Was dinsdag aan de eettafel bezig en zag de postbesteller naar onze brievenbus lopen. We zien haar (heel af en toe is het een mannetje) niet meer zo vaak, het merendeel van de post gaat digitaal tegenwoordig. En ze bezorgen nog maar van dinsdag tot en met zaterdag en ook dat wordt minder als het aan PostNL ligt. Dat was vroeger wel anders. Tot in de jaren twintig van de vorige eeuw werd de post nog vier keer per dag bezorgd. In 1932 verviel de derde postbezorging al in de buitengebieden en na de Tweede Wereldoorlog werd overal in Nederland nog maar twee keer per dag post bezorgd. Rond de jaren zestig bracht de PTT de postbezorging terug naar één bezorging per dag. Postkantoren? Vroeger van die mooie statige gebouwen, er is er niet een meer over, gewoon afgeschaft. Vaak een prima herbestemming gekregen. In Groenlo zit er bijvoorbeeld een restaurant in.
Niet alleen het aantal postbezorgingen wordt minder, ook brievenbussen gaan verdwijnen. En het was allemaal zo goed geregeld een paar honderd jaar geleden. En daarvoor? Eeuwenlang was post er alleen voor de rijken en machtigen: koningen, keizers en natuurlijk de geestelijkheid. In de nasleep van de Franse revolutie werd de post gedemocratiseerd. In Nederland begon men daar mee in 1799. Naarmate de tijd vorderde en de geletterdheid toenam werd post gewoner: eerst voor handelaren en notabelen, en later voor iedereen. De post werd een staatsbedrijf en dat bleef het tot het einde van de vorige eeuw. In 1989 werd de eerste stap gezet naar privatisering van de postdiensten. PTT werd KPN. Wel had de overheid nog een meerderheidsaandeel en had KPN nog een monopoliepositie. In 1994 werd het bedrijf beursgenoteerd en een jaar later verkocht de staat haar meerderheidsbelang in KPN. Het staatsmonopolie van de posterijen was toen definitief voorbij. Het bedrijf kende in de loop der jaren verscheidene namen en heet sinds 2011 PostNL. Geloof niet dat het er beter op geworden is, wel anders!
woensdag 9 oktober: @ tolkamer
Het is eeuwen geleden dat ik met mijn campertje een nacht doorgebracht heb op de Europakade in Tolkamer. Hoog boven het water bij de autosteiger. “Weet je wel dat het behoorlijk gaat regenen?”, sprak W, terwijl ze aanstalten maakte om met vriendin L te D (ook vaste lezeres van dit blog) een eind te wandelen, op kasteel Slangenburg een hapje te gaan eten en 's middags naar de film te gaan. Ik heb het wel gehad met die digitale weervoorspellers, vaak klopt er niks van en wat dan nog: als het echt goed gaat regenen sta ik op een parkeerterrein en het water loopt prima af naar de Rijn net voordat die zich splitst in Waal en Pannerdens Kanaal. Ben er niet zomaar, eerst een eindje rijden, maar “Si Dieu le veut, je arrivai” en dat mocht ik vroeger op school (vrij) vertalen met “Als God het wil, kom ik aan”. Vond de volgende zin altijd veel mooier: “Et la récompense le sera tout autant, si Dieu le veut”. Eerst even wat droog en nat inslaan bij de Aldi en dan het adres “Europakade Tolkamer” intikken bij Google Maps. Zag laatst iemand een bijzonder meervoud van adres gebruiken, geen adressen maar “adrea”. Zoiets als: je hebt musea dus zul je ook wel adrea hebben. Och je hoort wel vaker bijzondere dingen. Sprak deze week met mijn (jonge) buurman over kinderbijslag, wilde wel eens weten of die nog bestond. Komt zijn vader erbij staan en die sprak op een bepaald moment de gedenkwaardige woorden “Praat me niet over kinderbijslag. Vroeger konden katholieken meer verdienen met neuken dan met werken”. Tja, meneer pastoor promootte die tak van sport behoorlijk, of om met mijn opa te spreken: “De geestelijken deden een aardige duit in het balzakje”. Hou wel van dat soort verhalen, immers "het is geen kunst ouder te worden, het is de kunst ervan te genieten."
Oh ja, ik ging naar Tolkamer, bootjes kijken. Marinetraffic bij de hand. Dan weet je dat “Gitte” die om 13:05 langs stoomde (met een bloedgang van 10,8 knopen want stroomafwaarts) vannacht om goed half een is vertrokken uit Bendorf (Duitsland) en om 23:00 uur hoopt aan te komen in Amsterdam. “GITTE (ENI: 2337099) is a Inland Motor Tanker, liquid cargo, type C and is sailing under the flag of Germany. Her length overall (LOA) is 110 meters and her width is 11.4 meters”. De Veerhaven IV (een 6-baksduwboot) daarentegen ging van Rotterdam stroomopwaarts naar Schwelgern met een snelheid van 3,4 knopen. Grotere boot, dus meer weerstand en stroomopwaarts. Weet het: je hebt er helemaal geen ene fuck aan om dit allemaal te weten, maar het is gewoon leuk. Kan dat soort dingen uren volhouden en ja: heb het ook gedaan. Nadeel van deze plek is dat je een behoorlijke stroomkabel moet hebben. Had mijn twee kabeltjes aan elkaar geknoopt en hield met 40 meter niets over. Toch wel even over het knooppunt een plasticje geknoopt, er is immers regen voorspeld. Stroompaal staat op een idiote plek, bewust – dat wel. Kade wil met hoogwater nog wel eens overstromen en dat gebeurt regelmatig, dikwijls en vaak. En je weet: stroom en water bijten elkaar een beetje (veel). De afstand camper – stroompaal levert ook weer amusante beelden op: oude kerels die puffend en steunend een groot aantal meter kabels leggen (letterlijk alles uit de kast halen) en dan uiteindelijk tot de ontdekking komen dat ze vijf meter tekort komen. Les voor een ieder die naar de Europakade wil met zijn of haar camper: kom direct na 12:00 uur of neem 100 meter stroomkabel mee als je aan de vonkjes wilt. Behalve bootjes en oude mannetjes kijken ook nog een broodje wegkanen. W noemt dat lunchen, ik een boterhammetje eten: geeft meteen het verschil in prijs aan die W en ik vandaag betaald hebben. Staat tegenover dat ik een tientje mag neertellen voor mijn overnachtingsplekje op de Rijnkade.
Turend over het water gingen mijn gedachten naar 50 jaar geleden toen W en ik zielige kindertjes nog op een mechanische typemachine niet alleen blind mochten leren tikken maar ook uitleggen hoe je een staatwerk moest maken (en een rapportage, een brief met doorslag en een memo). Mijn lievelingsstaatje was “Goederenvervoer stroomafwaarts op de Rijn”, een staatwerk met vier kolommen. En de kunst van dit alles: de ruimte links en rechts moest even groot zijn en de dubbele afstand hebben van die tussen de kolommen, de titel moest natuurlijk gecentreerd zijn en alle kopjes onderstreept. Waar we ons toen druk om maakten. Chaotisch brein van mij schreeuwt dan onmiddellijk "druk maken om" of "druk maken over"? Opgezocht: ze zijn taalkundig beide correct. Ook Van Dale geeft duidelijk aan dat "druk maken over" prima Nederlands is. Kan ik weer gerust gaan slapen.
Om 14:15 kwamen er wat voorzichtige spetters waardoor de Simul Forti, een tanker, een beetje gestippeld op het netvlies kwam. Het bleef mooi, maar vooral druk, op het water. Tegen vijven kwam een vrijwilliger het staangeld innen: € 10,05, hoe verzinnen ze het. Bleek 9 € te zijn plus € 1,05 toeristenbelasting. De regen tikt zachtjes op het camperdak. Het leven is mooi.