland zou ik al lang de cv een hengst gegeven hebben, hier weet je dat
stoken eigenlijk geen zin heeft: over een uurtje is het al een stuk warmer. Een
paar Sudokuutjes op het tablet (heb ik geen internetverbinding voor nodig) deed
de koffie beter wegglijden.
Vanmorgen geen ontbijtje buiten, iets ander weer dan
gisteren. Pas later in de week kan de korte broek weer aan. Opvallend is dat
hier in Andalusië veel campers “wild” staan: op stranden, in baaitjes en zelfs
in het centrum van Vera Playa, terwijl er toch overal borden staan dat het niet
mag. Of de borden bedoelen dat je niet mag kamperen, maar wel parkeren?