Kreeg van verschillende kanten te horen dat ik maar nonchalant omgesprongen ben met de term “Kinderkruistochten”, een paar verhaaltjes gelee. Of ik niet teveel was beïnvloed door Kruistocht in spijkerbroek, een jeugdboek van Thea Beckman dat in 1973 op de markt kwam en waarin de Kinderkruistocht (met warempel jonge kinderen als deelnemers) vanuit het oogpunt van een jongen uit de jaren 70 van de vorige eeuw wordt bezien. De hoofdpersoon is met een tijdmachine naar de middeleeuwen verplaatst en omdat terugkeren geen optie is, sluit hij zich aan bij de daar passerende Kinderkruistocht, die uit Duitsland komt. In werkelijkheid ging het bij de Kinderkruistochten (eentje vanuit Duitsland en ook een uit Frankrijk) rond 1212 niet alleen om kinderen, maar bestond de stoet voor een groot deel uit jongeren en groepen volwassenen. Het waren vooral mensen uit de lagere sociale klassen, geen groepen edelen met hun gevolg. Een groot misverstand dus, kort samengevat: “Het zou kunnen dat de voorstelling van een "Kinderkruistocht" berust op een taalkundig misverstand. Het Latijnse woord 'puer' kan niet alleen "kind" of "knaap" betekenen, maar ook "knecht". Daarmee werden vooral jonge kinderen uit boerenfamilies aangeduid, die meestal hooguit dienst deden als herders of dagloners en zo een arme onderklasse van het platteland vormden.” Als je echt een meer op historische bronnen en kronieken gebaseerd verhaal wilt lezen moet je op zoek gaan naar Het verhaal van de Kinderkruistocht van Flip G. Droste. Ik schrijf ook soms maar wat want is het niet zo wat de Heilige Bernardus ooit gezegd heeft: "Elk woord dat je schrijft is een klap die de duivel treft".
donderdag 27 juni: @kotten
Bij het krieken der dagen (ik kriekte om iets voor zeven) beloofde het weer zo'n “fijne” dag te worden met om 09:00 uur al een temperatuur van 25 graden, ja buiten – over binnen hebben we het even niet. En als je dan het vaste rondje gemaakt hebt via Beter Spellen, Buienradar, de diverse mailboxen en de site https://www.nutteloze-feiten.nl en tot de ontdekking bent gekomen dat het vandaag de Internationale Dag van de Micro-, Kleine en Middelgrote Ondernemingen is en dat je nog steeds geen onzin verkondigt wanneer je te zijner tijd scrabbelt in een crèche (spellingtest) is het tijd om het ontbijt buiten naar binnen te werken (oeps: die hebben we gisteren al gehad) en voorbereidingen te treffen voor een nieuwe “tocht der tochten”. Maar niet nadat we geluisterd hebben naar de tekst van het tegeltje “maakt u hier na een lange zit, het porselein weer helder wit?”Wat later vertrokken vandaag, we dachten op die manier de grote meute te kunnen ontlopen en genieten van weidse uitzichten in plaats van te turen naar de konten van onze fietsers voor ons. En dat hadden we goed gedacht. Tot aan de laatste controle-/pauzeplek hebben we het rijk voor ons alleen gehad. Mooie route op dag drie. Het eerste stuk was totaal overbodig. Na 10,5 km fietsen zagen we ons campertje weer: de route ging over camping Renskers. Volgens mij waren het overbodige kilometers, volgens W zijn alle kilometers die we op de fiets afleggen overbodig: we komen altijd weer op het uitgangspunt terecht. Nog even en ze zegt dat het hele leven overbodig is: je wordt geboren en uiteindelijk ga je dood. Uit de routebeschrijving: “Kotten is ten oosten gelegen van Winterswijk. Tussen Kotten en Winterswijk ligt nog de buurtschap Brinkheurne. Kotten ligt tegen de grens met Duitsland, direct over de grens ligt het Duitse dorp Oeding, een buurtschap van Südlohn. Met dit dorp was er in de loop van de geschiedenis veel verkeer, zowel gewone handel, smokkel als vermenging. Veel familienamen, zoals bijvoorbeeld Hoitink, zijn gangbare namen en te vinden aan beide zijden van de grens”. Oeding was echter pas de tweede pauzeplek, de koffie mochten we nuttigen bij Het Winkel, het terras van de foute camping. Komoot vandaag laten "meelopen" tijdens de route. Over lusjes gesproken.
Na dertig kilometer kwamen we bij de grote vreetschuur “Bistrorant XXL” in Oeding aan, waar het weer erg moeilijk kiezen was: Currywurst oder Bockwurst. Nein für ein Bier ist es noch zu früh, al dachten veel Duitsers daar anders over. De eerste vermelding van een boerderij met de naam Oeding dateert uit 1170. Toen de toko in 1353 verkocht werd was er sprake van een burcht, die een paar keer werd verwoest en weer werd opgebouwd. Uiteindelijk bleven alleen de gewelven en de toren (die dateert uit de tweede helft van de 15e eeuw) over. Deze toren maakt sedert 1979 deel uit van een hotelpand dat volgens W een Nederlandse eigenaar heeft. De grenzen tussen Nederland en Duitsland die we overstaken waren van het groene soort. Afbeelding laat de situatie uit 1599 zien.
Volgende waypoint werd gevormd door de Steengroeven. Opnieuw de routebeschrijving: “[...] De groeve is sinds 1932 in gebruik. Tegenwoordig geëxploiteerd door de firma Ankerpoort. Er wordt Muschelkalk gewonnen. De kalksteen wordt vermalen en voornamelijk gebruikt in de wegenbouw (asfaltbeton) en in de kunstmestindustrie. […] Hier heeft zich een bijzondere flora en fauna ontwikkeld”. De schrijver vergeet te vermelden dat de oehoe hier al jaren met succes nestelt. Ook dit jaar weer volgens https://www.gld.nl/nieuws/8100352/de-oehoe-is-de-grootste-en-hier-zit-hij. De foto is van dezelfde site.
Ons laatste routepunt was de Korenspieker Kössink. Laten we er met Pinksteren net geweest zijn tijdens ons familieweekend. De foto is van toen, nu kon je er over de koppen lopen. Via (deels) een alternatieve route kwamen we bij de ANWB in Winterswijk terecht. W vond dat ik hoognodig een nieuwe korte broek moest hebben en dan heb je maar te luisteren. 63 kilometer gaf Komoot aan toen we de fietsen weer achter ons busje parkeerden. Een mooie tocht en een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan niet fietsen, tenminste geen tocht van de fiets4daagse: kleinkinderen moeten worden opgepast en gevoerd.