Het was een rustig nachtje aan de Dill in Wetzlar. De potjes
konden ook nog leeg en vervolgens op naar Braunfels, een klein eindje terug, op
een bultje aan de Lahn. Braunfels wordt samen met Schloss Braunfels in 1246
voor het eerst in de geschiedenisboeken genoemd en heeft sinds 1607
stadsrechten. W, Tom-Tom en ik hadden een meningsverschil over de route in
Braunfels zelf: Tommie vond dat Puzzel maar dwars door de nauwe straatjes van
de Altstadt moest rijden (gelukkig was het marktdag en kon dat niet); W vond
eerst de parkeerplaats van de Lidl een geweldig idee en later de camperplaats
ergens onder de burcht (ik had echter geen zin in klimmen). Uiteindelijk werd
het een gratis P direct naast de muur van het kasteel. Wel echt buiten het
seizoen: rondleidingen alleen in het weekend, Schlosscafé idem. Maar wel leuk
rondgestruind, daar waar we nog mochten komen. Er is een indirecte link tussen het Nederlands koninklijk huis
en Braunfels. Amalia van Solms-Braunfels was de moeder van stadhouder Willem II
van Oranje-Nassau. Willem III (de kleinzoon van Amalia) is kinderloos gebleven,
dus is die tak van de Oranjes uitgestorven. Leuk kasteeltje en leuke
vakwerkhuizen in Braunsfeld. We konden ook het dak van Puzzel nog even
controleren op duivenstront. Persoonlijk vond ik dat interessanter dan de
vrouwen van de Oranjes.
Zonder snelwegen verder gereden naar Alsfeld. De bedoeling
was dit historische stadje als tussenstop aan te doen, maar W vond dat er
genoeg was gereden: actie graag en veel! Nu valt er genoeg te zien in Alsfeld,
dat “erstmals 1069 urkundlich genannt” werd. De mooie vakwerkhuizen van de stad
dateren veelal uit de 16e eeuw. Een stadswandeling (vanaf de camperplek tot het beginpunt, de wandeling zelf en terug naar ons puzzeltje was ruim 8.000 stappen) leidde ons langs 39 hoogtepunten van de stad, voornamelijk
vakwerkhuizen dus (dat die dingen nog blijven staan: de een is nog schever dan
de ander), een paar kerkjes en een kapelletje, een torentje, enkele sfeervolle
pleintjes, een vervallen klooster, het Rathaus en twee keer een put. Ze doen zo
goed hun best in Alsfeld dat de stad één van de 51 “voorbeeldsteden” van de
Europese Unie is, een keer weer eens wat anders dan die Werelderfgoedlijst van
de Unesco (waar trouwens mijn schuurtje nog steeds niet op staat). Er staat anderhalf uur voor de stadswandeling, wij konden het in minder dan de helft.
Und der Luther war auch hier! In 1521 moest hij zich bij de
keizer verantwoorden op de Rijksdag (morgen of zo het hele verhaal), Op zijn reis van Wittenberg naar Worms (en
terug) kwam hij door de stad. Overigens heeft men de weg die Luther toen heeft
afgelegd nu bewegwijzerd en is het een wandel- en pelgrimspad geworden. Alsfeld
was trouwens één van de eerste Duitse steden die de Reformatie hebben omarmd.
Terug op de camperplaats (Erlenstadion, campercontactcode
3740) de fietsen gepakt en een stuk van de Schwalmtalradweg gefietst. Nee, het
is niet de Schwalm (of Swalm) die in de Maas haar water loost, maar de
Hessische Schwalm die ontspringt in de Vogelsberg en 97 kilometer verderop
opgaat in de Eder. De route is wel een stuk bultiger dan de Lahntalradweg, maar
dat hebben we gecompenseerd door gewoon wat minder te fietsen.En weer de hele dag een strakblauwe lucht. Het leven kan best wel mooi zijn, zelfs met die blauwe lucht.
V: 89.222; A: 89.322