noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 30 maart 2018

opnieuw de alpujarras

vrijdag 30 maart: @ palomares

Rond middernacht begon het te waaien. Vanmorgen schuimkoppen op het water. “Ik hou alleen van Schuumkoppe als het op Texel gebrouwen is”, was de ochtendbegroeting van W die door het schudden van het busje weinig slaap had gehad. “Beter windkracht 7 pal op de bus dan over een paar weken dwars op de boot”, was mijn antwoord (terwijl ik tevreden terug kon kijken op 3 x 3 uur nachtrust). Het ontbijt werd maar even uitgesteld, dit in verband met dreigende zeeziekte van de bijrijdster. Twee kopjes koffie en een glaasje thee later namen we in absolute stilte afscheid van de acht eenheden die de nacht aan het water doorgebracht hadden en nog in diepe rust verkeerden. We schrijven dan half negen. Een uurtje later op een leuke P (in de buurt van het telefoondrama een paar weken geleden) met een voorzichtig zonnetje op het busje wat te eten naar binnen gewerkt
De route van vandaag is een absolute aanrader: eerst een stukje A346 om bij Órgiva (een toeristengat dat we deze keer links hebben laten liggen) op de A348 te komen. De weg in oostelijke richting levert totaal andere door- en uitkijkjes dan wanneer je westwaarts rijdt.

 
 
Aan het eind een stukje N340 naar het noorden door de woestijn en het wildwesttoeristencircus van Tabernas. Volgens W waren we geland op de maan: een prachtig en surrealistisch landschap. De woestijn ligt ingeklemd tussen bergketens. Door de stijgingsregens aan de andere kant komt het water de bulten niet over en blijft het vrijwel droog in dit gebied. Er groeien wat vetplanten en af en toe een struik. Volgens ons te weinig om er schapen of geiten te houden.
 

Dan de mooie A349 van Tabernas naar Olula del Rio, door de bergketens van de Sierra de los Filabres. Helaas geen plekjes om te stoppen, dus foto’s uit een rijdende auto proberen te maken.
Een groot gedeelte van de bevolking verdient zijn brood hier met marmerwinning. Uiteindelijk via de snelste weg (en dan kom je bij de A7 uit) naar Palomares. Ook al een oude bekende: ik heb er begin deze maand op camping Cuevas Mar een paar dagen in mijn eentje doorgebracht met als motto “het begint op overwinteren te lijken”. Nu zijn we gezellig met zijn tweetjes. Zien hoe lang we het hier volhouden.
Gelukkig hebben we nog wat nats en droogs in de koelkast. In Andalusië zijn op Witte Donderdag en Goede Vrijdag de winkels hermetisch gesloten, wel konden we bij een tankstation een brood scoren. Weer twee van die verplichte feestdagen. Morgen de voorraden maar eens proberen aan te vullen.
V: 110.356; A: 110.607
 
 

 

terug naar lecrín


donderdag 29 maart: @ stuwmeer van beznar

De kogel is door de kerk: géén Portugal dit voorjaar. De vooruitzichten voor dat gedeelte van het Iberisch Schiereiland zijn niet zo gunstig en W houdt van zon. Het midden van Spanje heeft wel zon maar kent veel koude momenten en W houdt van warmte. Dus besloten om de komende twee-en-een-halve week op een prettige manier via het oosten van Spanje voorzichtig huiswaarts te kachelen. Dus vandaag en morgen zien dat we in dat oosten (omgeving Vera Playa) komen. De vitamine C van vandaag kwam via de sinaasappeltjes, vitamine A zit vanavond in de worteltjes en helaas was de vitamine D-hoeveelheid wat minder dan dat we de afgelopen dagen gewend waren: de zon liet het regelmatig afweten.
Einddoel van vandaag: Embalse de Beznar waar ik de nacht van 12 op 13 maart ook doorgebracht heb. W had leuke dingen gehoord van en verdwenen herinneringen aan de Alpujarras  (die we morgen gaan doen) dus via de A382 en A384 naar Antequera (leuke stukjes weg), dan de A92 naar Granada (mooi die besneeuwde toppen van de Sierra Nevada) en het laatste stukje richting Motril (A44). Kwestie van kilometers maken.

Er stonden al twee Nederlandse campertjes geparkeerd aan het water. De bouw van de dam in de vallei van Lecrín duurde maar liefst 8 jaar: begonnen in 1977 en klaar in 1985. Het meer heeft een capaciteit van 54 miljoen m3, maar vandaag konden er nog wel een paar drupjes bij.
V: 110.024; A: 110.346

 




 

woensdag 28 maart 2018

cádiz en zo

maandag 26 maart: naar el puerto de santa maria

Frisjes bij het opstaan. Om 8:00 uur was het net 8 graden na een heldere nacht. Komt natuurlijk ook omdat door de zomertijd het verwarmingsbolletje aan de blauwe hemel wat later zijn werk kan doen. De camperplaats was deze laatste nacht niet veel soeps: al heel vroeg in de ochtend werden de eerste postauto’s – die hier in het weekend geparkeerd stonden – opgehaald. Treinen begonnen ook al om een (voor ons) onmogelijk tijdstip te rijden en het eerste vliegtuig (Ryanair naar Barcelona) mocht om half zeven het luchtruim kiezen en al snel volgden er veel meer. Als klap op de vuurpijl ging vannacht om 0:00 uur de wekker af. Sommige apparaten moesten op zondag handmatig op de nieuwe tijd worden ingesteld en W heeft schijnbaar niet helemaal de gebruiksaanwijzing van haar stappentellerhorloge gevolgd. Ze maakte het deze ochtend trouwens helemaal goed met de volgende uitspraak: “Je moet niet op je horloge kijken om te zien of je moet opstaan, maar op de thermometer”. Niet echt een aanrader deze camperplaats, maar bij gebrek aan beter…
Zo snel mogelijk naar de kust. Over het algemeen zijn de wegen fantastisch in orde: asfalt zo glad als de billetjes van onze jongste kleinzoon. Heel af en toe heeft de EU haar subsidiepotje nog niet opengetrokken en doet het wegdek meer denken aan het foekevel van ons (schoon)moeder.

We zeggen wel dat we naar Cádiz gaan, maar dat is niet helemaal waar. Onze camping Las Dunas de San Anton ligt in El Puerto de Santa Maria in de Golf van Cádiz aan de monding van de Guadelete. ’t Is maar even dat je het weet. Een leuk stadje dat het vroeger van visvangst en sherry moest hebben. Tegenwoordig is toerisme een belangrijke inkomstenbron. Veel inwoners van Jerez de la Frontera en Sevilla hebben hier aan het strand een tweede appartement voor in de zomer, als de hitte in de steden hen naar de kust doet vluchten. Aangezien het zeewater van de Atlantische Oceaan koel is vergeleken bij de Middellandse Zee is het minder populair bij buitenlandse toeristen, behalve bij camperaars: die zie je overal. Las Dunas is een Acsi-camping, dus je treft er relatief veel Nederlanders aan.

Installeren en een fietstochtje door de omgeving. Het foldertje met de door het VVV uitgezette fietsroutes heeft meer aandacht gekregen dan de markeringen zelf, die waren weer echt op zijn Spaans: hier linksaf en dan helaas geen bordjes meer. Fietsen zonder route kan ook leuk zijn en je komt verrassende dingen tegen. De Basilica Menor de los Milagros aan de Plaza de España was al helemaal aangekleed voor de vele processies die deze week ook hier worden gehouden. Leuke optrekjes overal; de bijnaam van El Puerto is “stad van de 100 paleizen”, de vaart op de West heeft deze stad (en ook Cádiz) geen windeieren gelegd. Even wat volstrekt nutteloze informatie: Columbus ontdekte hier zijn stuurman Juan de la Cosa. Deze Juan heeft in 1500 als eerste een wereldlandkaart getekend waarop het continent Amerika juist werd weergegeven.

 
 
 
 
 
 
Na de fietstocht: korte broek, T-shirt, teenslippers, de wasmand legen (prijzig wasmachinetje: € 5,00) en een grote schrobbeurt voor onszelf. Verplicht lezend in de stoel de was droog zien worden. Niet verkeerd allemaal.
V: 109.895; A: 110.024

dinsdag 27 maart: een dagje cádiz
Via een omweg op de fiets naar de boot: omweg omdat we nog wat dingen in El Puerto wilden zien, een vraagje hadden voor de juffrouw van de touristinfo en nogmaals een poging deden om een fietsroute te volgen. Het Castillo de San Marcos was volgeboekt voor vandaag: eerstvolgende mogelijkheid donderdag 11:30 uur (tenminste dat was wat ik begreep van het Anglospaans), de fietsroute (deze keer de gele) was wederom geen succes. maar de juffrouw van de I vond dat we de meest mooie processie zouden zien wanneer we ons op woensdagavond bij de basiliek zouden melden. Spanje kent veel bultjes; om van boven naar beneden te komen kun je twee dingen doen: de trappen nemen of de helling gebruiken die speciaal voor kinderwagens, rollators, ouden van dagen en fietsen zijn aangelegd. Maar ja wat doe je als oudje op een fiets, terwijl de zon nog laag in je zonnebril wordt weerkaatst? Je snapt het al. Gelukkig was het niet weer een bijna-dood-ervaring maar een leuk tijdverdrijf voor een paar Spaanse mannetjes die niets anders te doen hadden dan commentaar te geven op domme toeristen.

Nog even een hernieuwde kennismaking met de Plaza de Toros. De arena (dateert uit 1880) was nu open voor publiek zodat we konden zien dat er 15.000 toeschouwers in het rondje passen. Nog niet lang geleden is de koninklijke loge gebouwd.
 
 
Met de catamaran naar Cádiz, naar men zegt de oudste nog bewoonde stad van West-Europa (gesticht in 1100 voor onze jaartelling). Een mooie stad met niet al te veel echte oudheden (de Engelsen en Nederlanders zijn hier vroeger regelmatig aan het plunderen geweest en hebben alles wat ze tegenkwamen kort en klein geslagen). De stad is bijna geheel omgeven door water, waardoor het afgesloten van de wereld lijkt.



 


Cádiz wordt ook wel Habanita (Klein Havanna) genoemd, vanwege de gelijkenis met de Cubaanse hoofdstad. De gelijkenis moet zo groot zijn dat hier enkele scenes van de laatste Bondfilm met Pierce Brosnan (die another day) zijn opgenomen. Halle Berry (in de rol van Jinx) komt druipend uit het water, terwijl Brosnan haar aan het bewonderen is door een verrekijker lurken aan een grote sigaar. Gelukkig is het water van de Atlantische Oceaan bij Cádiz een stuk kouder dan de Straat van Florida bij Havanna zodat het bovenstuk van de bikini van Halle reusachtig mooi in beeld komt. Voor de rest denk je echt dat je in Cuba bent. Zo kan een stad ook “stand-in” zijn.

Cádiz betekende voor ons vooral wandelen: via de Plaza San Juan de Dios (waar de stoeltjes voor de processies al weer klaar stonden) en de Catedral de Cádiz (gebouwd tussen 1720 en 1838) langs alle vestingswerken van de stad en het grote water aan de linkerzijde. Mooie wandeling in het zonnetje met regelmatig een excuus om te stoppen omdat er weer een bolwerk, tuin of boom bekeken moest worden, of omdat een bankje gewoon uitnodigde om over de Atlantische Oceaan te kijken.
 
 
 
 
 
 
Terug via het Plaza de España naar een pleintje bij de kathedraal waar om kwart voor vijf een “puntmutsenoptocht” zou beginnen. De broederschap La Salud had speciaal voor ons zwarte pakjes aangetrokken. De processie was een stuk korter dan die we in Sevilla gezien hebben, maar veel plechtiger en meer kerks met rokende wierookvaten waarmee door misdienaars en acolieten kwistig werd gezwaaid. Toch petje af voor die dragers die de zware paso’s nu de bult af moeten dragen en tegen 23:00 weer bult-op naar de parochiekerk.
Genoeg gewandeld en gezien terug naar de haven waar niet alleen onze catamaran zou vertrekken maar ook twee grote cruiseschepen met veel stoombotenlawaai het ruime sop kozen. Ruzie met de controleur omdat we een kaartje van de verkeerde boot hadden en twee schoolklassen (een Spaanse en een Engelse) die een wedstrijd deden “wie maakt het meeste lawaai” ook terug van een dagje Cádiz (we hadden ze ’s morgens ook al meegemaakt). Gelukkig stonden onze fietsen nog keurig in de haven op ons te wachten, zodat we ons meteen in het avondprogramma in de camper konden storten. Een vermoeiende maar erg mooie dag.







 
woensdag 28 maart: een dag met de beentjes hoog in el Puerto
Een dag waar niet veel over valt te vertellen: beetje boodschappen doen, beetje fietsen (de derde route ook niet goed aangegeven), W een kuiertje naar zee en 's avonds naar de derde puntmutsenparade, nu in El Puerto de Santa Maria waar we vrijwel aan het begin van de processie stonden. De parade werd verzorgd door (even doorbijten) Hermandad de la Segrada Oración de Nuestro Señior Jesucristo en el Huerta y Maria Santisima de Gracia y Esperanza. Morgen "terug" naar het oosten. We blijven in Spanje: de weersvoorspellingen voor Portugal zijn minder gunstig dan die voor Oost-Spanje.
 

 





zondag 25 maart 2018

processie in sevilla op domingo de ramos

zondag 25 maart: palmzondag in sevilla

Voor de derde achtereenvolgende dag maakten we gebruik van bus 28 die ons van de hypermercado naar het centrum van Sevilla bracht. Alleen: konden we gisteren nog op een terrasje in het zonnetje genieten van de “kroketten van oma” en “camembert in een jasje”, vandaag was in het begin het pluutje nodig. “Tot iets over tweeën”, zei W met haar Iphone in de hand. Doel van vandaag: één van de negen processies bijwonen die op palmzondag (domingo de ramos) door de straten van Sevilla trekken. Twee jaar geleden hebben we voor het eerst kennis gemaakt met deze traditie in Andalusië toen we op Eerste Paasdag een optocht meemaakten van verschillende broederschappen in Carthagena: strak in de maat en perfect georganiseerd.
Andalusië is van oudsher één van de meest katholieke regio’s van Spanje. Er wordt wel eens gezegd dat zelfs de atheïsten hier met Pasen katholiek zijn. De Semana Santa (heilige of goede week) is een periode waarin verschillende koninklijke broederschappen (Hermandades genoemd) plechtig boete doen tijdens processies. We kozen voor de processie met de naam La Paz, gelieerd aan de parochie van San Sebastian. De kerk van waaruit de stoet zou vertrekken was eenvoudig te vinden: volg de meute en je komt er vanzelf. Leuk straatje gevonden met in het begin weinig publiek. Toen begon het grote wachten in de stromende regen, schijnbaar hadden de organisatoren besloten het ergste hemelwater af te wachten, zodat foto’s niet zouden worden ontsierd door regenschermen. Een uur later dan dat in ons schema stond kwamen de eerste Nazereno’s (anonieme boetelingen, vandaar de alles verhullende puntmuts) langs, de meesten op schoenen, velen op sokken en een aantal zelfs op blote voeten. Gelukkig vindt op Witte Donderdag de voetwassing plaats. Volgens de beschrijving die we van een lief dametje van de VVV eerder dit weekend gekregen hadden deden 1600 boetelingen mee. De tocht van alle processies gaat van de eigen kerk naar een paar straten in het centrum die voor alle stoeten hetzelfde zijn (waar ook tribunes zijn opgebouwd) en gaat dan via de kortste weg vanaf de kathedraal weer naar de eigen kerk.


Verschillen met Carthagena? Jazeker: hier hebben we maar één broederschap gezien (dus allemaal dezelfde kleding) en de processie in Sevilla verliep veel ongeorganiseerder. Het leek af en toe wel op het Lichtenvoordse bloemencorso: regelmatig stilstaan en er vielen gaten in de optocht. En dan natuurlijk die blote voeten. Ook hebben we in Carthagena geen mannen gezien die kruisen aan het sjouwen waren.
 

Elke processie heeft twee paso’s. Een paso is een tafelvormige constructie (je mag het ook een tableau op poten noemen). Één paso geeft een scène uit het lijden van Christus weer en de andere bevat een erg mooi Mariabeeld. Deze loodzware dingen worden gedragen door de costalero’s die regelmatig gewisseld worden. Ze mogen uren met die dingen sjouwen. Het duurde anderhalf uur voordat alles langs ons heengetrokken was. Voldoende vond ik.  W had nog wel een broederschap willen zien, maar daarvoor moesten we naar een ander gedeelte van de stad en of dat iets zou toevoegen? Het centrum waar alle processies langskomen was slechts met een bulldozer te bereiken, dus die optie viel ook af. Inmiddels was het weer goed toeven buiten. 
 
Genoeg Sevilla voorlopig. Een mooie stad, we hadden het niet willen missen. Andere dingen gezien dan een jaar of zeven geleden. Over een jaar of tien misschien wel weer.