noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 31 juli 2020

de molens van kinderdijk zonder toeristen

woensdag 29 tot vrijdag 31 juli: @ alblasserdam 

Inderdaad: er ligt (en er lag) een dam in de rivier de Alblas. De eerste werd er neergelegd in 1277. Van 1599 tot 1975 lag er een schutsluis en tegenwoordig ligt er weer een dam, waarbij ze heel netjes de sluis zodanig ingemetseld hebben, dat hij er alleen nog maar ligt voor de “mooi”, maar geen enkele functie meer heeft. Er zijn geruchten dat er weer wat met de sluis gaat gebeuren. 

Overal water: de Lek, de Noord, de Alblas; je raakt een beetje de kluts kwijt als je hier ronddoolt. En de Noord heet een stukje verder (of terug) weer de Merwe en dan heb je ook nog ergens het Merwedekanaal. Water dus, overal water. En ergens daartussenin ligt Camperpark Kinderdijk, dat dus helemaal niet in Kinderdijk ligt maar in Alblasserdam. Duidelijk allemaal? 

En we wilden eigenlijk helemaal (nog) niet naar Alblasserdam, Alblasserdam was ons plan B. Na de ochtendfestiviteiten met de (klein)kinderen in Harreveld en het overhevelen van spullen uit de koelkast- en de diepvries@home naar het kabouterkoelkastje@busje werd de neus van ons Puzzeltje westwaarts gericht. De bedoeling was om Fort Everdingen (zeg maar omgeving Culemborg) onveilig te maken, maar helaas: de camperplaats bij het fort was vol. Die Nederlandse variant van het Franse “complet” zullen we nog wel vaker meemaken in de nabije toekomst: vrijwel iedereen blijft in Nederland vakantie vieren dit jaar. 

W had ook nog een plan C en zelfs een D-versie, maar die hoefden we niet uit de kast te halen. Camperpark Kinderdijk (code Campercontact 48.399, € 17,00 per nacht – waarvan 2 x € 2,00 toeristenbelasting) had nog meer dan voldoende vrije plekken, wat wil je: de camperplaats telt 44 plaatsen. Stroom inclusief en met toilet en douche, vriendelijke eigenaar, goede recenties. Wel een veredelde parkeerplaats zonder bomen, maar door een goede plaatsing van ons Puzzeltje konden we in de schaduw van de bus zitten. Het windje dat hier altijd waait zorgde voor de nodige verkoeling. 

Ideaal uitgangspunt voor een hernieuwde kennismaking met de molens van Kinderdijk. Kinderdijk zat er op woensdag even niet in. Knollen op! W nog even door het dorpje (stadje?) gewandeld, waarna ze terugkwam met een foto van een kunstwerk dat hoge ogen scoort bij de verkiezing van het lelijkste standbeeld van Nederland. Vraag me niet wat het moet voorstellen of wie het gemaakt heeft, wil het niet weten. Ook had ze een AH, Jumbo en Plus ontdekt. Kon ik haar later nog vertellen dat er ook nog een Lidl en een Dirk moet zijn. Vijf supermarkten voor 20.000 bewoners van Alblasserdam; dorp zal wel een streekfunctie hebben anders kan dat nooit uit. Samen na het eten en de afwas de dam in de Alblas bewonderd. De Alblas was vroeger een zeer druk bevaren rivier met voornamelijk schuiten die veevoer transporteerden. Behalve deze kleine wandeluitspattingen was onze activiteit niet meer dan het verwerken van emoties en inspanningen en het testen van de kiepstoelen. We worden een dagje ouder. 

Donderdag was Kinderdijk wel aan de beurt. We zijn er in een grijs verleden al eens geweest. Volgens mij hebben we toen de waterbus uit Rotterdam gepakt en zijn vanaf Kinderdijk teruggefietst naar Delft. Lang geleden, want ons busje had toen nog een groene kleur en was geen Fiat maar een Volkswagen. Toch niet heel lang geleden want we waren in afwachting van de geboorte van kleinzoon Q en die wordt binnenkort 8. We konden toen in Kinderdijk over de koppen lopen: de ene na de andere touringcar spuwde een lading Japanners uit. Vandaag niets van dat alles: leeg, kaal, verlaten. Af en toe een bejaard duo op een dure e-bike, verder niente, nada, noppes. Foto’s kunnen maken zonder Aziaten voorzien van mondkapje en selfiestick prominent op de voorgrond. 

De 19 molens van Kinderdijk zijn er neergepropt om de Alblasserwaard te ontwateren. De huidige molens hebben de bouwjaren 1738 en 1740, maar in de vijftiende eeuw waren al er malende wieken op deze plek. Net voor de eeuwwisseling vond de Unesco dat de twee molengangen wel op haar lijstje met werelderfgoed mochten komen staan omdat “[er sprake is van] een duurzame techniek zonder de natuur te belasten”. Opvallend is dat de meeste molens geen namen hebben maar nummers. Een paar van die bouwwerken kun je (tegen betaling) bezoeken, wandelen en fietsen is gratis. 

Onze fietstocht ging natuurlijk verder dan de molens. Leuke tocht door de Alblasserwaard. Toen we na 55 kilometer weer thuis waren en ik op Google een kaart zocht van dit gebied kwam ik een middeleeuwse kaart tegen met spoorlijnen. Vraag: hoe betrouwbaar is informatie op internet. Nevenstaande kaart is een andere. Voor de statistieken: de lunch werd vandaag (zoals gewoonlijk niet belangeloos) verzorgd door de Jumbo: een frikadellebroodje voor mij en een koffiebroodje voor W. Een bejaardenhand is gauw gevuld. Tegen drieën “thuis”, uurtje rust, accu’s bijladen en opnieuw “anroet”, nu richting Zwijndrecht en een groot stuk langs de Oude Maas. Water, water en nog eens water. Beiden een welverdiend koud biertje: mag toch na 90 kilometer pedaleren?       

V (Harreveld): 151.448; A: 151.641
Alle dagen prettig en warm; ideaal fietsweer.






woensdag 29 juli 2020

een dubbele verjaardag 

maandag 27 tot woensdag 29 juli: @ harreveld 

Moeder 94 en dochter 67, de een jarig in februari, de ander in juli. Aangezien corona vanaf maart het nodige roet in het eten gooide kon het geplande uitje voor “oude oma” niet eerder dan nu plaatsvinden. Kleinkinderen wilden “jonge oma” graag verwennen, dus de camper op maandag geplaatst op “Camping Harreveld” (niet voor iedereen toegankelijk: op het erf van de kleinkinderen) - foto's aan het eind van dit verhaal, op dinsdag met het prutsautootje het uitje gedaan met “oude oma”, met zoon en schoondochter ’s avonds bij het vuur ietwat doorgezakt en op woensdag de felicitaties van de kleinkinderen in ontvangst genomen. 

Dat wat het korte verhaal, nu het wat langere. 

Een “oud” mens doe je geen groter plezier dan teruggaan naar vroeger. In Terschuur op de Veluwe kan dat uitstekend. Kees Bakker heeft daar een museum opgezet van oude voorwerpen, geschat aantal: ruim één miljoen. Hij noemt het zelf een uit de hand gelopen hobby van een verzamelaar. De voorwerpen zijn gegroepeerd rond 160 ambachten, van kapper tot scharensliep en van schoolmeester tot vroedvrouw. Het museum bestrijkt het tijdvak 1910 – 1970 (volgens de website van Museum Oude Ambachten), maar volgens mij is het een paar jaar later: de tentoongestelde hobbycomputer Commodore 64 kwam pas in augustus 1982 op de markt. 

Het was een feest van herkenning, niet alleen voor oude oma. Broer/zwager en schoonzus waren ook van de partij vergezeld van hun harig beest dat vandaag zijn blaf keurig inhield. De oude schoolklas kreeg natuurlijk veel aandacht vooral omdat daar de twee leesplankjes naast elkaar lagen: aap-noot-mies en de katholieke variant aap-roos-zeef. 



Mijn hart begon echt te kloppen toen ik mijn eerste (hobby-)computer zag staan: een Texas Instruments 99/4A; met het geweldige interne geheugen van 4 Kilobyte, gegevensdrager een cassettebandje en een oude tv diende als monitor. Bouwjaar 1981; de al eerder genoemde Commodore 64 (een jaartje later op de markt gekomen) was dan al weer een stuk verder, technisch gezien. "En graag geen verhandeling van drie kantjes over het verschil tussen die twee computers, daar is echt niemand in geïnteresseerd!" was de opdracht van W. Ik had je graag mee willen nemen in de geschiedenis van de hobbycomputerwereld, maar ik mag dus niet! Misschien maar beter ook.


Wel een beetje druk in het museum, moeilijk om voldoende afstand te houden. In Tolkamer aan de Europakade was dat een stuk gemakkelijker en de wind waaide eventuele schadelijke stoffen wel weg. 

Het uitje werd afgesloten met een etentje bij De Rode Leeuw in Terborg. Over de kwaliteit van het geserveerde eten werd wisselend gedacht, mijn spareribs waren goed binnen te houden. Ik mocht rijden, dus W mocht aan de wijn. Ook goed binnen te houden. Een warme zit en een koud drankje bij het kampvuur op de boerderij van zoon/schoondochter waren het toefje slagroom op de pruimentaart. Mooie dag en W weer een jaar ouder. 

Woensdagochtend stond in het teken van de kleinkinderen: een verlaat ontbijt want oma houdt nu eenmaal van uitslapen. Leuke cadeautjes en hele discussies van welke kip het ei afkomstig was, inderdaad: de kippen zijn nog jong en nog niet zo legs. Na de koffie en de taart op weg naar het westen, maar daarover een volgende keer meer. 

Verreden kilometers met de camper: 6.  Km's met het autootje zijn niet zo interessant.










vrijdag 24 juli 2020

noord-groningse zijlen 

De werktitel had ook kunnen zijn “samen met mezelf”, maar je kunt zo’n stuk nu eenmaal maar één naam geven. 

Het bekende verhaal: W weer een volle agenda en ik wil niet uit mijn neus lopen peuteren. Opdracht van W: “Ga eens kijken of de Onlanden op de grens van Groningen en Drenthe wat voor ons is”. Opdracht teruggegeven, want een blik op beschikbaarheid van camperplaatsen en zelfs campings was voldoende om te concluderen: veel te druk. 

Plan B uit de kast gehaald: Groningen heeft net als Friesland veel water en moet dat kwijt. Logisch om dat overtollige vocht in de Waddenzee te dumpen, maar tussen land en zee liggen metershoge dijken. Om dat probleem op te lossen hebben we al in de grijze oudheid het systeem van sluizen ontwikkeld. En omdat sluizen in het Gronings (en in het Fries) zijlen heten en ik uiteindelijk in het noorden van de provincie terecht wil komen, krijgt dit verslag de titel “noord-groningse zijlen” mee. 

zondag 19 juli: @ uelsen 

Na de noen Puzzel voorzien van een slokje drinken en gezorgd voor een beetje nat en droog voor de bestuurder. Via een overbekende route naar Uelsen in Duitsland. Die camperplaats heb ik dus vanaf heden afgeschreven: het is te druk geworden, de 4G-verbinding rammelt aan alle kanten (ik kon op maandagmorgen zelfs geen afbeelding van W ontvangen op mijn WhatsApp en dan heb ik het over een plaatje van 57 Kb!) De internetverbinding van de camperplaats zelf was tot heden toe altijd redelijk, maar was nu ook knudde. Misschien komt het doordat 12 campers (er zijn 13 plaatsen) allemaal tegelijkertijd gebruik willen maken van dat ene (waarschijnlijk nog koperen) draadje. Duitsland en telefoon: het kan nog steeds niet samen door één deur. Nu had ik onlangs een aantal boeken op mijn e-reader gezet en “Zwarte bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis” van Rob Hartmans stond nog in de klaar-om-te-lezen-stand. In de kiepstoel in het zonnetje: wie doet me wat? Wees gewaarschuwd: als ik een keer niets meer te vertellen heb over mijn/onze reizen komt er een zwarte bladzijde aan de beurt, ik heb 18 verhalen voor je! 

maandag 20 juli: @ blijham/oude pekela 

Voor tienen moet je weg zijn van de camperplaats in Uelsen, anders mag je een dagje bijbetalen. Geen probleem: om half tien waren de afbakbroodjes en de koffie op en via een kronkelroute naar camperplaats de Turfstee op de grens van Oude Pekela en Blijham. Een kronkelroute inderdaad: Klazinaveen, Barger-Compascuum, Emmer-Compascuum (de laatste twee mooi gelegen aan een of andere trekvaart), Ter Apel en Musselkanaal. Dat gebied van de Compascuums moeten we nog eens een keertje beter verkennen. Ook op de Turfstee de kiepstoel voor de dag en een middagje “klungelen”. Vallen de oogjes toch vanzelf dicht.

dinsdag 21 juli: @ delfzijl 

“Een klein stadje, tien of hoogstens twaalf straten, geplaveid met mooie rode klinkers, zo regelmatig als de tegels in een keuken, lage huizen van baksteen met veel licht en vrolijk gekleurd houtwerk”. Zo zag Delfzijl er in september 1929 uit volgens Georges Simenon, de schrijver die de figuur van de beroemde commissaris Maigret heeft bedacht, tijdens zijn verblijf in Delfzijl. Tenminste… dat wordt beweerd. Simenon was met zijn kotter Ostrogoth op reis en kreeg pech met zijn boot. De reparatie duurde een tijdje en Simenon deed drie dingen: Maigret bedenken, jenever drinken en pijp roken. Aan de oever van het Damsterdiep staat een standbeeld van Maigret, door uitgeverij Bruna aangeboden aan de gemeente Delfzijl. Van het beeld van Pieter d’Hont heb ik ooit een kleine miniatuuruitgave gehad, gekregen bij de aanschaf van alle Maigretuitgaven verschenen in “groene kunstleren boekbanden”. Zowel beeld als boeken hebben de tand des tijds niet doorstaan: boeken naar de kringloop en beeld weet ik niet meer. Een van de delen speelt zich af in Delfzijl: Un Crime en Hollande. 

Delfzijl heeft sinds kort een mooie camperplek met de naam “Camperlocatie Eemsdijk”, code Campercontact 78.130, € 12,50 per overnachting, stroom € 1,00 per 2 kWh. Van alle gemakken voorzien, ook sanitair. Ruime verharde plaatsen. Wat me opviel was dat er een andersoortig publiek was dan op een doorsnee camperplek: 50 % buscampers en af en toe een juweeltje: zie foto’s. 




Delfzijl is ontstaan doordat er een zijl (sluis) in de Delf (vroegere naam voor Damsterdiep) aangelegd werd. Eigenlijk waren het drie sluizen, maar ik zal je de details besparen. Tot die tijd (dertiende eeuw) had de Delf een open verbinding met de zee, met alle gevolgen van dien. Voordien was er al wel sprake van bewoning in de omgeving. De bevolking woonde op wierden (bulten) om de voeten droog te houden. De stad ontwikkelde zich tot een vesting. Wie de havenstad aan het einde van de 16e eeuw wilde veroveren moest van goeden huize komen. In de loop van de 19e eeuw was de manier van oorlog voeren ingrijpend veranderd: wallen en grachten hadden hun verdedigende waarde verloren. In heel veel plaatsen lagen ze de uitbreiding in de weg. In 1874 werd de Vestingwet aangenomen. Deze wet bepaalde dat gemeentes hun vestingwerken mochten afbreken. In Delfzijl waren ze met dat slechten in 1886 klaar. 

Nog even een bezoek gebracht aan de haven. Blijkt dat Wagenborg niet alleen een paar bootjes naar twee Waddeneilanden in de vaart heeft, maar een gigantisch bedrijf is. Er lag een joekel van een vrachtschip van die maatschappij in de haven. 


Delfzijl is van de Eems gescheiden door dijken. De haven ligt buitendijks. Om van de ene kant van de dijk naar de andere te komen brengt men dijkgaten (ook coupures genoemd) aan, gaten die bij extreem weer gesloten kunnen worden. Om van de stad in de haven te komen kun je door de Grote Waterpoort, gebouwd in 1813, gerestaureerd in 1970. Delfzijl was een belangrijke uitwijkhaven voor de Nederlanden wanneer de havens van Holland en Zeeland wegens oorlogsomstandigheden weer eens een keertje onveilig waren. 


Wat ook buitendijks ligt is het Eemshotel, het staat op een aantal pilaren in de Eems en dateert uit 1965. Het is al een aantal keren failliet verklaard, maar tegenwoordig heb je weer een tweepersoonskamer met uitzicht op zee voor 96 €, dat is dan wel zonder toeristenbelasting en exclusief ontbijt. 


Een bezoek aan het mooie station (eindpunt van de lijn Groningen – Delfzijl) maakte de verkennende tocht compleet. 


woensdag 22 juli: @ delfzijl 

Twee fietstochten op het programma. Twee, want de accu (van de fiets) moest tussentijds opgeladen worden. De ochtendtocht ging allereerst naar Appingedam, voornamelijk langs het Damsterdiep. Appingedam is qua stadje veel mooier (en authentieker) dan Delfzijl. Het is ontstaan op een van de dijken langs de Delf, we noteren dan het jaar 1100 of zo. Beroemd zijn de hangende keukens en de Nicolaïkerk met het ertegenaan gebouwde raadhuis. Ik kom hier ongetwijfeld met W nog een keer terug en dan wat meer verhaal. 




Via een omtrekkende beweging (schitterende fietspaden) naar de Eemsdijk en de laatste 6 kilometer of zo hoog op de dijk met de wind achter terug. Fietsen zoals fietsen eigenlijk hoort te zijn. 


De middagtocht ging naar Termuntenzijl, een dorp dat 1601 in het Termunterdiep een sluis werd aangelegd. 85 Jaar later vaagde de Sint Maartensvloed alles weg. Dit probleem werd opgelost door de aanleg van “de Boog van Ziel” in 1724: een sluis zoals een sluis er uit hoort te zien! Deze werd op zijn beurt eind 19e eeuw vervangen door de huidige sluis. Termuntenzijl drijft nu voornamelijk op toerisme. Het heeft onder meer een grote camping en een jachthaven (met een kleine camperplaats).





Op weg van Delfzijl naar Termuntenzijl kwam ik langs het Monument Oterdum. Oterdum is een voormalig dijkdorp aan de Eems. Omdat de zeedijk hier moest worden verbreed werd het dorp volledig gesloopt. Wat rest is een verzameling grafzerken op de locatie van de oude kerk en het kerkhof. Een monument, een bronzend hand (1978) werd een jaar of tien geleden gestolen, vermoedelijk door bronsdieven. Er staat nu een replica van kunststof. Brons was te duur en je loopt het risico dat de dieven nog een keer toeslaan. 




Op de allerlaatste vokjes de bus bereikt, want het laatste stuk strak de wind tegen en dat kost allerlei soorten energie.

donderdag 23 juli: @ bentelo 

Twee fantastische en “bezige” dagen in Delfzijl. In 2021 komt op de plaatsnaamborden onder Delfzijl “gemeente Eemsdelta” te staan, de gemeente wordt dan samengevoegd met Loppersum en Appingedam. Ongetwijfeld komen we er voor die tijd met zijn tweeën nog wel terug voor heel veel actie. Voor mijn doen was ik in mijn eentje al behoorlijk “bezig”. Tijd om bij te komen van alle activiteiten, opgedane indrukken en doorstane emoties en waar kun je dat beter dan op de Bentelose Esch in, je raadt het al, Bentelo. Maar eerst mijn laatste zijl: Nieuwe Statenzijl. 

Nieuwe Statenzijl: een gehucht van zes huizen en een groot sluizencomplex op de grens met Duitsland. Door de voortschrijdende inpolderingen moest de Oude Statenzijl vervangen worden. Wat jaartallen: 1876 spuisluis, 1907 schutsluis, 1991 grondige renovatie. De sluis scheidt de Dollard en de Westerwoldse Aa. Nog iets voor W: een eind de kwelders in staat de vogelkijkhut de Kiekkaaste met een fantastisch uitzicht over het kwelder-, slikken- en waddengebied van de Dollard. Zegt men… ik geloofde het wel. 






Nu we het toch over de Dollard hebben: het is een estuarium waar de Eems in uitmondt om dan via de Eemsmonding verder te stromen naar de Noordzee. De Dollard is in de late middeleeuwen ontstaan ten gevolge van meerdere overstromingen en stormvloeden die het oorspronkelijke veenlandschap grotendeels hebben opgeruimd. Bij laag water valt ongeveer 78 procent van de Dollard droog als wad. Ik vond een kaart van de verdronken Dollarddorpen, getekend door Ubbo Emmius die de situatie in 1277 weergeeft. 


We hebben inmiddels weer grote delen van de Dollard drooggelegd, tussen de 16e en de 20e eeuw vonden aardig wat inpolderingen plaats. 


Nog een laatste wetenswaardigheid: Nederland en Duitsland zijn het al eeuwenlang oneens over de grensverhoudingen op het water. Bijgaande kaart laat zien hoe beide landen over de loop van de grens denken. 


Via de A31, A30 en A1 heb je een pijlsnelle verbinding met Bentelo en behalve een boodschap op de fiets in Hengevelde (fijn met het elektriek op standje onbenullig) was de kiepstoel in de zon inspannend genoeg. 



vrijdag 24 juli: @ bentelo 

Een nieuwe fietsroute ontdekt voor later een keertje, want na anderhalf uur onderweg ging het buienalarm af. Zelfs de allerkortste weg naar de bus kon niet voorkomen dat ik andere kleren moest aantrekken. Fijn dat een luifel niet alleen zon maar ook regen weert. En een uitstekend moment om dit verhaal af te maken. Morgen weer @ home en allerlei familiedingen. Ook leuk.

V (zondag): 150.910; A (morgen thuis – vermoedelijk): 151.442