Tijdens onze fietstochten in de Winterswijkse omgeving stuitten en stuiten we regelmatig op namen van oud-onderwijzers. Pik er even twee uit: Gerrit Jan Meinen en Bernard Stegeman. Beiden leefden in een periode dat het beroep schoolmeester nog wat voorstelde en beiden hebben hun opleiding tot onderwijzer gevolgd op de normaalschool van Winterswijk. Laat ik daar nu heel weinig over terug kunnen vinden. De term “normaalschool”, later ook “kweekschool” is een verouderde benaming voor opleidingsinstituut voor onderwijzend personeel aan een lagere school, ruwweg voorlopers van de huidige PABO. Toegegeven: de werkwijze was iets anders, het eindresultaat hetzelfde. En yep: ik ben begonnen op de kweekschool en uiteindelijk aan de PA afgestudeerd. De Pedagogische Academie is in 1985 toen de Wet op het Basisonderwijs de kleuterschool en de lagere school liet fuseren tot basisschool veranderd in Pedagogische Academie Basisonderwijs. Ook een fusieschool: PA en KLOS (opleiding voor kleuterleidsters) gingen voortaan samen door één deur. Was bij W en mij al in 1972 het geval toen we gingen samenwonen. En om eerlijk te zijn: de dure naam van de opleiding was omgekeerd evenredig aan de inhoud.
Zowel Gerrit Jan Meinen (1881–1934) als Bernard Stegeman (1877–1952) waren niet alleen schoolmeester maar deden veel meer. Meester Meinen is vooral bekend geworden door zijn verhalen in het dialect over belevenissen van gewone mensen uit de Achterhoek. In zijn laatste levensjaren schreef hij met veel succes in de Graafschapbode over de avonturen van Knelis, Willem en Mieken, 't hundeken. In Winterswijk is hiervoor in 1987 een monument opgericht (zie afbeelding onder deze alinea). Behalve schrijver van diverse genres en een schrijver die over allerlei onderwerpen schreef, was hij ook een zeer verdienstelijke tekenaar van (didactische) illustraties van de natuur. Meester Stegeman was hoofd van school “M”. Hij heeft veel geschreven over de folklore en de geschiedenis van de streek. Enkele van zijn werken: “Het Kerspel Winterswijk”, “De Achterhoekse Möpkes”. Tijdens wat onderzoekwerk kwam ik twee foto's tegen uit schooljaar 1962-1963. Op bijgaande foto staat W. Maak er maar een zoekplaatje van. School “M” is later hernoemd tot “Meester Stegemanschool”.
zaterdag 29 juni: @kotten
Ons veldje op camping Renskers begint leeg te lopen, het standaardarrangement Fiets4daagse bestaat uit vijf overnachtingen. W had er tijdens het reserveren al een extra nachtje bijgeboekt: een kleine afkickperiode. Uitslapen (W dan), uitgebreid ontbijten en rustig de ochtend doorkomen tot het digitale kwik in de thermometer een dusdanige hoogte heeft bereikt dat het zonder gevaar voor bevriezingsverschijnselen verantwoord is om niet al te dik gekleed maar toch “decent” op de fiets te stappen. Het vertrek van de fietsers wordt ruim gecompenseerd door de komst van de Duitsers die hier een staplaats hebben en in deze tijd van het jaar alleen das Wochenende in hun Wohnwagen komen doorbrengen. Een aantal dagen heeft de luifel de nodige schaduw geboden. Gisteren ingedraaid omdat we de hele dag weg waren.
Onze route ging vandaag naar een bekend gebied, waar W minstens één keer per week komt: de plek waar de zuurstokken broeden, het Zwillbrocker Venn. De sterren van de waterplas direct aan de Nederlandse grens hielden zich goed schuil: geen flamingo van deze noordelijkste kolonie van Europa te zien. Maar er was genoeg ander moois te bewonderen: natte weiden, heidevelden en ondiepe meren. En natuurlijk duizenden krijsende meeuwen, het heet niet voor niks de meeuwenkolonie. Dat rare vierkantje in de route (boven Zwillbrock) was onze zoektocht naar een of ander ander vennetje, niet gelukt.
Heb je je hoofd voldoende ingepakt, vergeet je dat je daar niks aan hebt tijdens een fietstocht over het commiezenpad. Waren er nog maar van die grenswachters of douaniers die smokkelaars proberen te betrappen, dan was het pad een beetje beter begaanbaar geweest. Het was stil, commiezen zijn er al jaren niet meer en ook gewone wandelaars hebben we niet gezien. Normaal mag ik geen mountainbikepad van W meer in en nu koos ze zelf voor het Braamstruikse Binnenpad, met de nadruk op “braamstruiken”. En als je het nog niet weet: braamstruiken hebben doornen en die kunnen een aardige ravage aanrichten bij een oude man met bloedverdunners.
Nog even wat boodschappen doen in Oeding en we kunnen vanavond (met wat restanten van de bbq van gisteren) weer een voedzame maaltijd op tafel zetten. Een mooie dag. Wanneer die doorns niet hun werk hadden gedaan waren we volkomen “zen” thuisgekomen. En morgen? Morgen is er weer een dag. Aan alles komt een eind, we gaan opbreken. We moeten onder meer naar een theatervoorstelling van twee kleinkinderen. Misschien later in de week weer een klein tochtje met het bussie?