noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 10 augustus 2022

een tussendoortje – 6: fietsen naar emmen

Er huppelden al mensachtingen in Drenthe rond zo’n 60.000 jaar voor het begin van onze jaartelling, het moeten Neanderthalers geweest zijn: vuistbijlen die in de buurt van Drouwen gevonden zijn bewijzen dat.

 



woensdag 10 augustus: @ valthermond

Om kwart over acht piept de zon over de bomenrij en begint aan haar verwarmingswerk op ons terras voor de bus. Gras kletsnat, luifel druipt; nee: geen regen, gewoon een luchtvochtigheid van 95 % (vertelt Buienradar). Cijfers waar je wat aan hebt! Ben er al een tijdje uit, het andere varkentje blijft nog even knorren, krijgt dan een kopje koffie en haar telefoon en kan contact leggen met de hele wereld. De hele week al buiten ontbijten, heeft wel wat. Niet te laat op pad, de eerste uurtjes op de fiets zijn het lekkerst, mag de trui nog aan. Tegen elven is het lekker, trui uit en na twaalf uur is het te doen als de wind een beetje waait. Tocht naar het zuiden vandaag, naar Emmen, maar via een omtrekkende beweging.

Eerste highlight: het klooster van Ter Apel, daterend uit de vijftiende eeuw. Nou ja: het is geen klooster meer. Het doet tegenwoordig (voor een deel) dienst als museum van klooster- en kerkgeschiedenis en religieuze kunst onder de naam “Museum Klooster Ter Apel”. Museumkaart geldig maar 1) veel te mooi weer, 2) NOSM (niet ons soort museum) en 3) nog niet open. Een deel van het klooster doet onder de naam Boschkerk dienst als hervormde kerk. Inderdaad tijdens de Reformatie werd hier het katholieke geloof afgezworen. In het oude brouw- en bakhuis tegenover het klooster kun je nu lekker pitten en smikkelen in Hotel Boschhuis.

Komen we weer langs de brug en de sluis over de Ruiten Aa. Noemde het een paar dagen geleden een beek. Ook Wikipedia gebruikt het woord “beek” terwijl de weg naast de beek “Ruiten Aa kanaal heet”. Belangrijk? Niet echt. Iets verder kwamen we de eerste hand-aangedreven kabelbaan van Nederland tegen. Het ding is 22,4 meter lang en vormt een schakel in diverse langeafstand wandelpaden. Gewoon een hebbedingetje van de gemeente: wandelaars kunnen in de gondel gaan zitten en die met behulp van een draaiwiel naar de overkant sturen en dat terwijl een brug niet echt ver weg is. De (ruim) twee ton die de kabelbaan kostte werd opgehoest door de gemeente en de provincie; daarnaast was ook nog een Europees subsidiepotje. Jammer: niet geschikt voor fietsen.

Een afwisselende route: soms een kanaal (of beek) aan de linkerkant, dan weer aan de rechterkant. En als er even geen water is heet de weg gewoon “Weg naar het Kanaal”. Het stuk van Ter Apel naar Emmer Compascuum ging langs het Hoofdkanaal, kilometer na kilometer. Even gestopt bij het Achtste Verlaat (zeg maar sluis nummer 8) net buiten Ter Apel. De zon stond verkeerd, dus je zult het met een foto  van internet moeten doen. Trieste foto, de werkelijkheid was veel zonniger. De sluis-en-brugpieper was wel in voor een praatje en wist te vertellen dat vrijdag om 13:00 uur het tropenrooster zou ingaan: worden er 's middags geen boten meer geschut. Heeft alles te maken met de waterstand. Brugpieper vertelde dat er op dit ogenblik veel water vanuit het IJsselmeer “ingelaten” wordt in Drenthe. Hij had nog een heel verhaal over hoe je aan het water kon zien dat het IJsselmeerwater is, maar dat is me even ontgaan. En toen kwam Emmer Compascuum. We hebben er een kleine drie kwartier over gedaan om er doorheen te komen. Nee: geen file, geen pauze, gewoon uitgestrekt. Het is een typische veenkolonie en dat betekent dat het dorp gebouwd is langs de diverse kanalen die gebruikt werden om het moeras te ontwateren en de turf te vervoeren.

En ja hoor: opnieuw een hunebed, deze keer nummer D45, vlak bij Emmen. Was te verwachten want daar “kropen” we de Hondsrug weer op. Een grote deze keer: 18 meter lang en volgens het verklarende bordje bezit dit hunebed nog kransstenen, hetgeen bijzonder moet zijn. Kransstenen werden geplaatst aan de voet van de aarden dekheuvel. Nu het zand weg is zie je die kransstenen in een kring rond het hunebed liggen. We worden nog hunebedspecialist zo. Zag trouwens ook dat ik eerder deze week in overtreding ben geweest: je mag niet op een hunebed klimmen in verband met mogelijke beschadigingen. Emmen zelf ligt “hoog” en is dus een esdorp, maar is groot geworden door de ontginning van de omringende veengebieden (de Emmer Venen). Best wel een mooi dorp, maar warm en druk. De plaatselijke Hema verzorgde onze lunch (in een zakje meegenomen en later op een bankje genuttigd, de inhoud van het zakje dus – niet het zakje zelf). Via Musselkanaal terug, er moesten nog wat boodschappen gedaan worden, vandaar die rare "uitsteker" op de kaart aan het begin van dit blog.

Om half drie konden we na 67 kilometer onze lijven onderdompelen in het ven (ja ik ook, ben van mijn geloof afgevallen). Een mooie dag, strakblauw en tegen de 30 graden. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven nog even in Valthermond en ik denk dat het morgen Stadskanaal wordt (op de fiets dan).