noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 7 augustus 2023

wordt het balgoy, vessem of eersel – 2: kloosterling worden?


De regen zal vandaag niet het belangrijkste onderwerp van gesprek zijn, het Nederlandse publiek heeft wat anders gevonden: na 40 jaar stopt Hoogvliet met het verstrekken van zegeltjes. De teneur van de berichten: hoe durven ze trouwe klanten zo in de kou te laten staan. De AD meldde hierover het volgende: “Het van oorsprong Alphense concern heeft deze spaaractie misschien al wel veertig jaar. Oprichter Leen Hoogvliet zag bonnetjes rond de kassa's slingeren. Met zegeltjes om de zoveel centimeter op de achterkant namen klanten die alsnog mee en was het probleem van rommel op het kassaplein flink ingeperkt. En klanten kunnen zo elke drie weken een gratis product bij elkaar sparen.” Wat W en ik ervan vinden? We hebben geen Hoogvlietfiliaal in de buurt. Hoorde overigens met betrekking tot het weer nog een leuke van een verre kennis: “Heb vandaag een file kunnen omzeilen maar de regen helaas niet”. Een blog waar we speciaal rekening hebben gehouden met vaste fotokijkster C te L. Laten we beginnen met een paar foto's waar ik een verhaal bij had kunnen schrijven, ware het niet dat mijn twee A4'tjes al vol waren.




maandag 7 augustus: @ eersel

Pas laat wakker, was al half tien. Is weer eens wat anders dan “ergens tussen half zeven en acht” wat normaal voor me is. Mijn bedgenote had toen al een uur of wat strijd geleverd met de app “Beter Spellen” en gekeken naar Bob-Ross-achtige landschappen (mijn zusje en haar man zitten in Zweden) en surfende kinderen en kleinkinderen (een deel van ons nageslacht maakt Portugal onveilig). Beetje veel wind: ons ontbijtsapje was shaken not stirred. Iets met 4 tot 5 Beaufort.

Ondanks de wind leek het weer vanmorgen fantastisch voor een fietstocht en dat was het ook, kwestie van de fietsondersteuning in standje levensgevaarlijk zetten en één korte (maar stevige) regenbui uitzingen in een automatenhokje waar aardappelen en uien werden verkocht. Deze keer niet een route van Miep Komoot maar een knooppuntenbingo, aangeboden door de wettige bezitters van de camperplaats, beetje aangepast omdat 40 kilometer voor een echte fietstocht wel wat te min is. Nummertjes volgen dus en wel met de Abij van Postel als keerpunt. W vroeg nog even of ik op mijn oude dag Norbertijn wilde worden. 

Blijkbaar had ze haar huiswerk gemaakt want in de abdij wonen nog een paar nog-net-niet-uitgestorven religieuzen die zich volgelingen noemen van ene Norbertus van Gennep, ook bekend onder de naam Norbertus van Xanten. Deze brave ziel zag het levenslicht omstreeks 1075, je mag raden in welke streek. Als zoveelste zoon van de heer van Gennep zat er voor hem niet veel anders op dan zijn avontuur op de geestelijke jachtvelden te zoeken. Waren oorspronkelijk aanzien, macht en rijkdom belangrijk voor Norbertus, in 1115 werd hij tot priester gewijd, deed afstand van al wat hij bezat en werd een rondtrekkende prediker. Hij was niet de enige die dit deed. Talrijke christenen wilden een meer radicaal-evangelisch leven leiden. Zij wilden als armen de ‘arme Christus’ volgen. Norbertus kreeg een schare van volgelingen, vooral jonge adellijke clerici. Zij verruilden hun rijke gewaden voor een sober habijt van wol. Dit witte habijt werd het teken van hun bekering. Zo ontstond er een nieuw type van clerici, die “de waardigheid van het priesterschap” verbonden met “het habijt van de kloosterling”. In 1121 besloot het clubje officieel een orde te worden. De orde groeiende bijzonder snel. Er werden geweldig veel kloosters gesticht, onder ander te Maagdenburg, nadat Norbertus in 1126 aartsbisschop van deze stad was geworden. Daar overleed de brave ziel (volgens overlevering) op 6 juni 1134.

En nu het stulpje in Postel van de “Witjurken”. Na de stichting van de orde in Prémontré (1121) is de abdij van Floreffe in het graafschap Namen de oudste norbertijnenabdij. Van daaruit ontstond rond 1138 op een aan Floreffe geschonken goed in Postel een nieuw klooster. De leiding ervan lag in handen van een prior die onderhorig was aan de abt van Floreffe. Opvang van reizigers en pelgrims alsmede armenzorg waren speciale taken voor de priorij. Deze situatie bleef bijna vijf eeuwen voortbestaan. Vijf eeuwen lang was de voertaal Frans, handig als je kerkelijk grondpersoneel (dat dan alleen maar Frans spreekt) levert aan kerken op Nederlandstalige bodems. Uiteindelijk werd (in 1618) het klooster van Postel afgesplitst van zijn Franse oudere broer en ging verder als een zelfstandige abdij. Het kostte een paar centen (de Postelse Abij mocht een flinke “afkoopsom” betalen aan Floreffe), maar dan heb je ook wat. Groot complex, op gezette tijden uitgebreid, gerestaureerd en omgebouwd (bijvoorbeeld de Sint Nicolaaskerk uit 1190 die gedeeltelijk verbouwd werd van romaans naar gotisch). “Zie je dat met je blote oog”, vroeg ik aan W, waarop ik een zeer ontwijkend antwoord kreeg.



De knoopjes, voor als je het nog eens wilt nafietsen: 80 – 81 – 13 – 02 – 16 – 18 – 22 – 77 – 17 – 92 – 15 – 14 – 91 – 71 – 13 – 02 – 16 – 12 – 11 – 09 – 17 – 64 – centrum Eersel – cp. De route heeft Miep van Komoot voor me opgetekend, kan ze namelijk ook. Dat piemeltje links onderaan op de kaart is een stukje we-waren-de-bordjes-kwijt.

Als je goed met de bingo hebt meegedaan, dan heb je gemerkt dat drie nummers twee keer genoemd zijn en dat klopt: twee keer gereden. We wilden namelijk nog bloeiende heide zien, vanmorgen bij de planning niet goed uitgekeken en dit stukje route mochten we een extra keertje doen om de Cartierheide te zien. Mooi stukje natuur dat deel uitmaakt van het natuurgebied De Kempen. Het ligt niet zo mooi, namelijk ingeklemd tussen de weg van Eersel (NL) naar Postel (B) en de snelweg A67. De hei trok zich van deze ligging niks aan en bleef mooi. Beetje rare naam voor een heidegebied maar als de oorspronkelijke koper jonkheer Paul-Emile de Cartier de Marchienne heet, mag je blij zijn dat ze voor de naam van het natuurgebied maar een deel van de aanduiding van de eigenaar gebruikt hebben. In 1840 kreeg de voormalige gemeente Hogeloon, Hapert en Casteren een groot stuk heide in beheer (de Hapertse Heide). De Cartier kocht een gedeelte hiervan. De zoon van Emile gebruikte het vooral al jachtterrein en schonk het in 1932 aan Natuurmonumenten. De rest van de oorspronkelijke Hapertse Heide werd vanaf 1930 bebost met vooral denk, spar en lariks. Het hout werd gebruikt als stuthout in de mijnen van Limburg. Door deze ontwikkeling ontstond Boswachterij Hapert, later opgegaan in Boswachterij De Kempen. Door de schenking van de jonkheer/baron (kom beide titels tegen) aan Natuurmonumenten bleef de Cartierheide gespaard. Ook een aanpalend gebied (De Hapertse Heide) bleef heide. Dat inmiddels Staatsbosbeheer hier de baas is zal ongetwijfeld niemand interesseren.



En toen moest Eersel (inboorlingen hier spreken van Irsel) nog even gedaan worden. Had er mooie verhalen over gelezen en vooral de “sfeervolle” markt moest een aanrader zijn. Och, laat maar. De horeca zal ongetwijfeld goede zaken doen, het plein (en een klein stukje eromheen) is uitgeroepen tot beschermd dorpsgezicht. Het zal wel, kan mij niet zo boeien. Veel interessanter vind ik het verhaal van de teuten (töten, tödden, tuötten zijn andere schrijfwijzen), maar dat verhaal bewaar ik voor morgen.



Terug naar onze camperplaats waar W nog een rondje kunstwerken deed. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We moeten terug naar Lichtenvoorde, maar ik denk dat we “ergens onderweg” de fietsen even af- en uitladen. Later!