Waarom we toch in die eettent gingen eten die ik vreetschuur genoemd heb, was een vraag die me van twee kanten gesteld werd. Of dat vanwege de goede recensies was, wilde W te S weten. Nee W te S, Eten & zo is ons niet door iemand aangeraden en stond ook niet in de restauranttips van het AD, Volkskrant of de Trouw. Mira Grimm van het Parool is hier ook nog nooit geweest, maar dat is geen wonder: zij behandelt alleen Amsterdamse eetgelegenheden. Zal meteen maar met de deur in huis vallen: Q is de boosdoener. Q de kleinzoon dus, die Q. Hij houdt van sushi, al sinds hij kon lopen (en dat was laat, want waarom zou je gaan lopen als je je ook op je billen schuivend kunt verplaatsen). Zijn opa vindt sushi drie keer niks maar houdt wel van gewokte garnalen, babi pangang en dat soort dingen, terwijl oma varkenshaasjes juist lekker vindt. Dus wat doe je: je gaat naar zo’n toko waar ze het allemaal hebben. Eenvoudig toch? En je weet zeker dat je je buik volkrijgt, misschien wel meer dan dat. Ben niet zo van de fine dining, je weet wel: het hoofdgerecht past in je handpalm. Wel lekker, maar één keer blazen en het is van je bord. Hoorde laatst van iemand dat zijn hoofdgerecht bestond uit een rauwe gamba met wat sliertjes yoghurt en opgemaakt met piepkleine stukjes komkommer. Jazeker: ik kan verfijnde gastronomie best waarderen maar dan moet het wel mijn maag vullen. Was ooit een keer met mijn broer en twee zwagers in Amsterdam. Lekker gegeten, maar na afloop zei één van mijn zwagers: "en nu even een paar hamburgers naar binnen werken voor het echte werk". Van dat soort problemen hadden we bij Eten & zo géén last, integendeel.
donderdag 5 juni: @ winterswijk
Eerst nog even oppasdienst: nummer vier moet nog een paar keer geëntertaind worden na schooltijd. Na de zomervakantie gaat hij (vervroegd) naar de middelbare school en dan moet hij op zichzelf kunnen passen. Dus pas tegen een uur of half vijf kon het huis op vier wielen richting Winterswijk gereden worden. Jaarlijks event: het familieweekend N: twee zussen, twee broers en vier keer aanhang. Weekend begint vrijdagavond pas, maar ik hou niet van te laat komen. Camping het Paardeweitje (zonder N want vóór de laatste spellingwijziging van 2005). We zijn er inmiddels kind aan huis volgens Astrid (samen met Wim de baas van de toko). Mooie rustige camping op een rustige plek vlak bij recreatieplas het Hilgelo, maar niet de drukte van dat terrein. Seniorencamping onder de vlag van de SVR dus “geen zak te beleven“ volgens onze kleinkinderen. Gewoon een boerencamping zoals een boerencamping hoort te zijn. Ruimte, geloei van koeien en gekakel van kippen en af en toe ook boerenluchten. Van een vliegje meer of minder moet je ook niet opkijken. De voorzieningen zijn zoals het een boerencamping behoort te zijn: gedateerd maar schoon (en dat stond ook al te lezen in een aantal recensies van zeven jaar geleden). En bedenk: de meeste boerencampings zijn naast camping vaak ook een bedrijf, hier ook: Wim heeft een stalhouderij en wat vee. Nog één recensie op internet: “Stank van mest. Te ver van het dorp“. Kijk, daar kan ik nu helemaal niks mee! De ontvangst op het Paardeweitje door Astrid was allerhartelijkst, even een paar minuten over pijntjes en kwaaltjes en daarna over tot de orde van de dag. Of ik genoegen nam met plekje 5. Waarom die vraag, lieve Astrid, volgens mij staan we daar al jaren en jaren. Puike plek en zuslief met zwager komt morgen naast ons te staan op nummer 4. W nog even naar het dorp op spelletjesjacht: speciale uitgave van Hitster.
Qua weer schijnen we het de komende dagen niet te treffen. Gewoon één grote regenbui tijdens de Pinksterdagen? We wachten het gewoon af en desnoods passen we het programma aan. De donderdag was in ieder geval nog redelijk droog, al was het toen we aankwamen te laat om nog wat te ondernemen (behalve dan een heen-en-weertje naar het dorp voor W), dus al snel het kabouterkeukentje gebruikt en de avondstand ingenomen. Een zee van rust na een drukke meimaand. Soms moet je veel ballen tegelijkertijd in de lucht houden. Nu even een paar weken geen rondleidingen van bijvoorbeel breiclubje “Steekje Los“ maar gewoon keutelen in het genot op wielen. Het menu was eenvoudig, smaakvol, maar stond vooral snel op tafel: een pakje gerookte forel openrissen en verdelen over twee borden, een bakje sla van de folie ontdoen en de dressing door de sla husselen, daarna verdelen over dezelfde twee borden en wat aardappelen met spekjes (overgebleven van eerder deze week) in een pannetje opbakken en de leus “ik een beetje meer dan jij“ in de praktijk toepassen. Met de tien minuten op tafel.
De keiharde cijfers: gereden 12 kilometer (tempo jachtige slak); rijtemperatuur: 18 graden; zon op/onder: 05:16/21:48. Een mooie dag? Niks mis mee, maar het moeten nog echt mooie dagen worden, dat zal ongetwijfeld goedkomen. Het laatste bericht over het menu van morgen: “Ik zorg voor lasagne met rode saus. Witte saus voor Berry. Rauwkorst erbij en toetje na. Tot vrijdag (M).“ Kijk: mijn zus weet dat ik niet van tomatenketchup hou en ik krijg dus heerlijke carbonarasaus. Hoezo verwende hangebek? Tel uw zegeningen, tel ze één voor één! Schoot me te binnen toen Margo (van www.margogo.reislogger.nl) de volgende zin in haar blog noteerde “Tot 10 uur hielden we het nog droog maar toen zagen we de bui al hangen. Die bui kwam en stortte zijn zegeningen een uur lang over ons uit“. ’t Is dat het zo’n christelijk lied is, anders mocht het op mijn crematie gedraaid worden: kijk naar alle goede dingen in dit leven. Voor wie het niet laten kan: https://www.youtube.com/watch?v=HO3ngNpC8R8