noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 29 juni 2025

theater in de polder - 4: baby blue

Naar aanleiding van de foto’s van de botters in Spakenburg vroeg K te Z zich af hoe het nu eigenlijk staat met de IJsselmeervissers. Over deze vraag zou je een boek kunnen schrijven, maar wees niet bang: mag ik niet van W. Zelfs de Canon van Gelderland besteedt er de nodige aandacht aan. Het belangrijkste was natuurlijk dat door de voltooiing van de Afsluitdijk de Zuiderzee afgesloten werd van het buitenwater en omgevormd tot het IJsselmeer. Dat betekende een overgang van zout naar zoet water. Veel vis zou daardoor verdwijnen en andere vis zou de vrijgekomen ruimte innemen, maar het was “anders vissen“. Nu was er wel een Zuiderzeesteunwet (van 1925) die bepaalden dat vissers hulp kregen bij omscholing en het zoeken naar ander werk. Maar het was eigenlijk allemaal lapwerk, dus we kunnen kort zijn K te Z: tot voor kort was het met de IJsselmeervisserij bedroevend gesteld, maar als je de berichten mag geloven gaat het langzaam maar zeker beter. Sinds de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 ging het steeds slechter en zo’n twintig jaar geleden was er sprake van een alarmerende situatie. De vangsten van alle commercieel interessante vissoorten liepen al jarenlang gestaag terug. Niet alleen was er sprake van een ernstige terugloop van de palingstand, maar ook snoekbaars, baars en spiering werden steeds minder gevangen. Sanering van de beroepsvisserij vanaf 2005 heeft de vloot inmiddels met ruim 50 procent verminderd maar of dat echt zoden aan de dijk heeft gezet? In 2024 bleek volgens een publicatie van de vissersbond (www.vissersbond.nl) dat de vier hoofdsoorten (snoekbaars, baars, voorn en brasem) in de lift zitten (aangetoond door onder meer de cijfers van de visafslag Urk). Snoekbaars wordt tegenwoordig zelfs in recordaantallen gevangen met relatief weinig inspanning, mede doordat vaker wordt overgeschakeld op grotere maaswijdtes om kleinere vis te sparen. Door de instelling van diverse visverbodperiodes (bijvoorbeeld het geheel of gedeeltelijk verbod op het vissen met bepaalde uitrusting, zoals sleepnetten en schietfuiken) probeert men overbevissing te voorkomen. Men is druk bezig om zich te richten op duurzaamheid.

Toen we de afgelopen dagen door de polder fietsten viel het me op dat de aalscholverpopulatie een stuk kleiner is geworden. Een paar jaar geleden zat er op elk uitsteeksel in het landschap zo’n schijtende potloodventer, tegenwoordig amper. ChatGPT is het met me eens “Er zijn momenteel veel minder aalscholvers in de Flevopolder dan vroeger – mogelijk slechts enkele honderden paren, of zelfs niets meer in de Oostvaardersplassen zelf. De totale populatie in het IJsselmeergebied ligt onder 1.750 broedparen“. Wat denk je dat die aalscholvers eten? Weet niet in hoeverre deze jongens bijdroegen aan de afname van de vispopulatie. Is ook maar een gedachte van een eenzame fietser in het eindeloze polderlandschap.

zondag 29 juni: @ almere-haven

Vandaag het hoogtepunt van onze reis naar de polder: een voorstelling van theatergezelschap Vis à Vis. Dit clubje maakt al 32 jaar uniek theaterspektakel op locatie. Vorig jaar werden we verrast door de voorstelling “Silo 8“, een nogal zwaar beladen thema (de afbraak van de verzorgingsstaat) met een knipoog, spektakeleffecten en vooral “groots“ uitgebeeld: zo werd er gebruik gemaakt van een hijskraan. Vandaag dus naar de voorstelling “Baby Blue“ van dat gezelschap. Vraag overigens niet aan ChatGPT om een korte inhoud van het stuk. Deze chatrobot maakt er meteen een muzieknummer van en noemt Vis-à-Vis een Vlaamse band, waarbij het nummer gaat over de emotionele verwerking van een verlies of een moeilijke relatie: “De tekst is introspectief en melancholisch, en beschrijft gevoelens van verdriet, eenzaamheid en het verlangen naar verbinding of troost.“ Dan maar de website van Vis-à-Vis zelf geraadpleegd: “BABY BLUE is een meeslepend theaterspektakel vol humor en onverwachte wendingen. In deze muzikale crime-comedy wordt met man en macht gebouwd aan een nieuwe wijk waarin niets is wat het lijkt. Duik in een wereld waar de mens het liefste alles in beton wil gieten, terwijl het leven voortdurend in de steigers staat. De voorstelling BABY BLUE is een samenwerking van Vis-à-Vis met De Leedbewakers . De Leedbewakers maken fysiek en absurdistisch theater vol actie en poëzie.“ Op naar het Almeerder Strand nabij Almere Poort waar het theater van de groep is gevestigd, maar niet eerder dan 12:00 uur en met een omtrekkende fietsbeweging.

Het begin van onze tocht werd gedomineerd door de Hoge Vaart, met afstand het belangrijkste kanaal van Flevoland. Nou ja gedomineerd? We moesten het een tijdje aan onze rechterhand houden, er niet overheen en dat laatste lukt niet overal, hebben we eerder deze week gezien. Belangrijk kanaal om verschillende redenen. Omdat Flevoland een behoorlijk eind onder het zeeniveau ligt moet de polder een uitgebreid stelsel van vaarten, kanalen en gemalen hebben om het overtollige water af te voeren. De Hoge Vaart helpt bij het transport van water richting de randmeren, zoals het Gooimeer en Veluwemeer. Daarnaast maakt de pleziervaart er graag gebruik van: het verbindt Almere met andere delen van Flevoland en met de randmeren, waardoor het aantrekkelijk is voor pleziervaart, temeer omdat er veel natuurstroken, rietoevers en ecologische zones langs de vaart liggen. Hoge Vaart impliceert dat er ook nog een Lage moet zijn. En daar waar Hoge en Lage Vaart samenkomen bevindt zich het gemaal De Blocq van Kuffeler, dat na de opening in 1967 in niet meer dan zeven maanden heel Zuidelijk Flevoland drooglegde. Nog altijd kan die installatie 3,2 miljoen liter water per minuut de polder uitpompen. Een uitstapje naar het gemaal maakte vandaag geen deel uit van het programma: we mochten eerder linksaf slaan. Foto laat een inham van de Hoge Vaart zien, het kanaal zelf moet je er bij denken. Aan de lucht kun je zien dat het ander weer is geworden dan de afgelopen dagen.

“Cityscape volgt manscape“ is een beeld dat ik me veel groter had voorgesteld. Het staat ergens in Almere-Pampus en dat is een gebied waar (nog) geen huis staat. Er zijn wel plannen en er wordt veel over gesproken. De bedoeling is dat het gebied aan het IJ- en Markermeer, in de toekomst ruimte gaat bieden aan 25.000 tot 35.000 woningen en een flink aantal banen. Leuk wat er op de gemeentelijke website staat: “Hiermee wordt een substantiële bijdrage geleverd aan het oplossen van het woningtekort in Almere en de regio. Almere Pampus krijgt een eigen identiteit, maar moet zich ook verhouden tot dat wat er al is. Om dat te realiseren maken we plannen in de geest van Almere, maar wel met de kennis en context van nu.“ Als nuchtere Achterhoeker zeg ik dan: “Eerst zien, dan geloven“ 

Het ging trouwens over dat beeld dat overigens precies past in de open en schijnbaar "lege" ruimte van de lange zichtlijn naar de dijk. Je kijkt eerst een beetje vreemd op als je de stukken staal ziet, maar als je wat langer kijkt moet je van alles kunnen zien volgens de maakster. Wil je meer info: kijk hier. Op het bijbehorende informatiebord staat dat de lijnen die je ziet de richting aangeven voor land- en stadsbouw. Zal ongetwijfeld, ik kon er niet zoveel mee.

Na zo’n kleine 30 kilometer kwamen we bij de theaterlocatie van Vis-à-Vis aan. Bijna aan het strand van Almere-Poort. Was het op de fiets heel goed uit te houden door de wind, hier werd het windstil en viel er een warme deken over je heen. Een krankzinnige voorstelling met heel veel spektakel en effecten. Waar het over ging? Uiteindelijk moet je de keuze maken tussen geluk en geld. Tenminste: dat haalden W en ik uit de voorstelling.






W vond het na twee dagen zeer eenvoudig maar smakelijk eten een goed idee om na afloop van de voorstelling een vorkje mee te prikken. Een vegetarisch vorkje! Niet dat het vorkje vegetarisch was, maar het eten dat met dat vorkje naar binnen gewerkt wordt. Het eten werd verzorgd door personeel van
Zijpe Stijl, een cateringbedrijf uit Gemert. Zij presenteerden een buffet dat was geïnspireerd door de Mediterrane keuken (fluisterde W me in het oor). Dat de gebruikte ingrediënten van dichtbij komen heeft weer niks met de Middellandse Zee te maken. Niet zeuren: het zag er goed uit, heel kleurrijk en speciaal voor W (de zoetekauw) was er een uitgebreid dessertbuffet. En het voornaamste: het was goed binnen te houden.

Na afloop van de voorstelling en het buffet nog even een kilometer of 14 wegtrappen toeristisch terug naar de camping. Totaal 42 kilometer gefietst. Wind noordwest 2 à 3, temperatuur oplopend tot zo’n 26 graden. Een mooie, heel bijzondere dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. Er liggen twee routes klaar: eentje met de titel “rondje Lepelaarsplas“ en een die “rondje Hoge Vuursche“ heet. We kunnen ze niet allebij doen, maar ik denk dat we de verrekijker moeten inpakken voor onze laatste fietstocht.