Kennissen die dit jaar in Spanje op vakantie waren met hun camper vroegen aan mij of ik wist waarom dat juist in de zomer zoveel camperplaatsen gesloten zijn. Laat ik dat nu net een paar weken geleden gehoord hebben van een campervriend tijdens een sociaal praatje op een cp. Het heeft te maken met de Spanjaarden zelf. Dat zijn heel aardige mensen, alleen verschrikkelijk wanneer het op kamperen aankomt. Van 1 juli tot 15 september is de Spaanse vakantieperiode en de Spanjaarden hebben het zelf verpest. Heb regelmatig meegemaakt dat een camper arriveert om 23:00 uur, de kinderen gaan nog een partijtje voetballen en de barbecue wordt nog een beetje aangestonken. Ga er absoluut niks van zeggen, voor je het weet ben je een zeikerd. Het enige voordeel van het kampeergedrag van Spanjaarden is dat je 's morgens tot een uur of tien geen last hebt van kinderen, die slapen. Behalve baby's dan.
Wie die pedofiel was op de foto in het vorige blog, wilde S te W weten. Foei S te W: niet elke priester is of was een pedofiel. Het gaat om Christoph von Smid, die leefde rond 1800 en naast priester, schrijver van kinderverhalen en pedagoog was. Zijn verhalen waren erg populair en werden in veel talen vertaald. Het bekendste werk is Das Blumenkörbchen (vertaald in het Engels The Basket of Flowers). Het beeld is gemaakt door ene Maximilian Ritter von Windmann in 1859.
dinsdag 1 oktober: @ dinkelsbühl
Na een fijne, rustige nacht is het met twaalf graden (binnen) goed wakker worden. Rondetafelconferentie met als resultaat: we blijven nog een dagje in Dinkelsbühl en we houden het nog wel een paar dagen samen vol. Het blijft droog, de zon komt regelmatig haar neusje door de wolken prikken en het wordt zo'n 15 graden vanmiddag. Met een matige wind erbij is het ideaal fietsweer. Morgen gaat het waarschijnlijk regenen, dan gaan we wel verkassen. Donauwörth ligt ook te ver naar het zuiden, want elke kilometer die je naar het zuiden aflegt moet je naar het noorden terugrijden. Had een uitspraak van die voetballende filosoof met nummer 14 op zijn rug kunnen zijn.
Onze fietstocht van vandaag (wederom een heen-en-weertje) ging naar Feuchtwangen, één van de pittoreske stadjes aan de Romantische Strasse. Een deel van de rit liep langs de Wörnitz (inderdaad de Wörnitzradweg) zo'n kabbelend riviertje dat ontspringt op de Frankenhöhe en uiteindelijk zijn water laat weglopen bij Donauwörth, je raadt het al: in de Donau. Heel ander watertje dan de Tauber. De De Wörnitz is bekend om zijn talrijke meanders en wordt daarom ook Schlangenfluss (slangenrivier) genoemd. Varen kun je vergeten: zelfs voor kano's vormen de talrijke stuwen, nodig om de watermolens van voldoende power te voorzien, vrijwel onneembare hindernissen. Om je een idee te geven van de tocht hier een overzicht van de “ondergronden” die Komoot voor ons selecteerde: onverhard 1,3; kasseien 3,2, verhard 14,5, asfalt 10,9, onbekend 2,4. Kun je niet zeggen dat je niet volledig informeer. Mis ik alleen wat want mijn telwerk komt op 33,8 uit en alle cijfers moeten kilometers voorstellen.
Oud dat Feuchtwangen. Al aan het begin van de negende eeuw wordt de plaats genoemd: er lag een klooster en omdat de monniken een hoop relikwieën hadden (onder andere een spijker van het kruis van Jezus) was Feuchtwangen in de katholieke tijd een belangrijk bedevaartsoord. Naast het klooster ontstond een dorp dat in de tweede helft van de twaalfde eeuw tot stad werd uitgeroepen. Oud stadje met het bekende werk: muren en poorten (drie stuks) en natuurlijk veel vakwerkhuizen. In tegenstelling tot Dinkelsbühl is er van de muur niet veel meer over: in de negentiende eeuw zou en moest Feuchtwangen een aansluiting op het spoorwegnet krijgen en dat betekende dat de sloophamer gehanteerd werd. De eens bloeiende treinverbinding Nördlingen via Wallerstein, Dinkelsbühl en Feuchtwangen naar Dombühl bestaat al jaren niet meer. Kon daarover op de website van de Romantische Stasse onder het kopje “Romantische Schiene” het volgende vinden: “Toen in 1971 de verbinding Dombühl-Rothenburg werd stilgelegd en kort daarop de spoorlijnen werden afgebroken, verloor het traject meer en meer aan populariteit. De spoorwegen deden ook zichzelf concurrentie aan door treinen te schrappen en daarvoor parallel rijdende bussen in te voeren. Zo kwam het dat op 1 juni 1985 om 12:19 uur de laatste geplande personentrein het station van Feuchtwangen verliet in de richting van Nördlingen”. Langs het spoor kwamen we borden tegen dat de gemeente hout heeft gestort om zeldzame hagedissen (Eidechse) een romantisch leven te laten leiden.
De stad is rijk aan musea, maar helaas is daar onze museumjaarkaart niet geldig. Als het gaat regenen hoef je je dus niet te vervelen en kun je op bezoek gaan bij het Sängermuseum (inderdaad over zangkoren) of het Heimatsmuseum (ingerichte woonvertrekken van boeren en burgers met veel porselein en aardewerk). Gingen we gisteren te voet door een oude stad, vandaag mocht het op mijn manier en wel op de fiets. We kwamen wel tot de ontdekking dat we een paar weken te vroeg in Feuchtwangen zijn: van 18 tot en met 20 oktober wordt hier de middeleeuwse markt gehouden, één van de vele evenementen waar de stad bekend om staat. Hoogtepunt is natuurlijk de jaarlijkse kerstmarkt. Kwamen onszelf nog tegen op de voormalige Schweinemarkt. "Wordt toch tijd dat we morgen een camping met een goede douche gaan boeken", sprak W.
Onze indruk? Och, aardig plaatsje maar vergeleken bij bijvoorbeeld Dinkelsbühl een beetje sfeerloos. De Marktplatz was met zijn Röhrenbrunnen, het barokke stadhuis en een groot aantal vakwerkhuizen wel interessant maar de Weinmarkt van Dinkelsbühl is duizend keer mooier. Kan natuurlijk zijn dat we een beetje vakwerkhuisjesmoe aan het worden zijn. Tijd om morgen te verkassen.
Tegen tweeën waren we thuis en kreeg W eindelijk haar koffie waar ze zo naar verlangd had. Kreeg ze van mij niet in Feuchtwangen: Duitsers kunnen geen koffie zetten tenzij ze een Italiaanse achtergrond hebben en een ijssalon annex café uitbaten. Hadden ze niet daar in de stad, hebben het niet gevonden in ieder geval. Mijn wederhelft mocht het doen met een beetje mineraalwater uit een flesje en een mueslireep. En dat alles nuttigen op een bankje bij de voormalige kloosterkerk. Nog even een blik geworpen op het oude Marienaltar in de kerk. Na de koffie (thuis) ging W nog even uitvoerig aan de wandel en daarna was het tijd om samen de Edeka aan de overkant te plunderen.
Je merkt het al: een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan toch maar voorzichtig aan naar het noorden.