noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 24 maart 2018

sevilla

vrijdag 23 maart: somber sevilla

Zonder veel problemen kwamen we van de moddercamping in Tarifa af. De voorzieningen om te lozen waren overigens keurig in orde. De tocht door het platteland (de campiña) via binnendoorweggetjes voegde niet veel toe aan het reisgenot. Wat een saaie omgeving, dat zijn we de laatste tijd anders gewend. Af en toe een embalse (zeg maar stuwmeer), soms de ruitenwissers op intervalstand en een buitentemperatuur die langzaam maar zeker zakte. Toen de thermometer 10 graden (buiten) aangaf de kachel aan: het werd nog net geen afzien, maar een vrolijk gesprek over vogeltjes die nooit pensioen krijgen maakte veel goed.

In eerste instantie was een camping in Dos Hermanas geprikt als uitvalsbasis voor onze bezoeken aan Sevilla. Twee grote nadelen kleefden er aan Camping Villsom: behoorlijk aan de prijs (de meeste campings - en hotels - in Spanje weten de prijzen tijdens de Semana Santa (de week voor Pasen) ernstig te verhogen) en een beetje ver van Sevilla af. Na een rijp beraad van 30 seconden werd gekozen voor Parking Caravana (code campercontact 19.817) net buiten Sevilla met elke 10 minuten een bus die voor de poort stopt naar het centrum. Prijstechnisch een ernstig stuk gunstiger dan de eerder genoemde camping. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik wel eens op een ietwat mooier plekje gestaan heb en dat is dan een understatement van de eerste orde. Je staat achter een grote hal (opslag van campers) op een leemachtige ondergrond tussen (inderdaad alweer) opgeslagen campers. Toen W vanmorgen haar oogjes opendeed sprak ze de gedenkwaardige woorden “Als ik naar buiten kijk heb ik het gevoel dat ik op een kamelenmarkt in Marokko sta”. Ze had de bril niet op, dus als je dan denkt dat campers kamelen zijn en je ziet de gele grond…. Bijgaande foto is niet op de sombere vrijdag genomen maar op de zonnige zaterdag. Ziet er meteen een stuk vrolijker uit. Verder mag je hier kiezen aan welk lawaai je je het meest ergert: de treinen (personen- en goederenvervoer) die met regelmaat langsdenderen, het kabaal van de A4 die op een steenworp afstand ligt, de landende en stijgende vliegtuigen (een redelijk drukke luchthaven just around the corner),  het geblaf van de waakhonden of de jankende baby van de buren. Het is maar voor drie nachtjes en overdag zijn we er niet (kunnen dan wel met een zeer gerust gevoel onze Puzzel achterlaten).
Eventjes snel met het openbaar vervoer naar de stad van Carmen (die sigarenmaakster die door Bizet verzonnen is) en de barbier (die ik niet kon vinden, dus de baard zit nog steeds aan mijn kin geplakt). Niet voor een eerste indruk: een jaar of zeven geleden zijn we hier ook al eens geweest en hebben toen een aantal highlights van binnen bekeken, zoals het Alcazar. De kathedraal waarschijnlijk niet, want daar hangt een leuk prijskaartje aan. Jammer dat het somber weer was: gebouwen zien er altijd wat leuker uit als het zonnetje schijnt. Om even een vergelijking te maken: een bruggetje van het Palacio de España op vrijdag en op zaterdag.
 
 
Het Palacio aan de Plaza de España heeft Sevilla te danken aan een Ibero-Amerikaanse tentoonstelling die in 1929 (samen met Barcelona) werd georganiseerd. In de halfronde boog hebben alle provincies van Spanje een nis met historische gebeurtenissen op tegelplateaus. Op zaterdag zijn we nog even teruggegaan naar deze plek om foto’s-met-een-blauwe-achtergrond te schieten.

 
 

V: 109.679; A: 109.895

zaterdag 24 maart: zonnig sevilla

De wereld ziet er meteen een stuk vrolijker uit als het zonnetje schijnt. Zonnebril opgezet toen we vertrokken en pas weer afgezet bij “thuis” komst (na tien kilometer wandelen door de stad).

Ik bespaar je de geschiedenis van Sevilla voor een groot deel, het is namelijk de bekende parade van volkeren die al een paar keer voorbij zijn getrokken. We pakken de draad op in de 15e eeuw toen Sevilla het erg leuk deed tijdens de ontdekking (of beter gezegd: de verovering, onderdrukking en plundering) van de Nieuwe Wereld. Over de rivier de Guadalquivir kon vanuit de haven van Sevilla de grote plas worden bereikt. Alle ontdekkingsreizen werden vanuit hier georganiseerd en het was de thuishaven van de zilvervloot. De kolonies leverden volle schatkisten op. In de 17e eeuw begon de macht van Sevilla af te nemen. De rivier verzandde en grote boten konden de stad niet meer bereiken. Cadiz nam de havenfunctie over. De pest zorgde ervoor dat in een paar jaar tijd de helft van de bevolking overleed en ook hier zorgden overstromingen voor natte voeten.
Wat uiteindelijk overbleef (en later bijgebouwd) is samen te vatten als één groot openluchtmuseum, dat zich vooral op een zonnige dag van haar mooiste kanten laat zien. Foto’s moeten voldoende zijn vandaag, heb geen zin om me te verdiepen in vraag “in welk van de 20 steden waar Columbus officieel is begraven liggen zijn botten nu echt?” Morgen een nieuw verhaal over Sevilla, dan begint namelijk de Semana Santa met Palmzondag: de eerste dag dat ze hier goed gaan uitpakken met processies.