Kreeg een berichtje van trouwe lezeres F te P die op fietsafstand van het voedselbos woont dat ik in één van mijn vorige blogs heb genoemd: nog eentje dan, nog eentje dan … – 2: zoute lucht. Ze is zich van niets bewust, met andere woorden: ze weet niet van het bestaan van dat feestje. Ook haar wederhelft keek vreemd op bij mijn verhaal. Heb vandaag nog maar eens eens een fotootje “getrokken”. Er is inderdaad nog niet zo veel te zien en van een “bos” is helemaal geen sprake, maar er is wel actie. Klik op https://geuzegroen.nl/ voor meer informatie. Toch geinig dat een Achterhoeker een westerling moet wijzen op het bestaan van een voedselbos?
Even een frustratie van me afschrijven. Gelukkig sta ik niet alleen in dit leven met mijn statiegeldinnamemachineongenoegen. Woord wordt in mijn tekstverwerker rood ondergolfd net als het woord ondergolfd. Het wordt niet anders wanneer ik tussen statiegeldinnamemachine en ongenoegen een koppelteken plaats (statiegeldinnamemachine-ongenoegen). Op zich is dat vreemd want zowel statiegeldinnamemachine als ongenoegen worden wel door de spellingcontrole geaccepteerd. Betekent dus dat statiegeldinnamemachineongenoegen en ondergolfd niet in Van Dale staan. Maar dat die woorden niet erkend zijn is een ander verhaal. Je zult ongetwijfeld al wel het donkerbruine vermoeden hebben dat ik mijn blog deze keer aandacht besteed aan een bekend tafereel in het Nederlandse supermarktleven: de ruzie met die statiegeldinnamemachine. Oorzaak: toen we de reisboodschappen onlangs deden bij de ALDI was daar een medewerker de automaat aan het uitsoppen. Vies karweitje, hij keek er ook erg smerig bij. Je kent het ongetwijfeld uit eigen ervaring: van de lading blikjes en flesjes in je stinkende vuilniszak worden er altijd één of twee niet geaccepteerd. Je probeert het nog eens om dat kleffe blikje door de automaat de duwen terwijl zich langzaam maar zeker een menigte achter je begint te vormen. Allemaal mannen en vrouwen voorzien van één of twee vuilniszakken of boodschappentassen (van die big shoppers) van een concurrerende supermarktketen. Mannen en vrouwen die zwijgend het gehele proces volgen. Je hoort en vooral voelt de man (of vrouw) direct achter je in de rij in je nek hijgen. Horen en vooral voelen, soms ruiken.
zaterdag 19 oktober: @ zoetermeer
Vandaag nog even met de bus gereden en wel zo'n twintig meter: één plekje opschuiven in de rij. Het boekingssysteem van de camping was onverbiddelijk. Het is niet anders, maar schijnbaar is er een gebrek aan kunstmatige intelligentie in het programma aanwezig. We dalen in de ranglijst van 24 naar 26. Concreet: 20 meter verder bij het sanitair vandaan. Roept W ook nog opeens naar me “De laatste zak!”, blijkt ze het over vuilniszakken te hebben. Moeten we vanmiddag verplicht naar de Lidl. Dochterlief kwam nog even een fiets terugbrengen, W is gisteravond na een geslaagd avondje met de auto voor de poort van de camping afgezet. Het product van wat knutselwerk zo'n zesenveertig jaar geleden (ook bekend als vaste lezeres F te P) ging hardlopend via een omweggetje naar P terug.
Eén accu beperkt de fietsmogelijkheden. We hebben het er de afgelopen dagen mee gedaan dus zal zich dat nu ook wel redden. Vandaag gaan we opnieuw het oude moeras in. Zo was het tenminste vroeger: in de tijd van de Romeinen en een groot aantal jaren daarvoor en daarna bestond een flink deel van Holland uit een uitgebreid moerasgebied dat zich vanaf de kuststrook tot in Utrecht uitstrekte. Er woonde geen kip, in ieder geval geen mens. Misschien dat er af en toe een jager of een visser door het moeras huppelde. Mensen hadden niets te zoeken in deze wildernis: wonen deed je langs de kust en rivieren. Kijk maar naar bijgaande afbeelding van een gedeelte van de Peutingerkaart.
En Zoetermeer? In het midden van het veengebied lag een natuurlijk meer: het Zoetermeerse Meer. Je kwam er door stroomopwaarts een riviertje (de Zwiet, een zijrivier van de Rijn) te volgen. Dit watertje heet tegenwoordig de Weipoortse Vliet. In de vroege middeleeuwen hadden zich hier al vissers gevestigd. Er is geen documentatie nagelaten, dus het blijft giswerk. Net als de vraag “hoe komt Zoetermeer aan haar naam”? Een logische verklaring is dat het meer de naam van het riviertje de Zwiet heeft overgenomen: Zwietermeer. Dit moet dan later verbasterd zijn tot Zoetermeer, een naam die op de nederzetting is overgegaan. Vele jaren later, toen de nederzetting belangrijker werd dan de waterplas, is de naam van het meer veranderd in Zoetermeerse meer en, na de inpoldering in 1611, de Zoetermeerse Meerpolder.
Door dat veengebied hebben we de afgelopen dagen gefietst, vandaag ook. Een wildernis die graaf Dirk II in 985 in leen kreeg van een Duitse koning (Holland hoorde in de middeleeuwen bij het gebied van de Duitse koningen). Bij die uitbreiding hoorden ook de rechten op de wildernis: het reusachtige onontgonnen veengebied. Het werd voor Dirkie lucratief om dit in cultuur te brengen. Hij pakte het grootschalig aan: stukken wildernis werden afgebakend en uitgegeven aan groepen vrije boeren, in ruil voor een kleine jaarlijkse vergoeding (mooi woord: de recognitietijns). De rechten en plichten van de pioniers werden gedetailleerd geregeld in een contract, de Cope. De term Cope zie je nog in veel plaatsnamen in Holland en Utrecht opduiken, bijvoorbeeld Boskoop. De op deze manier gecreëerde landbouwgrond was geschikt voor het telen van graan. Dat de ontginning zeer succesvol was is kun je zien als je je neus in de belastingleggers van bijvoorbeeld de 13e eeuw steekt: de “korentienden” brachten behoorlijk wat op.
Er is niet veel meer van die wildernis over: het is één groot poldergebied geworden. Laten we er eentje van bijgaand kaartje uitpikken, de “Droogemaakte Geer- en Kleine Blankaardpolder” in de buurt van Stompwijk. Lekker diep poldertje: 4,10 tot 4,30 meter beneden NAP. Heb het van horen zeggen, niet zelf nagemeten! Duimstok gaat maar tot twee meter. Daarbij komt dan ook nog welke duim we moeten hanteren: de lengte van die maat was streekgebonden: de Amsterdamse was 2,573 cm en de Rijnlandse 2,616. Tegenwoordig stelt men de duim gelijk aan de Engelse inch van 2,54 cm. Je zult maar autist zijn. Terug on topic! Zowel de Geerpolder als de Kleine Blankaardpolder werden in 1625 gesticht en in 1708 onder één bestuur verenigd. Het waterschap was verantwoordelijk voor de vervening, drooglegging (voltooid in 1866) en later de waterhuishouding in de polders. De Geerpolder was daarmee de laatste drooggelegde polder in Zoeterwoude.
In een van de polders kwamen we een kunstwerk tegen van Hans Mes. Bordje ontbrak, maar met Google Lens kun je zo de ontbrekende informatie boven tafel halen. Boven water is misschien een betere variant. Hans heeft in deze omgeving drie werken geplaatst, alle gaan uit van vogels uit het veenweidegebied. Ga je even mee zweefteven? “Door vogels te combineren met een typerend beeldend element van hun biotoop, wil ik de identiteit van het gebied herkenbaar weergeven. Nadruk leg ik daarbij op het eigene van de locatie van elk kunstwerk in het waardevolle landschap”. Aan het Lange Kerkepad heeft Hans Mes een grutto op een bewerkte steen geplaatst. We vonden het beiden wel een geslaagd beeld. “Niet te groot”, zei W, “past precies in het landschap”.
We zagen nog verwijzingen naar boerderij "'t Geertje" die een recreatieve functie heeft. Je kunt het niet zo gek bedenken of ze maken er (klein)geld van: https://hetgeertje.nl/. Je kunt er terecht voor onder meer kerstpakketten, maar ook voor het maken van een Halloweenpompoen (foto afkomstig van de website van het Geertje). Alleen jammer: de camping is deze maand definitief gesloten. In de polder kun je ook nog terecht bij kaasboerderij "De Vierhuizen" (kwamen we langs en is van het biologische soort) en zorgboerderij "De Boerderijn". W kon haar hart weer sneller laten kloppen vandaag: in de noordelijke helft van de polder hebben drie boerenbedrijven het “Natuurgebied Geerpolder” aangelegd; het eerste en tot nog toe enige door boeren aangelegde natuurgebied in Nederland. In dit gebied staat de veenweidenatuur centraal, met weidevogels als de grutto, tureluur en kievit. Ook de eenden en de ganzen ontbreken niet (hallo slobeend: daar zijn we weer). Er wordt een duurzame, extensieve landbouw bedreven met weinig bemesting. Daardoor krijgen allerlei typische planten een kans.
In Benthuizen werden we door twee dingen blij verrast. Allereerst korenmolen De Haas uit 1772, gerestaureerd in de periode 1983 tot 1985. Stichting Molen De Haas is sinds 1986 verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de molen. In de molen zijn twee koppels maalstenen aanwezig: eentje windgedreven, het andere koppel wordt aangedreven door een elektromotor. Vrijwilligers zorgen ervoor dat er graan gemalen wordt, ook voor menselijke consumptie. “Begin je je eigen molendatabase of zo?” vroeg W toen ze van mij het vriendelijke verzoek kreeg Het Haasje op een zo aantrekkelijk mogelijke wijze te fotograferen. Bedoelde met die aantrekkelijkheid overigens de molen.
Nog meer verrast werden we door een aankondiging van een bietenoptocht. We konden ons er geen voorstelling bij maken tot we “thuis” op internet het volgende tegenkwamen: “Zaterdag 19 oktober vindt de jaarlijkse Bietenoptocht weer plaats. Dit jaar is het de 52ste Bietenoptocht in Benthuizen. Het thema van de Bietenoptocht is dit jaar is Hulpdiensten. Hierbij kun je denken aan brandweer, ambulance, politie, maar ook bijvoorbeeld de dierenambulance en reddingsbrigade”. De bedoeling is dat je een biet omtovert tot lampion. In Groenlo deden we dat vroeger met Sint Maarten, alleen noemden we die knollen geen voederbiet maar mangel. Op de website https://www.ecb-benthuizen.nl/ (waarbij ecb staat voor “evenementencommissie Benthuizen”) vind je een complete handleiding.
Nog één highlight dan vandaag: Bentwoud, een jaar of vijfentwintig geleden nog een landbouwgebied, nu 2,5 miljoen bomen en struiken later een nieuw natuurgebied waarin bos, struiken, grasland met bloemen, moerassen en open ruimten elkaar afwisselen, waardoor er een erg gevarieerd landschap is ontstaan. In 2016 is de inrichting afgerond en nu mag het groeien. Alhoewel: de eerste bomen zijn in 2000 geplant en die percelen hebben nu “jeugdverzorging” nodig: beetje uitdunnen en zo. Nee: heb de term niet zelf verzonnen. Staatsbosbeheer is er maar druk mee.
Een mooie dag, graad of 17. 's Morgens een paar buitjes, maar toen zaten we binnen. 's Middags wind uit het zuiden, kracht 3, maar droog. Overwegend bewolkt. Zon op/onder: 08:14/18:38. Een mooie dag. Een fietstocht van 32 kilometer die leuke dingen aan elkaar knoopte. Wat vind je van “kerkepad”, “smal en mooi fietspaadje”, “tussen de koeien door” (meer schaap dan koe, but who cares?), “prachtig pad langs de Meer Polder” en als absoluut hoogtepunt “Lidl”. En morgen? Morgen is er weer een dag. We mogen terug naar de Achterhoek waar maandagmorgen weer vrijwilligerswerk wacht voor W (taalcafé) en mij (elektrocar). En sorry C te L: deze keer veel kaartjes en weinig foto's. Een volgende keer halen we de schade in.