Vaste lezeres F te D vond dat we maar moesten genieten van de Indian Summer. We doen het en hebben er onze handen aan vol! Ook reageerde ze op mijn plaatje (zie het vorige verhaal) met daarop de optimist, de pessimist en de realist. Volgens haar moest de meest rechtse op de afbeelding een azijnpisser zijn.
zaterdag 28 september: @ palavas-les-flots
De bedoeling was een verplaatsing van 38 kilometer vanuit Vias, het werden er 71. Reden: vrijwel alle campings in deze omgeving zijn al gesloten, slechts een enkeling blijft nog tot half oktober open. Juist die “enkelingen” zitten afgeladen vol of zijn (zoals onze beoogde camping Laguna in Frontignan) complet. Nu wist ik dat er in de buurt van Vic-la-Gardiole nog een boerencamping moest zijn. Die was er ook, maar een beetje te “rural” in de zin van armoede troef, maar dan wel tegen een relatieve hoofdprijs.
Doorgereden naar Palavas-les-Flots, naar de camperplaats waar we al een paar keer eerder gestaan hebben en de naam van de ontwerper van het Canal du Midi draagt, Paul Riquet. Ook “complet”, maar nadat W al haar charmes in de strijd had gegooid, mochten we kijken of ons busje op een ienie-mienie-plekje paste op de Kalverstraat van de cp. Het kon allemaal net, stoeltjes op de stoep en veel inkijk. Het grootste voordeel: we staan tegenover het hokje van de “veilleur de nuit”, de nachtwacht dus: een potige man met een strak zwart T-shirt met de angstaanjagende letters securité. De eerste keer dat we het hier zo vol meegemaakt hebben, ook aardig aan de prijs inmiddels: 20 € per nacht, inclusief stroom en toeristenbelasting. De cp ligt aan de rivier de Lez, in dit gebied gekanaliseerd. Het ziet er allemaal vredig uit, maar soms kan het spoken. Het gebeurt vaker dat Montpellier in een paar uur tijd de regen krijgt die normaal in een half jaar valt.
Op de fiets en dan ook nog een route die we nog nooit gehad hebben: langs de zee naar La Grande Motte. La Grande Motte hebben we te danken aan Charles de Gaulle. Hij kwam in de jaren zestig van de vorige eeuw op het idee om midden in een zoutwatermoeras vol muggen een toeristenstad te laten bouwen. Reden: de Fransen die geld, een auto en geen geweten hadden gingen tijdens de vakantie “de bult” over en wisselden hun frankjes en spendeerden veel peseta's in het land van dictator Franco en wel in toen nog idyllische vissersdorpjes als Lloret de Mar, Salou en Tarragona. Jawel: het was er ooit leuk en gezellig. Het zal wel meer met economie dan met politiek te maken hebben gehad dat De Gaulle de Fransen wilde weghouden van de Costa Brava. Het kostte een paar miljarden, maar toen stond de stad er, getekend door architect Jean Balladur (hij was ook filosoof). Een stad met de aparte piramideflats, veel groenzones, open straten en zonnige terrasjes, inclusief een jachthaven die 1400 boten kon herbergen. Ook hier zijn de nodige verdelgingsmiddelen gebruikt, geen mug heeft het overleefd (ze moeten nog wel regelmatig “naspuiten”). Vanwege zijn bijzondere moderne architectuur is La Grande Motte uitgeroepen tot Patrimoine du XXême siècle, erfgoed van de 20e eeuw. Ben benieuwd wie die oorkonde heeft uitgereikt, de Franse regering misschien. Wil je er heen? Ryanair vliegt al voor 14 € vanaf Charleroi naar Montpellier, alleen moet je tegenwoordig ook een paar Euro betalen voor handbagage.
Mooi tochtje, al was een groot gedeelte van de terugweg identiek aan de heenreis. Och: de zee lag nu aan de andere kant, dus een totaal andere beleving.
V: 143.449; A: 143.520
We vertrokken tegen tienen met 20 graden en konden ’s middags 26 graden noteren.
zondag 29 september: @ palavas-les-flots
Strak blauw, dus een mooie dag om te fietsen. Eerst even Puzzel op een ander plekje geparkeerd, iets meer privacy is welkom. Het is zondag, dus de weekend-Fransen vertrekken. Nu hoeven ze pas om vier uur het terrein verlaten te hebben (dus na hun uitgebreide middagmaal), maar de doorreisklanten zorgen al tegen tienen voor wat lege gaten op de camperplaats.
Een mooie fietstocht, een soort non-stop vlucht naar Frontignan, maar dan met een tussenlanding in de buurt van Lattes. Vaste prik wanneer we in Palavas zijn is een bezoekje aan de Site naturel protégé du Méjean (ondertitel: maison de la nature de Lattes). De naam zegt het al: een natuurreservaat dat een goed idee geeft van de wetlands langs de kust van de Middellandse Zee. Je kunt er verschillende wandelingen maken langs lagunes, door moerassen en rietweiden. De witte ooievaars die we tijdens de vorige bezoeken aantroffen waren er nu niet. Deze keer deden we de wandeling “grains de Méjean”, lekker makkelijk over voornamelijk vlonderpaden en allemaal bordjes met verklarende teksten over wat we allemaal moeten zien, goed voor ons Frans. Wel een waarschuwing vooraf: wespennesten in het vlonderpad, als je niet gestoken wilt worden kun je beter het naastliggende zandpad nemen (een zeer vrije vertaling). We zijn bikkels en geen steekbeest gezien.
De “oude mensjes” bellen, want zondag en vervolgens een mooie fietstocht over dijkjes waar de Fransen weer op hun best zijn: de fietsroute (aangegeven door een bordje) gaat naar links en 10 meter verder staat een bord “verboden voor fietsers”. Niemand trekt zich daar wat van aan, wij dus ook niet. Even een schermafbeelding van de Guru Maps-app die ook nu weer goed van pas kwam; kun je zien hoe gedetailleerd de weergave is. De stippellijn is een zandpad en inderdaad: het pad houdt op.
Af en toe dacht ik: “Links Wasser, rechts Wasser und in der Mitte ein Kanal”.
Frontignan dus, maar dan niet helemaal. Aan de rand van Frontignan-Plage ligt Plage des Aresquiers, een plek waar W nat werd en ik zand in mijn bilnaad kreeg.
Besloten om nog maar een dagje te blijven: mooi weer en fietsen naar Montpellier hebben we nog nooit gedaan.
maandag 30 september: @ palavas-les-flots
Een dagje bijboeken dus om op de fiets naar Montpellier te gaan. Het werd een avontuurlijk en vooral sportief dagje. Mooie stad, dat Montpellier, het ligt aan de Lez, net als Palavas, dus dan weet je wel hoe het fietspad loopt. De rivier is maar 30 kilometer lang. Laat in die Lez nu een zeldzaam visje voorkomen (nergens anders dan in een stuk van 3 kilometer van de Lez bij Montpellier): de Cottus Petiti. Petit is het visje wel: het mannetje wordt niet groter dan 56 mm. Je zult er dus behoorlijk wat van moeten eten wil je je buik vol hebben. Maar helaas: beschermd.
Kaart gescoord bij de plaatselijke VVV en wat hoogtepunten aangekruist. De Opera, het gemeentehuis en de kathedraal mochten niet ontbreken. Over de Cathédrale Saint-Pierre vertelt het Nederlandstalige foldertje annex plattegrond het volgende: “In 1364 liet paus Urbanus V, oud-student in Montpellier, een klooster en een kerk bouwen, die bijna 200 jaar later, in 1536, werden omgedoopt tot de Cathédrale Saint-Pierre. De zuidelijke gotische stijl, het massieve silhouet en de imposante portaal die door twee ronde pilaren wordt ondersteund, doen het geheel op een middeleeuwse vesting lijken.” Nog even binnen gekeken: niet echt mooi maar wel erg groot!
De botanische tuin (16e eeuw) mochten we niet in: elke dag open, behalve op maandag. En toen we nog een uitgebreid rondje “oude” stad gedaan hadden, gingen we via de “nieuwe” stad (Antigone) weer naar de Lez om via een leuke route een strandje op te zoeken, want 28 graden. Helaas ontbrak er bij een putje (gooi niks in mij, want alles komt in de zee terecht) een tegel en juist dat ene putje met die ontbrekende tegel wilde graag met mijn achterwiel kennismaken. Ik weet het: ik struikel over een lucifershoutje en zie de weg niet omdat ik altijd teveel details van de omgeving wil zien. Bandje overleefde de intimiteiten niet. Bijna alle fietsenmakers in Frankrijk zijn op maandag gesloten (in Nederland toch ook?), maar dank zij de geniale uitvinding die smartphone heet konden we weer een buitenlandse fietsenmaker aan onze verzameling toevoegen. Alleen: 2,7 kilometer lopen en toen het apparaat zei: “uw bestemming bevindt zich aan de rechterkant”, was dat helemaal niet de bestemming. Schijnbaar heb ik tijdens de wandeling (het was 28 graden) teveel gevingerd op het touchscreen, waardoor de bereikte eindbestemming niet overeenkwam met het beoogde einddoel. Sterker nog: een nieuwe routeberekening leerde dat we de Giant nog eens ruim vier kilometer mochten voortduwen. W heeft haar telefoon maar als back-up gebruikt, je weet maar nooit wat die grote mannenvingers allemaal kunnen en doen. Toen de stappentellerapp van W begon te applaudisseren (10.000 stappen bereikt) en de thermometer bij de apotheek 30 graden aangaf, had ik het helemaal gehad met fietsen en vooral fietsen duwen, Frankrijk in het algemeen en Montpellier in het bijzonder en de été indien kon me helemaal gestolen worden.
Fiets afgeleverd en twee-en-een-half uur (en 30 €) later konden we het beestje weer ophalen. Intussen hadden we nog een deel van Montpellier bewonderd (jawel: te voet!), een drankje genuttigd, vooral veel bankjes uitgeprobeerd en schitterende trammetjes bekeken. Beiden waren we het er over eens dat zwarte trams het beste passen in het straatbeeld van Montpellier. Ja, je moet toch op een prettige wijze de tijd overbruggen.
Zelfde weg terug en nog net in het laatste zonlicht kon W weer nat worden in zee en ik zand in mijn bilnaad krijgen. Wat kan reizen toch mooi maar ook enerverend zijn.
Temperatuur: oplopend tot 28 graden, in de stad 30.