04 en 05 september: @ Beauvoir (onder de rook van Mont Saint-Michel)
Het zal ruim veertig jaar in de geschiedenis van W en mij
liggen: ons bezoek aan Mont Saint-Michel tijdens de eerste echte vakantie naar
Frankrijk. Er gingen toen nog ruim twintig Belgische franken of drie van die Fransen
één guldentje en onze Diane had moeite om de vrachtwagens bij te houden, laat
staan in te halen. Een vriend van een vriend ging ook mee en hij was leraar
geschiedenis. Geen wonder dus dat we toentertijd een halve dag deden over dat
wandtapijtje in Bayeux en horendol werden van alle jaartallen die in Mont
Saint-Michel en San Malo werden opgehoest, uiteraard met de bijbehorende
feiten. Als we terug zijn in ons “vaste huis” moeten we toch nog eens het juiste
plakboek tevoorschijn toveren: misschien kunnen we nog achterhalen of we toen
ook met droge voeten de zee overgestoken zijn, de brug naar Le Mont ligt er pas een paar
jaar. De Grand Depart van de Tour was dit jaar bij het bultje, reden te meer
om te kijken of de abdij geen verzakkingsverschijnselen vertoont na al die
jaren.
de falaises
Onze tocht voerde langs de Côte d’Albatre (zag ik ook zojuist op de kaart) via Fécamp (mooie camperplek, onthouden voor een volgende keer), Étretat (campers blijkbaar niet welkom, of we vonden de juiste parkeerplaats niet) en een pauzeplek iets ten zuiden van Étretat: Port pétrolier du Havre-Antifer (het klinkt erger dan het is, ook hier weer een uitstekende camperplaats met vlak in de buurt een plek om te lozen).
Onze tocht voerde langs de Côte d’Albatre (zag ik ook zojuist op de kaart) via Fécamp (mooie camperplek, onthouden voor een volgende keer), Étretat (campers blijkbaar niet welkom, of we vonden de juiste parkeerplaats niet) en een pauzeplek iets ten zuiden van Étretat: Port pétrolier du Havre-Antifer (het klinkt erger dan het is, ook hier weer een uitstekende camperplaats met vlak in de buurt een plek om te lozen).
Pont de Normandie
Ome Tom wist feilloos de weg en leidde ons om Le Havre heen waar de Pont de Normandie sinds begin 1995 alle wieltjes over de Seine leidt. Een eurootje of zes kostte ons dat feestje. Toch eens nazoeken hoe we zo’n veertig jaar geleden de Seine overgestoken zijn toen we ons tentje in Honfleur neerzetten. Beetje autoweg en een groot aantal kilometers later zie je van ver het bultje in kwestie al liggen. Ons puzzeltje parkeerden we voor twee nachten op camping Aux Pommiers in Beauvoir voor 17 € per overnachting (en een beetje toeristenbelasting); vrijwel naast de camping ligt een keurig kampeerautoterrein waar je € 15,50 per 24 uur voor betaalt. De camping is zwaar beveiligd: zelfs als voetganger moet je een code intypen.
Ome Tom wist feilloos de weg en leidde ons om Le Havre heen waar de Pont de Normandie sinds begin 1995 alle wieltjes over de Seine leidt. Een eurootje of zes kostte ons dat feestje. Toch eens nazoeken hoe we zo’n veertig jaar geleden de Seine overgestoken zijn toen we ons tentje in Honfleur neerzetten. Beetje autoweg en een groot aantal kilometers later zie je van ver het bultje in kwestie al liggen. Ons puzzeltje parkeerden we voor twee nachten op camping Aux Pommiers in Beauvoir voor 17 € per overnachting (en een beetje toeristenbelasting); vrijwel naast de camping ligt een keurig kampeerautoterrein waar je € 15,50 per 24 uur voor betaalt. De camping is zwaar beveiligd: zelfs als voetganger moet je een code intypen.
Op een stapel rotsen in het water met één van de grootste getijdenverschillen in Europa ligt het “wonder van het westen”. De geschiedenis gaat terug tot 708 toen Aubert, bisschop van Avranches, een heiligdom op de Mont liet bouwen ter ere van de aartsengel Michael. Al snel begonnen de pelgrims toe te stromen en was er weer een nieuw bedevaartsoord uit de grond gestampt. In de 10e eeuw kwamen de Benedictijnermonniken en zij begonnen aan een abdij te knutselen, eerst volgens het preromaanse bouwboekje, gevolgd door romaanse stijlen en tenslotte namen de gotische bouwmeesters het over. Tijdens de 100-jarige oorlog was het ook nog een tijdje een militaire vesting en tenslotte vond Nappie dat het uit moest zijn met het kerkse gebeuren op het eiland en maakte er een gevangenis van (dit duurde tot aan het Tweede Keizerrijk). Een foldertje vat het eindresultaat in prachtig Nederlands samen. Ik heb het zinnetje zes keer moeten lezen en om nu te zeggen “ik snap het helemaal” is niet geheel conform de waarheid: “De verschillende uitgevoerde werkzaamheden om het maritieme karakter van de Mont Saint-Michel te herstellen, zijn door de zoektocht naar samenhang tussen technische functionaliteit en de schoonheid van de site met elkaar verbonden”. Gelukkig waren we al vroeg in de ochtend ter plekke, zodat we de toeristenbusseninvasie voor waren: er komen zo’n 3,5 miljoen bezoekers per jaar, da’s omgerekend gemiddeld 10.000 per dag.
W maakte weer eens een goede beurt. Na haar kostelijke twee-uur-gemarineerde kipspiesjes voorgeschoteld te hebben was haar gedenkwaardige uitspraak “wel lekker, maar ik hoef ze morgen niet weer”. Laat ik nu net voor twee dagen spiesen hebben zitten rijgen, immers drie kipfilets krijg je met twee personen niet in één keer naar binnen gewerkt.
V: 75.992; A: 76.312