noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 31 augustus 2024

nazomertocht 2024 – 10: kusttram naar het zuiden

Weet het: op deze manier komen we geen meter vooruit. Hebben gisteren samen geconstateerd dat Zuid-Frankrijk er deze reis waarschijnlijk niet meer in zit en dat Bretagne al zeer twijfelachtig is. Maar... we hebben nog twee hele weken en vroeger knalden we in iets meer dan één nacht naar de Cèze om na twee weken met een verbrande kont in één nacht terug te rijden. “Da's vroeger”, zei W en ze heeft gelijk: ons leven heeft inmiddels een ander ritme. Daarbij komt dat er veel te zien en te doen is aan de Belgische kust. Volgens mij kun je gemakkelijk een week of twee vol plannen met het bezoeken van bijzondere bezienswaardigheden en interessante plekjes aan de Vlaamse kust. En als je dan nog heel bijzondere dingen gaat doen als het “vissen te paard” bekijken, heb je nog meer tijd nodig. Ja je leest het goed. In Oostduinkerke bestaat een uniek traditie van te paard vissen. De lokale vissers rijden iedere dag te paard de branding in om te vissen op krabbetjes en garnalen. De vissers rijden met hun netten op sterke paarden de branding in om hun geld te verdienen. Zal je uit de droom helpen: ze leven tegenwoordig niet meer van de vangst, het is een toeristische attractie geworden. Bezoekers kunnen zelf ook te paard garnalen proberen te vissen aan de Belgische kust.

Eén van de redenen dat we hier aanbeland zijn is de meest bekende attractie van de Belgische kust: het Beaufort Beeldenpark dat zich uitstrekt over de ruim zestig kilometer lange kuststrook. We hebben de laatste dagen al bijzondere moderne kunstwerken bewonderd; sommige zijn nieuw, een aantal staan er al wat langer. In Knokke is vlak bij de tramhalte aan het Maurice Lippensplein het werk “Beach Castle” van Jean-François Fourtou. te bewonderen. Het staat er al vanaf 2018 en begint een beetje “sleets” te worden: de gestapelde strandcabines hebben inmiddels hun beste tijd gehad. Volgens W bestaat het kunstwerk uit strandhuisjes die door een enorme stormvlaag op een grote hoop zijn geblazen. Heb de foto gisteren ook al geplaatst, maar hij past zo leuk in het verhaal dat hij vandaag in de herhaling gaat.


Eigenlijk zijn wij aangenaam verrast door de Belgische kust. Die betonkolossen moet je maar even voor lief nemen, maar achter die woontorens liggen vaak heel aantrekkelijke plaatsen. Als je denkt aan toerisme in België roep je toch meteen “Ik ga naar de Ardennen” en Herman Finkers vult dat aan met “De frisse lucht is even wennen”. (Om je een idee te geven van het niveau van dit lied de tekst van het eerste couplet: “Ik kreeg bijna flatneurose, het zat mij thuis niet mee. Mijn lidcactus had schaamluis, mijn lintworm diarree”, maar ik dwaal nu ernstig af). Je kunt natuurlijk ook een stedentripje doen: Brussel, Antwerpen, Brugge en/of Gent. Wij kozen voor de kust en kwamen tot de slotsom dat we zoveel mogelijk plaatsen met een bezoek moesten vereren: fietsend, trammend, lopend - de bewegingsvorm maakt niet uit. Op vrijdag konden we de helft van de lijst afstrepen: De Haan was het charmantst, want dit is de enige plaats aan de Belgische kust zonder wolkenkrabbers. We genoten op de fiets van de straatjes met witte villa's en de vele hotels in de Belle Époquestijl. Blankenberge deed een stuk moderner aan met onder meer een prachtige jachthaven. Op vrijdag zijn we naar Knokke-Heist getramd, volgens de boekjes zijn de 12 kilometer strand van Knokke-Heist het mooist van België. We hebben een deel van de strandboulevard gezien en zagen dat de stad eigenlijk al op het strand begint. Oostende hebben we vrijdag even heel vlug gedaan op de fiets en keken de ogen uit op de strandpromenade waar maar geen einde aan leek te komen. We doen het later deze week nog eens dunnetjes over.

zaterdag 31 augustus: @ bredene

Nog een dag trammen (kosten voor een dagkaartje: 2 x € 7,50, automaat bij de tramhalte) en een dag fietsen om De Panne, Koksijde-Oostduinkerke, Nieuwpoort, Middelkerke-Westeinde en Oostende (opnieuw) te zien. Een blik in de glazen bol maakte duidelijk dat het op zaterdag trammen en op zondag fietsen moest worden. “Ben blij dat je verhalen deze keer niet diep ingaan op de geschiedenis en de politieke achtergronden van elk plaatsje afzonderlijk”, zei W terwijl ik net opgezocht had dat Bram Degrieck (van lijst Plan B) burgemeester is van de Panne en zo de burgervader mag spelen over ruim 11.000 inwoners. Ook had ik net genoteerd dat de naam van de gemeente waarschijnlijk afkomstig is van het woord duinpan: een pan of panne is een komvormige diepte in de duinen. De rest van mijn verhaal mocht is dus weer gummen, zoals het feit dat Aldinkerke al sinds de 12e eeuw bestaat maar De Panne pas in de tijd van de Oostenrijkse Nederlanden (rond 1782). Maar vooruit: niks van dat alles. We maken een grote sprong naar de tijd vanaf de jaren 50 in de vorige eeuw, toen de komst van het massatoerisme er voor zorgde dat de schitterende kustvilla's ook hier in het zuidelijk gedeelte van de kust plaats moesten maken voor afgrijselijke, hoge appartementsblokken. Vooral op de zeedijk is, op enkele villa's na, niets meer overgebleven van de oorspronkelijke bebouwing. Met mooi gappen is niks mis, als je maar vertelt dat bijgaande foto door Lokilech gemaakt is.


Doorgereden tot het eindpunt van de tram in De Panne. Kon W nog net weerhouden om bij halte Plopsaland (de voorlaatste halte) uit de tram te stappen en naar de kassa te rennen om kaartjes te kopen. “Als je ouder bent dan 70 betaal je maar € 18,00 in plaats van € 48,50”, was haar motivatie, “Soms is het fijn om zo oud te zijn”. Heb het niet zo op al die types van Studio 100: figuren als Kabouter Plop, Samson en Gert, laat staan Piet Piraat, Bumba, Woppy en Mega Mindy kunnen me gestolen worden. Het park bestaat al sinds 1935 (oorspronkelijke naam Meli Park), maar werd in 1999 overgenomen door Studio 100, die het omtoverde tot het huidige Plopsaland.


Hoeveel trammetjes moet De Lijn wel niet hebben om de zomerdienstregeling uit te voeren?” was een vraag van W terwijl we comfortabel in zo'n gevalletje zaten. Hou wel van dat soort sommen. Moesten wel beiden even zoeken naar de officiële naam van dit soort opgaven, maar kwamen tot de ontdekking dat het “redactiesommen” waren. Komtie: ervan uitgaande dat een rit 2,5 uur duurt en er elke 10 minuten per richting een tram rijdt, is het antwoord 2 x 150/10 = 30 tramstellen minimaal. Diepgaande gesprekken terwijl het kustlandschap aan ons voorbijgleed en we de plek bekeken waar de eerste koning van België Leopold Joris Christiaan Frederik van Saksen-Coburg in België aankwam (in De Panne dus). Ze hebben een mooi monument geplaatst. Op de foto hieronder kun je zien hoe groot het wel niet is.


Bij een paar van die leuke kustplaatsen uitgestapt, eindje gelopen en beelden opgezocht. En als je in Vlaanderen bent moet je Vlaamse frieten eten. “Doe maar twee kleine porties”, bestelde W. Aan één zo'n “klein” portie zouden we met zijn tweeën ook genoeg gehad hebben.


1600: Slag bij Nieuwpoort” is misschien wel het toppunt van oubollige historische feitenkennis. En ja, vandaag reden we met de tram door dat Nieuwpoort en nee, we zijn niet uitgestapt. Moest alleen W even in het oor fluisteren dat het ging om een opdracht van de Staten-Generaal (aangevoerd door Johan van Oldenbarnevelt) aan het Staatse leger om Nieuwpoort en Duinkerken te veroveren. Reden: allereerst hadden Hollandse en Zeeuwse schepen veel last van kaapvaart uit deze twee plaatsen. Bijkomend voordeel was dat het Spaanse gezag afgesloten zou raken van zee, immers: Oostende en het gebied ten noorden van die plaats was al in Staatse handen. Om een lang verhaal kort te maken: stadhouder en legeraanvoerder Maurits won de slag van Albrecht van Oostenrijk, de landvoogd. Wanneer je meer wilt weten kun je het beste de Suske en Wiske-strip Jeanne Panne lezen, hierin vecht Jerom ook mee in de veldslag en krijg je meteen alle ins en outs te horen van de heksenvervolging in Europa.








Een mooie dag. Temperatuur liep op tot 24 graden aan zee, wel een stevige wind (uit het oosten kracht 3) die de frieten uit het bakje blies. Beetje fietsen (maar een paar kilometer), wat lopen (kilometer of drie) en veel in de tram zitten. En morgen? Morgen is er weer een dag. Waarschijnlijk de laatste dag aan de Belgische kust. We gaan op de fiets naar Oostende, Middelkerke en Westende.

vrijdag 30 augustus 2024

nazomertocht 2024 – 9: de kusttram naar het noorden

Ik hoorde van onze campingburen de opmerking “Bredene bestaat niet”. Hij heeft daar wel een beetje gelijk in: Bredene bestaat namelijk uit drie kernen: Dorp, Sas en Duinen. Tegen dat laatste deel (ook genoemd Bredene-Bad of Bredene-aan-Zee) schurken wij aan, samen met nog duizenden andere toeristen geclusterd op zo'n twintig campings/huisjesparken/chaletparken. Wij bivakkeren op 't Minnepark, uitgekozen omdat er nog plek was. 30 € per nacht, exclusief douchen; voor deze omgeving een koopje: we zitten hier niet op het goedkoopste gedeelte van België. Sanitair prima in orde en een heel behulpzame eigenaar. Eigenlijk stelt die Belgische kust niet zo veel voor, wanneer je het over de lengte hebt: 65 kilometers telt het van Nederland (Zeeuws-Vlaanderen) tot Frankrijk (Opaalkust). Zandstrand, duingordel maar meestal met een zeedijk. Eigenlijk foeilelijk want in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werden grote delen van de kust volgebouwd met appartementsgebouwen. Dat dit ten koste ging van de natuur (grote delen duingebied gingen verloren) was niet belangrijk. Hoogbouw ten koste van duinen leverde geen problemen op in België. Het kusttoerisme ontstond aan het einde van de 19de eeuw, de periode die bekend stond als de Belle époque. Mensen gingen (door de toenemende economische welvaart) meer en meer op reis om puur recreatieve redenen, nou ja: de wat meer welgestelden dan. De kust kende grote aantrekking bij deze toeristen die doorgaans slechts één of twee dagen ter plaatse verbleven. Meer en meer mensen trokken naar de zee en dit had zichtbare gevolgen voor de plaatselijke dorpen, die stilaan groter en groter werden. En toen begon de ellende: er werden nieuwe woningen, restaurants, casino's en hotels gebouwd; veel, heel veel. De kustlijn veranderde ook. Tussen de duinen werden luxueuze villa's gezet en her en der werden hele dijken aangelegd met bijpassende bebouwing met als hoogtepunt de jaren zestig van de vorige eeuw toen de kust ging bestaan uit één lang lint van bouwwerken. Twee dipjes konden de pret niet drukken: WO I en II gooiden even roet in het eten, maar na beide oorlogen bloeide het toerisme weer op. Fileleed, afvalproblemen, parkeermoeilijkheden, geluidsoverlast kreeg de kust er gratis bij. Aan de andere kant waren er ook voordelen te bespeuren, ik las ergens “Hoewel het esthetische aspect van de kust onherroepelijk verloren was gegaan door de hoge muren van flats ging het er financieel op vooruit”. Foto geleend van HLN (Het Laatste Nieuws). Het kaartje hieronder is getekende door ene Alabasterstein, zal ongetwijfeld een Duitser zijn of iemand moet een O vergeten hebben. 



vrijdag 30 augustus: @ bredene

De dag begon niet al te best: slechts een score van 50 % bij de Spellingtest. Vergat dat piccolootje en kannibaal beide met een dubbele medeklinker geschreven moeten worden. Kom ik ook wel overheen, maar moeilijker is het te verkroppen dat de andere helft van ons gezinsrestant de test foutloos maakte. Een blik in de glazen bol die we Buienradar.nl noemen leerde ons dat het vandaag een uitgelezen dag was om de kust met de tram te bewonderen.


Was bij de beschrijving van de Belgische kust misschien wel erg negatief, maar één ding vind ik hier geweldig: de kusttram, een tramlijn die begint in Knokke (nabij de grens met Nederland) en eindigt in Adinkerke (vlak bij de grens met Frankrijk). Schijnt de langste tramlijn ter wereld te zijn (of te zijn geweest, dat soort dingen verandert met de dag). In ieder geval is de lengte 67 kilometer. Boekdelen kun je vullen met dit onderwerp. Alleen het doorlezen van de Wikipedia-artikelen vergt al een dag. Begin maar met https://nl.wikipedia.org/wiki/Kusttram en ga vervolgens verder met de officiële website https://www.delijn.be/nl/content/kusttram/.

Heb ooit, in de begintijd van het groene monster, de hele kustlijn als een heen- en weertje gereden; moet zo'n kleine twintig jaar geleden geweest zijn. Altijd de behoefte gehad om het nog eens over te doen en wat in het vat zit verzuurt niet. Vandaag dus samen met W. Niet alleen omdat het leuk is, maar ook om een paar verafgelegen plaatsen aan de Triënnale Beaufort aan zee te bereiken. Te ver van Bredene om te fietsen en zoals De Lijn schrijft “Met de Kusttram en een dagticket reis je vlot en voordelig van het ene naar het andere kunstwerk. In de buurt van 16 haltes zijn er nieuwe kunstwerken”. Vandaag gingen we naar het noorden: eindpunt Knokke. W stuurde bijgaande foto naar dochterlief die onmiddellijk reageerde met "En mam, verveel je je al?"


Even de kustlijn in een notendop: het begon allemaal in 1885 toen er een buurttramlijn (met stoomtractie) werd aangelegd tussen Oostende en Nieuwpoort-Stad. Een jaar later volgde het stuk Oostende – Bredene Dorp – De Haan – Blankenberge. Als ik het goed gelezen heb was in 1929 de hele Kusttramlijn (op ongeveer de huidige route) klaar en ook nog eens geëlektrificeerd. Een paar keer hing het voortbestaan van de tramlijn aan een zijden draadje: in 1946 na WO II (er was in de oorlogsjaren aardig wat gesloopt aan en van de sporen en bovenleidingen) gingen er stemmen op om de lijn op te heffen, de gemeentebesturen wilden liever bussen. De NMVB (Nationale Maatschappij Van Buurtspoorwegen) weigerde. Later wilden de gemeentes nog twee keer van de lijn af, de laatste keer was dat in 1970. De oliecrisis van 1973 zorgde er echter voor dat men definitief anders ging denken over de kusttramlijn. En daar plukken we nu de vruchten van. We kunnen nu (zomerdienstregeling overdag) zes keer per uur elke kant op. De tram doet er ongeveer 2 uur en 25 minuten over om de volledige afstand af te leggen, afhankelijk van de drukte en het eventueel omrijden te Zeebrugge.

We gingen dus vandaag met de tram naar het noorden: eindpunt Knokke station. Geen vlekkeloos verlopen tocht: we mochten een klein half uur wachten op wat ze hier een “wieleromloop” noemen. Alleen was het geen rondje maar een heuse etappe van de Reniwitour. Vandaag 185 kilometer van Blankenberge naar Ardooie. En ze gooien in België dan echt alles dicht: er kwam geen auto en zelfs geen tram vooruit. Oke, in Lichtenvoorde sluiten ze het hele dorp een paar uur af voor het bloemencorso, eigenlijk net zoiets.

We kwamen toch in Knokke, rondje van een kleine drie kilometer gewandeld (W) en gewandeld en gestrompeld (ik). Een paar kunstwerken gezien op de boulevard en pas tegen half drie weer terug bij de tram. Besloten dat Panne een tram te ver zou zijn (2,5 uur heen en dan ook nog eens 1,5 uur terug) en dus de fiets maar gepakt bij ons eindstation Bredere Renbaan. Leuk stukje gepedaleerd richting Oostende en via de binnenlanden terug. Het weer stortte echter tegen half vijf in, dus de laatste kilometers waren we blij dat er een trui in de fietstas zat. De A op de kaart is het station en de B onze camping.




Een mooie dag. Gefietst, gewandeld en in de tram gezeten. Een mooie afwisselende dag dus. Dat was het weer ook. Zonnig begin, maar aan het eind zwaar bewolkt. Temperatuur eerst een graad of 23, later op de middag onder de 20. En morgen? Morgen is er weer een dag. We hebben drie keuzes: fietsen, een dag (bijna) niksdoen of de tram naar het zuiden, richting de Panne. Je hoort het morgen.







donderdag 29 augustus 2024

nazomertocht 2024 – 8: beelden aan zee

We hebben Zeeuws-Vlaanderen gedag gezegd. Deze keer alleen het oostelijk deel gezien en dan van dat deel nog maar een stukje. Had al verteld dat Zeeuws-Vlaanderen met een bevolkingsdichtheid van 147 inwoners per vierkante kilometer een dunbevolkte regio voor Nederlandse begrippen is. Het stuk waar wij verkeerd hebben spant dan helemaal de kroon. Waarom is dit stukje van Zeeland eigenlijk nog onderdeel van Nederland en niet van België, vroeg ik me af. Het huidige Zeeuws-Vlaanderen maakte tot rond het jaar 1600 deel uit van het graafschap Vlaanderen met als belangrijkste plaatsen Hulst (stadsrecht 1180) en Sluis (stadsrecht 1290). De klad kwam erin tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Tijdens deze oorlog werd een aantal kerel om militaire redenen land onder water gezet. De militaire inundatie van 1583 was wel de meest ingrijpende: er ontstonden nieuwe zeegeulen die vaak meer dan tien kilometer het binnenland in gingen. Polders werden weer schorren en uiteindelijk bestond wat we nu Zeeuws-Vlaanderen noemen voor een deel uit eilanden, waarvan er slechts enkele bewoonbaar waren. De Staats-Spaanse Linies werden aangelegd en deze zouden de latere grens markeren tussen Staats en Spaans Vlaanderen. Na de Tachtigjarige Oorlog was Staats-Vlaanderen een van de generaliteitslanden van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Generaliteitslanden waren gebieden die onder gezag van de Staten-Generaal vielen en dus geen eigen regering hadden. Het bestuur werd uitgeoefend door de Raad van State. Staats-Vlaanderen omvatte ruwweg het huidige Zeeuws-Vlaanderen, hoewel de landkaart er in die dagen geheel anders uitzag dan tegenwoordig. Zie bijgevoegde kaart, situatie 1648. Je ziet dat er nog meer generaliteitslanden waren (alle lichtblauwe gebieden op de landkaart). Generaliteitslanden had ook geen stem in het landsbestuur van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Omdat het zo leuk is: hieronder een kaart van Zeeland uit 1575.



Nog twee keer dreigde Zeeuws-Vlaanderen Belgisch te worden. In 1815 werden België, Nederland en Luxemburg na de Napoleontische Oorlogen samengevoegd. De Belgen wilden en kregen hun onafhankelijkheid in 1839. Graag had België dit stukje Nederland willen hebben, maar historische grenzen werden hier leidend. De tweede keer was het na de Eerste Wereldoorlog (in die oorlog was Zeeuws-Vlaanderen van België gescheiden door de Draad des Doods, een levensgevaarlijke grensversperring. België vond dat Nederland gestraft moest worden voor zijn neutraliteit en voor het feit dat aan de Duitse Keizer Wilhelm II politiek asiel was verleend. België wilde als “compensatie” Zeeuws-Vlaanderen annexeren. Deze annexatiewens werd België overigens geweigerd op de conferentie van Versailles waar de geallieerden de vredesvoorwaarden en aanverwante zaken bespraken.

donderdag 29 augustus: @ bredene

Op naar het Belgische land en wel naar Bredene, een plaats in West-Vlaanderen aan de kust. We konden er een plekje vinden, zij het met moeite en dat ondanks het feit dat de gemeente meer dan 30 campings op zijn grondgebied heeft en vooral leeft van het toerisme. Of Bredene zo druk is omdat het als enige badplaats van België een naaktstrand heeft vertelt de geschiedenis niet. We worden een paar dagen Bredenaars tussen de Bredenaars. Nog wat te vertellen? Ja: Bredene heeft geen zeedijk maar een ononderbroken duinenrij en dat is een unicum voor de Belgische kust. De rit naar Bredene moest wel een beetje “leuk” worden, vandaar een tochtje langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen.

Een sas is een sluis, alleen als je in Sas van Gent op zoek gaat naar een sluis kom je bedrogen uit: hij is er niet meer, dat wil zeggen: men zegt dat de sluis er niet meer is, maar als je gaat zoeken op “oude sluis Sas van Gent” kom je bij nevenstaande foto uit. Heb het verder niet uitgezocht. Even in het kort: de geschiedenis van Sas van Gent hangt samen met de zoektocht van de stad Gent naar een verbinding met de zee. In de 13de eeuw hadden de Gentenaars de Lieve gegraven, die de stad via het Zwin met de zee verbond. Na de verzanding van het Zwin in de 15de eeuw moest men echter een nieuwe vaarweg vinden, dat werd een vaart richting noorden naar de Honte. Bij de Graaf Jansdijk moest men stoppen, de dijk mocht niet worden doorstoken. Goederen moesten worden overgeladen. Uiteindelijk kreeg men toestemming om de Sassevaart te graven en een sluis te bouwen. Het openingsfeestje kon in 1551 gevierd worden. Al snel werd er een schans gebouwd om de sluis te beschermen. Bij de sluis ontstond een kleine nederzetting. In 1572 vielen de Watergeuzen (we zitten dan in de Tachtigjarige Oorlog) Sas van Gent binnen, vernielden de sluis en het dorp op tien huizen na. Pas in 1577 kon er weer door het sas gevaren worden. Maken we voor de leesbaarheid van dit stukje even een grote sprong naar 1823. België en Nederland waren één, Zeeuws-Vlaanderen zag er al een beetje anders uit en koning Willem I besliste om de Sassevaart te verleggen naar Terneuzen. In Terneuzen werden twee sluizen gebouwd en al vier jaar later kon je eerste schepen door het nieuwe kanaal zien gaan. Het schrijven van deze tekst duurde langer dan onze reis door Sas van Gent, met een paar minuten waren we er uit. Misschien een keer bezoeken, later als we groot zijn.

Kwamen natuurlijk weer net in de middagpauze aan bij camping Minnepark in Bredere. Bus 180 graden gedraaid en even boodschappen doen bij de Aldi-net-om-de-hoek. Ongeveer hetzelfde prijsniveau als Nederland: sommige dingen wat duurder, andere wat goedkoper. Opvallend: hier doen ze nog niet aan statiegeld op blikken en flesjes en de sigaretten liggen nog open en bloot in de supermarkt. Morgen wat meer over deze plaats, heb voor vandaag stof genoeg en ruimte tekort. Eén van de redenen om voor de Belgische kust te kiezen is de Triënnale Beaufort, een driejaarlijkse tentoonstelling langs de zeedijken, stranden en duinen van de Belgische kustlijn. Uit de voorbije edities van de Triënnale aan Zee bleven verschillende kunstwerken van nationale en internationale kunstenaars staan. Zo ontstond het Beaufort Beeldenpark dat ondertussen al meer dan 40 werken telt. Een paar nieuwe kunstwerken erbij en voilà: je hebt maar zo een unieke openluchttentoonstelling in het prachtige decor van zand en zee. Vandaag kwam er een derde z bij, de z van zon. W had al eerder een bijbehorend boekje gescoord en ik een paar gpx-bestanden van fietsroutes langs de beelden. Vandaag de kustplaatsen De Haan, Wenduine en Blankenberge aangedaan.













We zitten weer in een rooms gebied: fijn voor C te L, de kapelletjesverzamelaarster. Op onze terugtocht kwamen we een exemplaar uit 1933 tegen. Deur zat dicht: we dachten eerst dat Maria en Jozef dat kunststukje van zo'n 2000 jaar geleden aan het herhalen waren, je weet wel: die onbevlekte ontvangenis. We waren te snel: deur kon open en Maria stond gewoon te staan in een niet compromitterende houding. Voor de statistieken: Maantjeskapelletje in Blankenberge.


Een mooie dag, net geen 100 kilometer met de bus. Rijtemperatuur dalend van 24 naar 20 graden. Later op de fiets weer wat oplopend. Wisselend bewolkt. Precies 40 kilometer op de fietsteller. Zon op/onder: 06:55/20:41 (gegevens Bredene). En morgen? Morgen is er weer een dag. Het wordt fietsen of een dag met de kusttram, we beslissen morgen: een en ander is afhankelijk van het weer.