noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 4 september 2016

najaarstocht 2016 – 02: de groote oorlog

02 september - @ Zillebeke (bij Ieper)

Op naar Ieper, maar in etappes. Ieper hebben we een aantal jaren geleden al eens bezocht (nog in de groene-busjes-tijd), maar toen de Last Post gemist. Ook wilde W altijd nog de Ieperboog fietsen. Overigens “snelwegen vermijden” ingeven in je Ome Tom moet je in België nooit doen: een vorige reis waren de koppelstukjes van de gasinstallatie losgerammeld (en verdween de inhoud van een vrijwel volle gasbus door de veiligheidsopeningen – yep: hoofdkraan niet dichtgedraaid), nu kon ik na de rit (nog vibrerend als een Duracellkonijn) de nodige schroefjes aandraaien.
 
Verdronken land van Saeftinghe
De ochtend goed begonnen met een beetje lichamelijke oefeningen. Bij het bezoekerscentrum van het Verdronken Land (Emmadorp) heeft men twee wandelroutes uitgezet. De natte-laarzen-tocht viel af, we hebben geen laarzen bij ons. Bleef dus een relatief eenvoudige vlonderpadwandeling over (probeer hem niet te lopen met een buggy, rolstoel of rollator, zo vlonderig is het pad nu ook weer niet). Eb, dus het water stroomde uit alle geultjes, kreekjes en slootjes naar de Westerschelde.



Hulst
Hulst is “één van de Nederlandse vestingsteden die hun poorten wagenwijd voor u openzetten” vertelt het foldertje met de stadswandeling die we scoorden bij het VVV-kantoor. Eerst maar even de Puzzel op één van de 15 camperplaatsen neergezet, de parkeerautomaat was zwaar in het plastic ingepakt (wordt er al vorst verwacht?), dus schijnbaar kun je hier nu ook gratis overnachten. Overigens was het er niet druk, om elf uur stond er nog één ander Pösseltje mooi te zijn, dus 13 camperplaatsen niet bezet. Hulst is in 2014 verkozen tot “mooiste vestingstad van Nederland”, maar da’s betrekkelijk: de vestingwerken zijn inderdaad mooi (gerestaureerd), maar de rest van de stad kan in onze optiek best een opknapbeurtje gebruiken. Misschien was er geen geld meer voor het opknappen van de binnenstad na de aanleg van al die parkeerplaatsen, zelfs de bolwerken zijn omgetoverd tot omwalde stallingen van blik op vier wielen. De vestingwerken liggen er evenwel mooi bij.
 
Omstreeks 1600 is begonnen met de aanleg van een aarden vestingwal met bolwerken. Ten tijde van het Twaalfjarig Bestand (1609 – 1621, daar heb je de schoolmeester weer) was er genoeg zand verschoven. Het stadhuis op de Grote Markt is in het begin van de 16e eeuw gebouwd. Pronkjuweel is evenwel de Willibrordusbasiliek, bouwperiode 1200 – 1534 (ik heb het drie keer nagezocht). Oorspronkelijk een katholieke kerk, daarna werd er protestants gebeden, in 1806 vond Nappie dat de kerk door zowel de roomsen als de protestanten gebruikt moest worden. Met een muurtje werden schip en koor van elkaar gescheiden en werd onze Willibrordus een simultaankerk. In 1929 hadden de collectebakjes, -zakjes en –mandjes voldoende opgeleverd en konden de rk-parochianen hun “andersdenkenden” uitkopen en werd de kerk weer rooms. Leuk torentje overigens: in 1957 is de Prediker boven op de basiliek geplaatst; een zeer omstreden kunstwerk.

voormalige veer Kruiningen-Perkpolder
Nu we toch in de buurt zijn: een beetje wind, vallende blaadjes of slecht zicht en de radio meldde in vroegere tijden dat het veer Kruiningen-Perkpolder weer eens uit de vaart genomen was. Eventjes kijken wat er nog van over is, immers bij het gereedkomen van de Westerscheldetunnel (bij Terneuzen) in 2003 is het veer definitief uit de vaart genomen. Voor de fiets- en wandelfanaten vaart er nog wel een klein overzetje.
Ieper
Ieper kent twee camperovernachtingsplekken. De eerste aan de Bolwerkstraat (wel mooi grenzend aan het centrum) was “volzet”, denk overigens eerder dat camping Jeugdstation alleen reizigers uit de categorie “eerste jeugd” opneemt en wij hiervoor al een tikkeltje TE belegen zijn. We werden doorgestuurd naar Kampeerautoterrein Zillebeek, een beetje buiten het centrum van Ieper. Niks mis mee: gloednieuw terrein met mogelijkheden voor lozen en (als je het juiste koppelingsstukje hebt) water innemen, goed verlicht, beetje krappe plekjes maar wel weer met stroom. En dat alles voor € 8,00, te betalen met een bankkaart.


Later op de dag op de fiets (het spetterde een beetje) naar de Menenpoort waar elke avond om acht uur een herdenking van de Eerste Wereldoorlog plaatsvindt. Deze avond werd het muzieksaluut niet alleen verzorgd door drie trompetters, maar was er ook een doedelzakker die een mooi stukje muziek maakte. Een paar kransleggingen (kransen met papieren klaprozen) later en een minuutje stilte maakten het kleine kwartier vol. De fietslamp moest al aan toen we naar ons puzzeltje terugfietsten.
V: 75.565; A: 75.754