noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 30 april 2023

voorjaarsreis 2023 – 16: thuis in ittervoort

Heb me gisteren een hele tijd af zitten vragen waarom ik wel een plaats ken met de naam “Châlons-sur-Marne” en “Châlons-en-Champagne” me onbekend voorkomt. Uiteindelijk was Google weer mijn grote vriend en die kwam met het feit op de proppen dat in 1997 “sur Marne” werd vervangen door “en Champagne”, zodat de stad weer de naam kreeg die zij ook voor de Franse Revolutie had gedragen. Waar een mens al niet mee kan zitten! Moet je eerlijk bekennen dat we de plaats alleen bekeken hebben toen we met onze Puzzel door door de stad stapvoetsten. Ja: het was druk en dan krijgen we meteen de neiging om zo’n stadje negatief te beoordelen. Foto van de kathedraal is geleend van Wikipedia. Uit het VVV-foldertje: Ontdek het "Bruisende Venetië": een verbazingwekkende stad met een rijke geschiedenis. Châlons-en-Champagne is een bevoorrechte plaats voor de distributie van de beroemde champagnewijn die wordt geproduceerd in de omliggende wijndomeinen.

zaterdag 29 april: @ ittervoort

De camping heeft een prettige afwerkplek, dus alles wat geleegd moest worden werd leeggemaakt en de watertank een beetje gevuld. Fijn geregeld zo, kunnen we er weer een paar dagen tegen. Nog 4,5 uur rijden”, verzuchtte mijn bijrijdster toen de slagboom van de camping om goed negen uur voor ons openging. Het werd gezegd op een toon die ze gewoonlijk bewaart voor een wortelkanaalbehandeling en neem van mij aan dat dat lang geleden is. Solidair als ik ben, zuchtte ik met haar mee (vrij naar Jerry Goossens) en drukte twee keer op AUX waardoor mijn stick muziek begon te leveren. 

Er staan zo’n 800 nummers op de stick en ze worden random afgespeeld. Is het dan toeval dat ik juist vandaag veel Leonard Cohen hoorde? 

Hij mag op mijn crematie gedraaid worden: lekker zo’n monotone, melancholieke stem. Zou er trouwens ook een soort van melancholisch van worden wanneer je op je 70ste verjaardag tot de ontdekking komt dat je ex-vriendin en zaakwaarneemster (Kelley Lynch) er met al je pensioengeld vandoor is, waardoor je noodgedwongen weer moet gaan optreden. Werd trouwens een grote hit die wereldtournee. In 2016 overleed Leonard op 82-jarige leeftijd. Op mijn stick leeft hij voort.

N77 (of iets wat er op lijkt) had ik beloofd, al werd het niet helemaal Sedan. Vanaf Châlons-en-Champagne ging het noordwaarts over de D977 door het glooiende gebied van het departement Marne via Suippes. Lange rechte stukken weg, door akkerland en weinig bebouwing. Ook in het departement Ardennes is de ex-N77 als de D977 genummerd. Een beetje een trage weg, ook omdat het gebied heuvelachtig wordt, namelijk onderdeel van de Franse Ardennen. Het verkeer is sneller af via de A34, die hebben we dan uiteindelijk ook maar genomen (na heel veel D977 en D987) waardoor we Sedan gemist hebben. Nou ja gemist? Dit deel van Frankrijk is niet echt mooi te noemen, het aangrenzende deel van België evenmin; verbetering: nog minder. Luik en Maastricht graag vermijden was de opdracht van Hoofd Routes, dus via Hasselt en Maaseik naar Ittervoort.

Ernstig druk op Camperplaats Ittervoort. De oude eigenaren Jan en Geert zijn nu waarschijnlijk zelf op pad met hun camper, want inmiddels beiden met pensioen. Nieuwe lui (Esther en Mark) hebben het zaakje overgenomen. Verder is er weinig veranderd. We komen hier graag wanneer we terugkomen van een reis vanuit het zuiden. Prima plek om weer even te wennen aan Nederland. Deze keer vooral aan het weer: kon het gisteren nog af met een truitje, vandaag de winterjas en de handschoenen weer aan, want 14 graden.

We komen nu al jaren in deze regio en elke keer lukt het ons om een fietsroute in elkaar te prutsen met voornamelijk onbekende stukken. Zo ook vandaag weer. Akkoord: Kinrooi is bekend (volgens W was ze er nog nooit geweest en het aspergemonument kwam haar heel onbekend voor. Ik had wat meer moeite met Onze Lieve Vrouw van de Zeven Weeën. Zo heeft ieder zijn tekortkomingen. Veel asperge-akkers onderweg en warempel ook een veld met ouderwetse rabarber, jaren niet gezien. En omdat we een groot deel van de tocht op de grens fietsten een nieuw stuk Dodendraad en uiteraard de nodige grenspalen. Ruim 35 kilometer op de fietsteller: genoeg voor vandaag. Vanavond nog zelf koken, morgen ons galgenmaal bij de plaatselijke Chinees.




V: 194.184; A: 194.530. Rijtemperatuur: 12 – 8 (in de Ardennen) – 14 graden. Later in Ittervoort tijdens de fietstocht 15 graad. Tijdens het rijden af en toe een spatje, goed voor een schone voorruit. Droog tijdens het fietsen. Zon op/onder: 06:12/20:56 (gegevens Ittervoort). Een mooie dag met een verrassende fietstocht. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven nog een dagje thuis in Ittervoort.





zondag 30 april: @ ittervoort

Zondag, tijd voor “de toestand in de wereld” door mr. G.B.J. Hilterman, jarenlang bij de AVRO gepresenteerd op de zondagmiddag. Echter een paar probleempjes: allereerst is Gustavo Bernardo José (zeg maar Guus) al een kleine 23 jaar dood. Ten tweede: de man was zo rechts dat Wilders er bij zou verbleken. En ten derde: toen ik aan Hilterman dacht was het nog geen middag en toen het middag was had ik wat anders aan mijn hoofd dan die rechtse rakker. Heb er vroeger wel regelmatig naar geluisterd, niet omdat ik toen politiek anders in de wereld stond, maar omdat de beste man van die fantastische zinsconstructies gebruikte en zijn verhaal vertelde op een heerlijke gedragen toon. En het voornaamste: ik had toch op zondagmiddag om één uur niks anders te doen terwijl anderen naar de voetbal gingen en het nog te vroeg voor de kroeg was. Sinds zijn allerlaatste column (november 1999) is er nog niet veel veranderd in de wereld. Hilterman besloot toen zijn commentaar met "De tijd van eeuwige vrede is nog niet aangebroken, en dat zijn mijn laatste woorden over de toestand in de wereld, het ga u allen wel." Dat zijn overlijden door NRC Handelsblad werd afgedaan met een grapje: "Mr. G.B.J. Hiltermann spreekt over de toestand in de andere wereld." vond ik dan weer minder.

W vond het gisteren maar vreemd: foto’s van rabarberplanten en een aspergemonument. Toen ik haar vroeg om een straatnaambord te fotograferen kreeg ze helemaal de kriebels. “Wat moet je hier nu weer mee?” Het ging om het bordje met de naam “Doorslagstraat”. Heerlijk zo’n woord: kun je zoveel kanten mee op. Iets kan de doorslag geven, met andere woorden “kan bepalend zijn voor de beslissing”. Dan kennen we doorslag ook nog in de vorm van gereedschap: een drevel die gebruikt wordt voor diamantbewerking of een stift om koppen van spijkers in het hout te drijven. Dit laatste in combinatie met een hamer. Het mooiste gebruik van het woord doorslag vind ik wanneer we het hebben over afschrift, carbon, duplicaat. Gaan we terug in de tijd toen je voor je typediploma moest kunnen aantonen dat je een brief kon tikken met doorslag en envelop. En dan vooral het carbon met de goede kant tussen origineel en doorslagvelletje doen, ander krijg je je brief in spiegelschrift op de achterkant van je origineel.

Het zou een mooie dag worden met veel zon, weinig wind en het voornaamste: géén regen. Natuurlijk moesten we onze voorjaarstocht afsluiten met een eindje fietsen. Deze keer niet langs de Maas (mooi weer, zondag en dan ook nog in een vakantieperiode is vragen om filefietsen), maar via wat ongebaande paden door het Belgische land richting Weert en dan terug naar de camper. Zoals gebruikelijk weer een heel schitterend ritje met een klein mountaintrackgehalte (kilometer of 8), een bezoekje aan de watermolen van Ittervoort en een terrasje bij het station van Weert. De werkelijkheid was nog mooier: het werd zelfs 19 graden vandaag!

Gisteren al langsgefietst: de Schouwsmolen net buiten Ittervoort. Aan de Itterbeek dus en al sinds 1252 ligt er op deze plek een watermolen. In 2015 is de oude watermolen gerestaureerd en wordt er als vanouds graan gemalen. Tevens kan het molenrad met behulp van een generator stroom opwekken. De Itterbeek is een zijrivier van de Maas met een lengte van zo’n 27 kilometer door België en Limburg. Ooit lagen er aan dit riviertje 15 watermolens , maar in de jaren vijftig van de vorige eeuw raakten vrijwel alle molens hun professionele functie kwijt: er was geen droog brood meer mee te verdienen.

Op de grens van België en Nederland ligt het natuurpark Kempen~Broek. Inderdaad: niet met een normaal liggend streepje maar met een tilde. Best mooi gebied, gisteren ook al gemountainbiked. Je kunt het je niet zo gek bedenken of het is er: moerassen, beekvalleien, vennen, bossen, heide, hooilanden, weilanden, akkers en grootschalige landbouwgebieden. En volgens W ook veel modder, vooral heel veel modder. Samenvattend: voor elk wat wils met water als centrale thema.


En toen kwamen we in Weert aan: leuk terrasje bij het station. Men deed hier aan enkele werken van barmhartigheid: de hongerigen voeden en de dorstigen laven. En dat allemaal op een heel prettig terras in het zonnetje uit de wind. Kwamen op gezette tijden mooie donkere mensen in vooral witte kleding voorbij. W zei: “Eritrea” en ik “Koptische kerk”. W had het helemaal goed en ik bijna (de oriëntaals-orthodoxe kerk is nauw verwant aan de Koptisch-Orthodoxe Kerk, waar ze oorspronkelijk van afstamt). Wat blijkt? Deze mensen kwamen allemaal terug van de kerkdienst om vervolgens met de trein naar hun woonplaats te gaan. Sinds een aantal jaren wordt in de oude Fatimakerk in Weert op zondag een eredienst gehouden door de Eritrese Oriëntaalse Orthodoxe Tewahedo Kerk. De viering is (schrik niet) van 06.00 tot 16.00 uur, maar je hoeft niet de hele dienst bij te wonen. Mooie mensen in prachtige kleding.

Nog even een foto gemaakt van het stationsgebouw. Weer eens teveel tegenlicht, vandaar naast mijn foto eentje die ik geplukt heb van internet. Weert heeft al een station sinds de zomer van 1879. Het stationsgebouw dat er nu staat, is in 1914 gebouwd en is ontworpen door George Willem van Heukelom. Het is een in baksteen opgetrokken gebouw met een achtkantige toren, voorzien van een torenspits met stadswapen. Het is in 2008 door de Nederlands Spoorwegen (NS) verkozen tot mooiste treinstation en een jaar later uitgebreid gerenoveerd. Ooit belangrijk vanwege het goederenvervoer per spoor, tegenwoordig worden er alleen nog maar passagiers vervoerd. Onthouden! Volgende week proefwerk.

Dag is nog niet helemaal voorbij, vanavond nog een hapje eten bij de plaatselijke Chinees (begint ook traditie te worden). Daarvan krijg je morgen wel verslag als we weer thuis thuis zijn. Want dat wordt de activiteit van morgen: op naar de Kötteldiek. En was het een mooie dag vandaag? Jazeker! En weer bijna 50 km op de fietsteller.


vrijdag 28 april 2023

voorjaarsreis 2023 – 15: aan de marne

W moest gisteravond nog even naar het koekhappen en zaklopen kijken. Zijn mijn woorden, volgens W is dat volksvermaak op koningsdag allang passé. Vooruit: het zaklopen is ingeruild voor het stapelen van taartstukken (de foto is van de RVD). Heb niet zoveel met die jongens en meiden van Oranje en samen met mij denken steeds meer Nederlanders minder positief over die lui. De Volkskrant van 26 april staaft mijn mening en stelt dat veel mensen zich afvragen waarom Nederland nog een koning zou financieren die tussen de mensen wil staan, maar tegelijkertijd graag zijn privileges koestert. Noem enkele dingen van de afgelopen paar jaar (bron dezelfde Volkskrant): geheimzinnigheid over de 5 miljoen die de koning aan “onkosten” mag besteden per jaar, naast zijn normale toelage wel te verstaan, de eigenwijsheid van WA om het Kroondomein drie maanden per jaar te sluiten (om fijn te kunnen jagen, maar toch subsidie willen vangen), gedeeltelijke belastingvrijdom van leden van het Koninklijk Huis. En dan het feit dat corona iets was voor het gewone volk, maar dat de koning en zijn gezin privé wilden doen wat andere huishoudens niet mochten: op vakantie gaan en een feestje geven. De gemaakte excuses, om het ontijdige vertrek naar het luxe buitenverblijf in Griekenland, leverden pijnlijke beelden op. Samenvattend: WA begon zijn koningschap met goede cijfers. Zo had in 2014, na een jaar koningschap, 74 procent van de bevolking vertrouwen in hem als koning. Nu is dat 46 procent.

vrijdag 28 april: @ châlons-en-champagne

Fijn dat de koelkast net zo goed functioneert op gas als op stroom. Lees regelmatig verhalen van wanhopige camperaars die van narigheid aan de rode wijn op kamertemperatuur (40 graden) moesten, want geen koud bier door een niet (goed) werkende koelkast. Nog even een blik geworpen op de Loire (en de andere oever van de rivier) en we kunnen er weer een tijdje tegen zonder Nevers.


Waren we nog met onze 2CV aan het rijden (da’s pak-em-beet 50 jaar geleden) dan hadden we vandaag (en een deel van morgen) alleen maar over de N77 (of RN77) gereden. Nu is er alleen een stukje van 78 kilometer over van Auxerre naar Troyes. De oorspronkelijk N77 was aanzienlijk langer en liep van Nevers tot de Belgische grens bij Sedan over een afstand van 395 kilometer. We hebben vrijwel dezelfde weg gereden als de oorspronkelijke N77, alleen heeft dat asfalt op veel plekken een andere naam gekregen, omdat het beheer is overgedragen van de staat naar het departement. Vandaar dat we heel veel aanwijzingen met D977 (departement Nièvre), D677 (Aube) en opnieuw D977 (Marne) tegenkwamen.



Na goed vier uur rijden waren we op Camping Municipal Châlons-en-Campagne. Voor een stadcamping een beetje buiten het centrum, maar daar valt mee te leven.
Volgens mijn telefoon zit ik in Sarry (da’s een plaats een paar kilometer buiten Châlons). € 18,00 all-in (ACSI-tarief). Beetje gedateerd allemaal, maar ook daar valt mee te leven. Mooi gefietst langs het Canal Lateral de la Marne en daarna via stille weggetjes en soms verlaten dorpjes terug. Volgens Google 35 kilometer in 1:37 uur. Dan moeten we de vaart er flink ingehad hebben.



V: 193.908; A: 194.184. Rijtemperatuur 15 – 20 graden; regelmatig een bui. Conform voorspelling: droog en wisselend bewolkt in Sarry en max 22 graden. Zon op/onder: 06:27/20:53. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag: we maken de oude N77 af tot België, proberen Luik te vermijden en hopen redelijk vroeg in de middag in Ittervoort aan te komen.


donderdag 27 april 2023

voorjaarsreis 2023 – 14: halverwege frankrijk

Interview in de krant (23 april) met als titel “Spreek een vrouw nooit tegen, dat is het geheim van een lang huwelijk” trok mijn aandacht, immers: zouden mijn woorden kunnen zijn, maar zijn ze niet. De geïnterviewde is Hendrik Willems en 100 jaar. In het verhaal in de krant kijkt deze vrolijke bouwvakker terug op de eeuw die achter hem ligt en vooral: hoe kijkt hij aan tegen het heden? En dat terwijl zijn motto was: “Ben je bedonderd, ik word geen honderd”. Binnenkort zijn we vijftig jaar getrouwd, is dat een lang huwelijk? “Hou je d’rbuiten Cock”, oh nee, dat was weer een ander verhaal (Mijn naam is Cor van der Laak, en wel hierom:...). Je mag aannemen dat we inmiddels behoorlijk tegen de gemiddelde houdbaarheidsdatum aanschurken, tot die tijd maken we ons geld op en genieten ervan. En inderdaad: met zijn tweeën. Misschien is dat wel het geheim van een lang huwelijk: “samen genieten”. Kregen een lief Whatsappje van schoondochter. Best wel passend.

donderdag 27 april: @ nevers

Vroeger was alles anders, dat weten we inmiddels wel. Vroeger hadden we ook geen autosnelwegen in Zuid-Frankrijk, maar mochten we via een RN (Route Nationale) naar de Middellandse Zee. De belangrijkste was natuurlijk de RN7. In 1811 liet Napoleon Bonaparte de Route impériale 8 aanleggen van Parijs naar Rome via Moulins, Lyon, Avignon en Nice. In 1824 werd de huidige N7 gecreëerd uit deze oude route. De weg liep van Parijs via Lyon en Nice naar de Italiaanse grens en is ongeveer 1000 kilometer lang. Door de opkomst van de auto werden vakanties aan de Côte d'Azur mogelijk voor de inwoners van Parijs, Noord-Frankrijk, België en Nederland. De N7 was de aangewezen route om op die vakantiebestemming te komen. Daar ontleent de weg zijn bijnaam Route des vacances aan. Rond 1970, na de aanleg van de autosnelweg Autoroute du Soleil, nam het vakantieverkeer over de N7 af. Sinds de jaren 2000 is er opnieuw belangstelling voor de N7. De route wordt gebruikt als goedkoop alternatief voor de betalende snelweg, en als traject voor nostalgische slow travel. Vanaf Moulins tot aan Nevers hebben we vandaag de N7 gereden.

Voor we echter in Moulins waren hadden we al de nodige kilometers achter de kiezen: “binnendoor” naar Montpellier, de A750 en vervolgens de A75 (ook bekend als la Méridienne) naar Clermont-Ferrand. Geheel tolvrij, behalve het Viaduc de Millau. Heb al vaker verteld dat ik de A75 één van de meest iconische autosnelwegen van Frankrijk vind vanwege het afwisselende en soms spectaculaire landschap gedurende de 335 kilometer dat de autosnelweg lang is. In Clermont-Ferrand de RN9 (en varianten) op. De N9 (of RN9) werd in 1824 gecreëerd als aftakking van de N7 en verliep van Moulins tot de grens met Spanje bij Le Perthus. Inmiddels is het grootste gedeelte opgegaan in de A75 (Clermont-Ferrand tot Béziers). Wij hebben vandaag de N9 gereden van Clermont-Ferrand tot aan Moulins, al heeft de weg een andere nummering gekregen.


Eindbestemming was ‘s morgens bij het vertrek nog niet geheel duidelijk, we hadden een aantal varianten. Dat het uiteindelijk Nevers (de verste optie) geworden is had te maken met het weer, de tijd van de dag, ons humeur en nog een aantal niet nader te noemen variabelen. Na ruim 6 uur was ik gaar van het rijden (en dringend behoefte aan een sissend koud biertje) en W gaar van het stilzitten (dus nog dringender behoefte aan het strekken van de benen). De koelkast leverde koud vocht voor mij en de brug gaf W toegang tot Nevers. Beiden dik tevreden.

V: 193.404; A: 193.908. Rijtemperatuur: 20 (vertrek Palavas) – 15 (Massif Central-A75) – 22 (Nevers). Soms een paar druppeltjes, maar de bewolking brak na verloop van tijd. Zon op/onder: 06:39/20:51. Overnachtingsplaats: Camping de Nevers, gelegen aan de Loire; centrum op 500 meter afstand. Mooi uitzicht over de Loire op de stad. Geen stroom (te korte kabel – had 40 meter of zo nodig en dat haalde ik niet omdat één kabel ergens een kink had). ACSIprijs: € 20,30, geen stroom leverde geen korting op (heeft W wel even geprobeerd). Best wel een mooie dag, ondanks de lange reis. En morgen? Morgen is er weer een dag. We proberen om in twee dagen in Ittervoort te komen: het buffet van de Chinees aldaar willen we niet missen in het weekend. 






woensdag 26 april 2023

voorjaarsreis 2023 – 13: we gaan naar frankrijk!

Van verschillende kanten (ex-scouts) te horen gekregen dat ik niks verteld heb over de relatie Sint Joris en scouting. 23 april is de naamdag van de beschermheilige van scouting. Weet alleen nog dat ik het elk jaar heel vervelend vond dat het verhaal van Sint Joris en de draak werd verteld (door iemand met een spraakgebrek, dus er kwam maar geen einde aan). 

Korte samenvatting van het verhaal: Volgens de legende leefde in een meer bij de stad Silena in Libië een draak, die met zijn adem de hele streek en de stad vergiftigde. Dus gaven de stadsbewoners hem twee schapen per dag om zijn honger te stillen. Toen de schapen op waren, werden de mensen geofferd, aangewezen door het lot. Toen het lot op de dochter van de koning viel, bood hij al zijn rijkdom aan voor een vervanger, maar de bewoners weigerden. Dus werd de dochter, verkleed als bruid, naar de draak gebracht. Toen kwam de ridder Joris aanrijden en vroeg het meisje wat ze daar deed. Ze smeekte hem weg te gaan, anders zou ook hij omkomen. Maar de ridder bleef en toen de draak kwam, maakte hij het teken van het kruis, vocht hevig en doorstak hem met zijn lans. Daarop vroeg hij de gordel van het meisje, bond die om de nek van de draak en zo leidde hij de draak als een mak beest naar de stad. Toen ze in de stad aankwamen zei Joris dat ze in God moesten geloven en zich laten dopen, dan zou hij de draak doden. Iedereen liet zich dopen, waarna Joris het hoofd van de draak afsloeg.” Na dit saaie verhaal volgde elk jaar weer de uitleg: iets met ridderlijkheid of zo. Wil je het hele verhaal lezen, kijk maar even op https://www.scouting.nl/sintjoris.

dinsdag 25 april: @ palavas-les-flots

Afscheid van camping Riembau in Platja d’Aro. Niks mis mee: op zondag Spaanse drukte, maandag heel rustig. Mooi zwembad, alleen nu nog te frisjes. In het hoogseizoen krapjes om in en uit te draaien, nu voldoende ruimte vanwege lege percelen. Weersverwachtingen worden door alle weervoorspellende sites voor de komende dagen bijgesteld. Reden voor ons om langzaam maar zeker te verkassen naar het noorden. We hebben nog precies één week om thuis te komen en het zal zo’n 1500 kilometer zijn, afhankelijk van de route die je door Frankrijk kiest. Dus voldoende tijd om op gezette tijden een rustdag in te lassen. Palavas is al jaren (samen met Saintes-Maries-de-la-Mer) een pleisterplaats aan de Franse Middellandse Zee. Deze keer werd het Palavas omdat dat dichter bij de A75 ligt, da’s dus nu en over een paar dagen minder kilometers maken. Boodschappen doen bij de Aldi in Platja d’Aro, niet van ons geloof gevallen maar de parkeervoorzieningen voor ons busje waren veel beter. Kwaliteit van de boodschappen niet (vonden we). 

Nabij Gerona de AP7 op (gratis tegenwoordig) en die gaat op de grens met Frankrijk naadloos over in de (betaalde) A9 die we gevolgd hebben tot aan Montpellier (€ 32,00 tol). Waarom tol? We wilden op tijd aankomen bij Aire Camping Cars - Paul Riquet (code Campercontact 1.581) omdat we al een paar keer gemerkt hebben dat deze in de loop van de middag volloopt. De laatste keer konden we met veel bidden en smeken nog een noodplekje krijgen, vandaag geen vuiltje aan de lucht: een leuke stek met niet veel lawaai van de weg (D62E2). De kosten? Net als vorige keer € 20,00, all-in.


Installeren en fietsen, daar zijn we hier voor. Vandaag een “wilde route”, omdat Komoot en de Franse wetgever het vandaag weer eens niet eens waren over de toegankelijkheid (en zelfs aanwezigheid) van bepaalde paden. Geen probleem: we hebben weer eens een deel van de omgeving gezien die we nog nooit eerder hebben bewonderd.


Bij de kathedraal van Maguelone (ergens 
op een verlaten plek ergens tussen Palavas en Villeneuve-lès-Maguelone) waren we al eens eerder. De kathedraal is in het begin van de elfde eeuw gebouwd, inclusief een kloostermaar al eeuwen eerder stond op deze plek een kerk. Neem aan dat je niet geïnteresseerd bent in het verhaal dat de bisschop in 1536 zijn zetel verplaatste van Maguelone naar Montpellier en dat kerk en klooster toen in verval raakten. In 1852 ontfermde een rijke stinkerd zich over het terrein en de gebouwen en startte een restauratieprogramma. Tegenwoordig is het een werkondersteuningscentrum, beheerd door de Compagnons de Maguelone, dat zich inzet voor de re-integratie van volwassenen met een verstandelijke handicap en de missie van gastvrijheid van de kathedraal voortzet. De activiteiten van het centrum omvatten werk in de landbouw, aquacultuur , visserij en outsourcings­activiteiten. Om een beetje geld binnen te halen wordt er elk jaar een muziekfestival gehouden en dan geen pop, maar middeleeuwse en renaissancemuziek. Beetje barok erbij en het feestje is compleet.



V:
193.116; A: 193.404. Rijtemperatuur: 14 – 21 graden, met een dipje (16 graden) in een regenbui – ruitenwissers op intervalstand. Later in Palavas zon en 22 graden. Mooi fietsweer, wel een beetje wind (en ja: genoeg flamingo's te zien!). In de avond een verdwaalde regendruppel, maar toen zaten we binnen. Zon op/onder: 06:46/20:38. Een mooie dag, vooral de fietstocht van 30 kilometer. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven nog, want er moet gefietst worden.

woensdag 26 april: @ palavas-les-flots

Niks gehoord van de drukke weg, W een beetje maar heeft er ‘s nachts geen last van gehad. Het is altijd goed toeven in Palavas-les-Flots: het heeft een beetje een mediterraans sfeertje: een haventje, zee, palmbomen en niet te vergeten de flamingo’s. Het plaatsje is ook wel leuk, alleen een beetje (veel) toeristisch.

We zijn hier om te fietsen en dat hebben we ook gedaan vandaag. Fantastisch weer daarvoor: rond de 20 graden, halfbewolkt en niet teveel wind. Je kunt in Palavas alle richtingen op, behalve zuid (dan kom je in het grote water). Ging het gisteren westwaarts vandaag richting oosten: La Grande Motte en Le Grau du Roi. Aan elkaar geknoopt door een fietsroute die voor een deel afkomstig is van l’Héraut à velo. Noem ik meteen twee plaatsen die een totaal verschillende oorsprong hebben. La Grande Motte is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw op de tekentafel van architect Jean Balladur, die zich heeft laten inspireren door de piramides uit de Mayacultuur. Dit leverde witte gebouwen op met geometrische motieven als rondjes en vierkanten. De eerste steen werd gelegd in 1967 en een jaar laten kwamen de eerste toeristen. Wie op zoek is naar het authentieke Zuid-Frankrijk heeft in La Grande Motte niks te zoeken, maar moet een paar kilometer verder zijn in Le Grau du Roi.

Grau betekent “toegang tot water”, dus Grau du Roi mag je vertalen met zoiets als “Koninklijke toegang tot het water”. De geschiedenis van dit plaatsje is nauw verbonden met dat van de nabijgelegen plaats Aigues-Mortes (te ver om te fietsen, maar in een grijs verleden eens uitgebreid bekeken). Tussen beide plaatsjes ligt een landschap met meerdere moerassen, in het Frans étangs genoemd. Aigues-Mortes was tijdens de kruistochten uitgegroeid tot een van de belangrijkste havenplaatsen van de Franse kroon. Aigues-Mortes werd middels een kanaal verbonden met de Middellandse Zee. In 1570, als gevolg van enkele stormen, ontstaat er een nieuwe verbinding tussen Aigues-Mortes en de zee. Deze verbinding met zee werd verder uitgegraven. Aan de oever van deze rivier ontstond een klein plaatsje, dat eerst als onderdeel van Aigues-Mortes werd beschouwd. Pas in 1879 werd dit plaatsje erkend als een aparte gemeente, onder de naam Le Grau-du-Roi. Door de jaren heen groeide het plaatsje van vissersplaats uit tot een geliefde vakantiebestemming aan zee, mede dankzij haar prachtige stranden.



Het was lekker fietsen en het was een genot om de geur van dennen en cipressen op te snuiven, met een azuurblauwe zee eerst rechts en op de terugweg links. Enkele van de vele étangs konden trouwens behoorlijk meuren, dat was dan weer een beetje minder. Net geen 50 kilometer op de fiets. Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag: we zoeken het wat noordelijker, maar het kringgesprek moet nog plaatsvinden.