noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 18 oktober 2024

nog eentje dan, nog eentje dan … – 3: een verlaat verjaardagscadeautje

W zag deze dagen regelmatig treintjes of trammetjes rijden en begon te zingen “waarheen.... waarvoor....”. Tijd voor mij om in te grijpen: W en zingen is geen goede combinatie en ik beloofde haar het hele verhaal van de RandstadRail uit te werken. “Graag in eenvoudige taal, net als het NOS-journaal van vijf uur”, was haar verzoek. Ik doe mijn best. Aan het begin van deze eeuw hadden we in de Randstad te maken met een aantal min of meer losse netwerken: Zoetermeer Stadslijn (trein), Hofpleinlijn (trein), tramnetwerk Den Haag en metronetwerk Rotterdam. Door deze lijnen aan elkaar te knopen, uit te breiden en voor een deel via een ander tracé te laten lopen werd een vervoerstelsel gebouwd dat fysiek is losgekoppeld van het landelijk spoorwegnet (met uitzondering van één wissel bij de Nedtrain-werkplaats in Leidschendam, om materieel uit te wisselen is er geen fysieke aansluiting met het spoorwegnetwerk). Na alle verbouwingen en aanpassingen bestaat de RandstadRail nu uit een aantal lijnen:

  • De belangrijkste (aantallen passagiers) is metrolijn E tussen Rotterdam Slinge en Den Haag Centraal. Eigenlijk een combi tram/metro: Melanchthonweg is het station waar omgeschakeld wordt van een derde-rail-stroomvoorziening voor de Rotterdamse metro naar een stroomvoorziening met bovenleidingen voor het tramnetwerk en omgekeerd.

  • Er zijn twee tramlijnen van Den Haag naar Zoetermeer: RandstadRail 3 (Den Haag Loosduinen - Zoetermeer Centrum-West) en RandstadRail 4 (Den Haag De Uithof - Station Lansingerland-Zoetermeer). Er is ook nog een lijn 34. Deze tramlijn is een tram op de werkdagen met gecombineerde trajecten van tram 3 en 4 die alleen overdag in de spitsuren rijdt. Theoretisch is dit een afzonderlijke tramlijn.

vrijdag 18 oktober: @ zoetermeer

De camping is een prima plek om van daaruit ons nageslacht in Pijnacker op te zoeken. Eigenlijk is er maar één tekortkoming te bedenken: de camping ligt weinig beschut midden in de kale vlakte. Dus op warme dagen te weinig schaduw en op winderige dagen te fris. Volgens W valt het allemaal wel mee, ze heeft vanmiddag nog een uurtje buiten in de kiepstoel van de zon kunnen genieten en dat op 18 oktober! Een vorige keer vertelde ik dat we weinig ruimte hadden op de camperplekken, deze keer hebben we gekozen voor een veel ruimere plek op de camping zelf. Kost wat meer, maar dan heb je ook wat. Sanitair is prima. Als je hier een tijdje wilt verblijven moet je je bedenken dat er niets is in de buurt behalve ruimte (en slobeenden), dus zonder fiets (of auto) zit je in de problemen. Voor het ov moet je eerst een half uur wandelen naar de dichtstbijzijnde halte.


Een dag met voor een deel een gescheiden programma, immers W heeft een afspraakje met onze dochtert: etentje en daarna een voorstelling “Wat als?” van Claudia de Breij (https://www.claudiadebreij.nl/) in Theater aan de Schie in Schiedam.


Het eerste deel van de dag deelden W en ik samen. Het kost in deze tijd van het jaar nogal wat moeite om ons beider frêle lijfjes een verticale positie te laten innemen. Duurt zo'n anderhalf uur, dus als je bedenkt dat ik om kwart over acht voor koffie ging zorgen, weet je dat het kwart voor tien is voor we aan het ontbijt zitten. Onze fietstocht ging vanmorgen door de Driemanspolder, de Geerpolder, via de Groote Molen in de Groote Polder bij Zoetewoude-Rijndijk en langs de Vlietlanden retour naar ons busje. De Nieuwe Driemanspolder valt onder het grotere recreatiegebied regio Buytenhout. Dit is een prachtig groot aaneengesloten natuur- en recreatiegebied tussen Zoetermeer, Delft en Pijnacker-Nootdorp. Verschillende groengebieden lopen hier naadloos in elkaar over: Buytenpark, Westerpark, Delftse Hout, De Balij, Wandelbos Laakweg, Bieslandse Bos, Dobbeplas en natuurlijk de Nieuwe Driemanspolder. Onderstaand kaartje laat de samenhang tussen de gebieden zien. Het Buytenpark is eigenlijk een essentieel onderdeel van de stad Zoetermeer. Je vindt er onder meer SnowWorld en Adventure Valley. Het is er zelfs op sommige punten “heuvelachtig”. Een voormalige puinstort is afgedekt met grond en omgevormd tot natuurlijk ogende heuvels. Het is een begrazingsgebied geworden waar runderen en schapen ingezet worden om het park ”woest” te houden.



Volgens de molendatabase is De Gro(o)te Molen een wipmolen en ligt iets ten zuiden van Zoeterwoude-Rijndijk. De molen dateert uit de 17e eeuw en is gebouwd ten behoeve van de bemaling van de Gro(o)te Polder. Sinds 1968 is de molen een rijksmonument. De Rijnlandse Molenstichting is in 1973 in bezit gekomen van de Gro(o)te Molen en heeft deze in 1975 gerestaureerd. De bovenkant van de molen werd daarbij zwart geteerd, maar is naderhand weer in de oorspronkelijke blauwgrijze kleur geschilderd. De molen is maalvaardig in circuit, dat wil zeggen de molen is niet meer aangesloten op de boezem, maar pompt het water slechts rond. En als je wilt weten wat een wipmolen is is Google je beste vriend. Foto is gemaakt door W.

Wat is het hier toch mooi fietsen en wat is er nog veel groen in de Randstad te vinden. Ondanks het feit dat we hier regelmatig hebben gefietst kwamen we nieuwe dingen tegen. Had nog nooit van de Elfenbaan gehoord. De Elfenbaan is een langgerekt natuurgebied (negentien kilometer) tussen Zoeterwoude en Bodegraven. Het gebied ligt ingeklemd tussen de spoorlijn tussen die twee plaatsen en de N11, de autoweg waaraan het natuurgebied zijn naam te danken heeft. Niks feeërieke elfjes, dwergjes en kaboutertjes, gewoon de N11, want de Elfenbaan is aangelegd als compensatiemaatregel na de constructie van de N11 eind twintigste eeuw. De strook groen knoopt verschillende natuurgebieden aan elkaar en is zo een belangrijke groene schakel tussen de Reeuwijkse Plassen en het Vlietland.

En toen kwamen we door nog zo'n gebied waar we het bestaan niet van kenden: het Landgoedbos in het Cronesteyn Polderpark dat in 1982 is gerealiseerd in de Knotterpolder, ook Cronesteinse Polder genoemd. Aan het eind van het bos lag het Rijn-Schiekanaal waar een bankje op ons stond te wachten. W moest even een foto maken om de sfeer weer te geven en zei: “Als je nu helemaal geen tekst hebt kun je altijd nog een A4-tje volkletsen over deze foto”. Hoe komt ze op zo'n idee?

Leiden, Voorschoten en toen Vlietlanden (sommigen noemen dat de Rivièra van de Randstad). Vlietland is met zijn 300 hectare één van de grootste watersport-, recreatie- en natuurgebieden van Nederland. Het hart van Vlietland wordt gevormd door drie meren met een oppervlakte van in totaal circa 130 hectare. Daaromheen liggen bossen, kreken, ligweiden en een parkachtig landschap. Ruim vijftig jaar geleden graasden er nog koeien en schapen in het polderlandschap dat Vlietland toen was en toen begon men te baggeren: het werd in 1970 een zandwinningsgebied. Tegenwoordig komen er jaarlijks meer dan een miljoen recreanten. En die idylle (noem het op een warme zomerdag geen idylle overigens) wil men nu gaan verpesten door de aanleg van vakantiewoningen en parkeerplaatsen. Dat is de buurt in het verkeerde keelgat geschoten, er is een Burgerinitiatief Vlietland in het leven geroepen en de politiek bemoeit er zich gretig mee. Met name de SP-afdelingen in Leidschendam-Voorburg, Leiden en Voorschoten zijn het roerend met het Burgerinitiatief eens. De SP is van mening dat Vlietland een belangrijk recreatiegebied is, waar iedereen uit de regio nu gratis kan recreëren. De partij wil niet dat dit wordt omgezet in een resort met dure villa’s. Overigens is dit verhaal niet nieuw. Al in 2005 ondersteunde de SP protesten tegen een luxe vakantiepark met een golfbaan, onder het motto “Vlietland, niet voor de ballen!” Kopje in de plaatselijke krant van 4 september 2024: “Bouw vakantiepark Vlietland nog niet van de baan: ‘Geen definitief nee’”

Met de Vlietlanden links, het Rijn-Schiekanaal rechts en de wind achter was het mooi fietsen van Leiden via Voorschoten naar Leidschendam. W schold het kanaal uit voor de Vliet en ze had nog gelijk ook. Wikikids zegt het volgende: “Het Rijn-Schiekanaal […] is sinds 1893 de complete waterverbinding tussen de Schie en de Oude Rijn bij Leiden. Onderdelen van het kanaal hebben hun eigen namen en geschiedenis. Bij het varen van Overschie naar Leiden gebruikt men achtereenvolgens de Delftse Schie, Delftsche Vliet, de Trekvliet en de Vliet.”


Na “de Salamander” in Leidschendam (heb de foto zelf gemaakt en het was echt zo blauw op dat moment) mochten we de Vliet (of het Rijn-Schiekanaal als je dat liever wilt) verlaten. Inderdaad: weer een molen. Nu een min of meer unieke houtzaagmolen. Achtkantig, met riet gedekt en dan nog wel een stellingmolen die vol in bedrijf is. De website vertelt: “Molengidsen leiden de bezoekers rond, vertellen over de geschiedenis en de werking van de molen. Jong en oud kan dan ervaren hoe de molen op de wind boomstammen van verschillende soorten hout zoals beuken, iepen en eiken tot planken zaagt. Het hout is bestemd voor onderhoud van de molen en voor de verkoop aan particulieren, meubelmakers e.d.”


Een uurtje pauze bij de bus, accu's opladen, buikjes vullen en kijken of de nog steeds frêle lijfjes schoon kunnen worden. Douchen noemen ze dat laatste geloof ik. Sanitair prima voor elkaar hier, niks drukknoppen. Daarna (uiteraard op de fiets) via een omweg (Westerpark en Balijbos) naar Pijnacker om W daar af te zetten. Even wachten op kleinzoon Q die nog van de middelbare school moest komen en daarna in mijn eentje via een iets andere (kortere) weg terug. W aan de tapas, ik doe het met haché, rode kool en krieltjes. Beiden zeer tevreden. Mooie dag, een deel ervan met strak blauwe luchten. Gewoon een oktobercadeautje. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven nog een dagje: W heeft bijgeboekt. Moeten in de loop van de ochtend wel één plekje opschuiven: van 24 naar 26. Waarschijnlijk gepiept in drie minuten, maar we gaan klokken!