noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 26 augustus 2023

en weer een fietsvierdaagse – 5: de boeskool is lös

Hadden we de eerste dagen van de week prachtig en warm weer, gisteren een overgangsdag met flink wat regen, de komende dagen wordt het een stuk kouder (naar het verluidt). Moet dan altijd even goed kijken naar de juiste schrijfwijze met die hinderlijke d'tjes en t'tjes. Ezelsbruggetje: het lijkt op “naar het schijnt”, na de stam van het werkwoord schijnen (schijn)komt een t (want het is derde persoon enkelvoud), dus na verluid (van het werkwoord verluiden) plakken we ook een t. Kwam laatst ook nog de term “verluigeld” tegen in de zin van “kosten om een overlijden te laten verluiden” (de klokken laten horen), maar nu dwaal ik weer eens ernstig af. Tijd voor een rustig afkickdagje in en rond de stad waar ze feest weten te vieren: Oldenzaal. Ooit heeft de afdeling stadspromotie de naam “Glimlach van Twente” verzonnen, tegenwoordig bestaat er zelfs een huis-aan-huisblad met die naam.

zaterdag 26 augustus: @ beuningen

Oldenzaal, stad van de feesten. Dus katholiek. Kon bij mijn voorbereidingen drie grote kerken vinden. Allereerst de Hofkerk (protestants) en vervolgens twee katholieke kerken: de Antonius en de Plechelmus. Vooral die laatste is een dingetje: "een basiliek rond 1150 gebouwd van Bertheimer zandsteen in Westfaals-romaanse stijl". Nee, heb ik niet van mezelf, evenmin als het volgende “De toren werd omstreeks 1240 aan de kerk toegevoegd. Rond 1480 is de romaanse zuidbeuk vergroot en kreeg deze een gotisch uiterlijk. Na 1500 werd de sacristie gebouwd en het priesterkoor in gotische stijl verlengd”. Komt van Wikipedia en je moet het even weten om de grootsheid van de kerk te kunnen voelen. Oldenzaal is lang geleden ontstaan op het kruispunt van belangrijke wegen van het Rijnland naar Friesland en van Utrecht naar Duitsland. In een kloosterdocument uit 893 komt de naam 'Aldenseelen' voor. Hoewel Oldenzaal niet aan het water ligt, was de stad wel lid van het middeleeuwse Duitse koopliedenverbond De Hanze. Oldenzaal was een belangrijke overslagplaats van goederen en kreeg in 1049 marktrechten en in 1249 stadsrechten. In de 17de eeuw werd Oldenzaal een vestingstad met poorten, muren, wallen en grachten. Ondanks deze verdedigingswerken werd er wat afgeknokt in Oldenzaal. Regelmatig stond er vreemd volk voor de deur: Münsterse troepen, Geldersen, Spanjaarden. Ook de Geuzen konden er wat van. En midden in dat centrum van het geweld bleef de Sint Plechelmusbasiliek rustig staan. Niet altijd zuiver rooms overigens: van 1633 tot 1810 werd het kerkgebouw gebruikt door de protestantse gemeenschap van Oldenzaal, die wegens het geringe aantal leden het onderhoud ervan sterk verwaarloosde. Toen de katholieken de kerk in 1810 terugkregen was het een echt “opknappertje” geworden. Tussen haakjes: alle fotokerken van eigen hand, dus vandaag gemaakt.


Ander weer, dus tijd voor een lange broek en sokken in dichte schoenen. Allemaal voor het eerst deze week. Gelukkig had ik nog een toepasselijk paar in de kast liggen. Past bij mijn campertrui en -T-shirt.


Wij togen dus naar Oldenzaal voor het jaarlijkse zomerfeest van Oldenzaal met de mooie naam “De Boeskoel is Lös”. Naast carnaval het grootste feest in de Boeskoolstad. Boeskool is Nedersaksisch voor witte kool. De wat ouderen onder ons zullen het woord “boeskoolblad” kennen uit de tweede strofe van het lied “Anton met d'n bok” (of Anton op d'n bok”). Nadat Anton op een geitenbok (ziegenbok) is gezet had hij nog geen zadel. Toen “nam zien mooder een boeskoolblad, stopt'n dat Anton onder het gat”. 


Het leuke van dit lied is dat het in vrijwel geheel Nederland voorkomt met kleine variaties, niet alleen in taal maar ook in voorwerpen. Zal een paar voorbeelden geven: in
Lichtenvoorde bijvoorbeeld pakte “mooder ’n pannekookmes” als sabel, in Groningen pakte moeder daarvoor echter een “bezemstok” en in Twente diende een “bonenstok” als sabel. De Lichtenvoordse “worstepin”, ter vervanging van sporen, is in Groningen vervangen door een “bossie takken aan de hakken”. Anton maakte in de Lichtenvoordse versie gebruik van “kousenband” als leidsels voor het paard, in Twente deed een “boksenband” als zodanig dienst. Bovenstaande video bevat (vanwege de lokale sfeer) een versie in het Twents. Ik ken vooral de versie gezongen door een oom van W (oom Hans) die het lied op ons aller verzoek op elke verjaardag zong terwijl hij bijpassende muziek uit zijn trekzak toverde. Even voor de duidelijkheid: wanneer Anton gezongen werd was Oom Hans al redelijk in de olie. Waarom dwaal ik altijd zo af? Terug naar Lichtenvoorde en wel naar het bloemencorso: i
n 2000 bouwde corsogroep Kwintet de wagen Anton(ius) met de bok, ter ere van het jubileum van verzorghuis Antioniushoeve in Lichtenvoorde. 

Maar we waren nog lang niet in Oldenzaal. Op verzoek van Onze Lieve Vrouwe Van Altijddurende Bijstand had ik samen met zij van Komoot een leuke fietstocht gefröbeld met hoogtepunten als “Nette Brücke über der Dinkel”, “Hahnhofweg”, “Hoog op de Tankenberg” en “Engelse Tuin” vóór we op de Groote Markt in Oldenzaal aankwamen. Een route maken met Komoot is gebaseerd op het aaneenknopen van hoogtepunten die door anderen ooit zijn voorgesteld, vandaar dat je bij het samenstellen van een tochtje in deze omgeving vaak Duitse omschrijvingen tegenkomt. En als je een tijd lang steeds over de grens wipt, kom je ook vanzelf veel Duits tegen. Noemenswaardig is het klooster van de Franciscanen in de boerengemeenschap Bardel. Gesticht in 1922 als missionarissenklooster door de Franciscanen uit Brazilië (religieuzen werden in die tijd door de keizerlijke familie in dat land onderdrukt en weken uit naar de Grafschaft Bentheim). Er schijnen in het klooster van Badel tegenwoordig nog een paar monniken in het wild voor te komen. Het klooster had het moeilijk in de tijd van de nationaal-socialisten en werd uiteindelijk gesloten. De monniken werden verdreven en de gebouwen werden gebruikt voor feest- en staatsdoeleinden. De kerk werd pakhuis en later bioscoop. De nazi's richten een lerarenopleiding op in de gebouwen van het klooster. In de naoorlogse jaren betrokken eerst Engelse militairen de gebouwen en daarna werden er Oost-Duitse vluchtelingen gehuisvest. Uiteindelijk werd het een middelbare school. In 1972 besloten het klooster en de schoolleiding de school open te stellen voor externe studenten en, voor het eerst, ook voor protestante studenten en meisjes. Het internaat bestaat sinds 1989 niet meer, maar de school bloeit. In 2008 ontving het gymnasium de titel van International College of Cambridge for Science and the Arts.


Terug naar het Boeskoolfeest onder andere op de Groote Markt. Ooit begonnen als eenvoudige braderie (1991), tegenwoordig een big pary met allerlei activiteiten waar jaarlijks zo'n 170.000 bezoekers op afkomen. Het programma is veel te uitgebreid om hier te beschrijven, wil je meer weten kijk even op
https://www.boeskoolislos.nl/timetable/timetable-overzicht. Eigenlijk niet zo aan mij besteed en W wordt ook niet vrolijk wanneer ze mij met veel (gespeeld) enthousiasme over de braderie ziet slenteren. Een terrasje daarentegen is altijd wel leuk, al is het gebakken visje van de markt in Lichtenvoorde duizend keer lekkerder dan het magnetrongeval dat we hier genuttigd hebben. Kon de smaak wegspoelen met een perfect getapt biertje, dat dan weer wel.


Het grootste feest van Oldenzaal is evenwel carnaval. Bijna net alsof je onder de grote rivieren bent. Men spreekt de bevolking in Oldenzaal dan aan als ‘’Boeskoolmennekes’’ en ‘’Boeskoolwiefkes’’. De Oldenzaalse kunstenaar Jan Kip, heeft van dit gegeven een bronzen beeldje ontworpen: het ‘’Boeskoolmenneke’’. Hoe kan het ook anders, een mannetje dat een witte kool op zijn buik draagt. We hebben het beeld in de drukte niet kunnen vinden, dus foto geleend.

Na Oldenzaal nog even Rossum en een stukje Kanaal Almelo-Nordhorn meepikken en weer terug op het nest. Totaal 59 kilometer. Genoeg gefietst! Het bleef de hele weg droog en na twaalven kon de jas ook uit. Mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan even één dag en nacht naar huis in verband met vrijwilligerswerk van W. Kan intussen mooi de wasmachine haar werk doen. En dan tot slot nog even de plaatjes-zonder-verhaal.