dinsdag 1 oktober: @ pineda de mar
Toch nog maar een paar litertjes diesel getankt in Palavas-les-Flots. Door ons extra uitstapje (Palavas in plaats van Frontignan) klopte de berekening niet helemaal meer en ik heb ooit een keer met angstzweet in mijn bilnaad en handen de bult overgereden om op de laatste druppeltjes diesel de eerste brandstofpomp in Spanje te halen: zuinige Nederlander, inderdaad. Zie eventueel https://berrynales.blogspot.com/2018/02/de-aanvliegroute.html. Getankt voor € 1,429 in Frankrijk, de eerste pomp in Spanje gaf € 1,299 aan. Verder van de grens af wordt het goedkoper.
Over het ritje valt niet zoveel te vertellen, behalve dan dat we dat stomme lied van Anita Berry niet uit ons hoofd konden krijgen, een hit uit 1962 met een verschrikkelijke tekst van Gerton van Wageningen, echt zo’n Johnny Hoes-liedje:
Middellandse Zee, souvenir van een zomer
Enkel al het woord is als wijn op de tong
Middellandse Zee, wie haar kent wordt een dromer
Die nog nooit voldoende haar charme bezong.
Duizend keer, duizend keer
Kan dit lied al gezongen zijn
Maar ik leer, maar ik leer
Van de wind soms een nieuw refrein
En steeds weer, en steeds weer
Geeft de zee mij het tempo aan
In een ritme, in een ritme
Dat blijft bekoren zolang er licht is van zon en maan.
Overal in Europa’s zuiden, van Gibraltar tot bij Capri
Componeren natuurgeluiden steeds opnieuw deze melodie
De natuur schrijft met vele handen
En de zee dient als blauwe inkt
Het papier zijn de witte stranden
Waar ik kan lezen hoe dit wijsje klinkt.
Ik heb een couplet weggelaten, het was te gek: over het zengen van duizend zonnen die door de golven worden geblust. Wie verzint het? Het blijft in je hoofd zitten en ik ben bang dat elke keer wanneer we een stuk blauwe zee zien we weer dit nummer gaan brullen.
De route was niet echt spectaculair, mede omdat we voor Perpignan de tolweg genomen hebben om die in La Jonquera weer te verlaten en de NII te nemen. Prettig winkelen trouwens in Spanje: de prijzen zijn een stuk vriendelijker dan in Frankrijk. Meestal doen we de boodschappen bij onze vakantiehuissuper en dan merk je de verschillen onmiddellijk. Ook een aangepast assortiment: erg veel vis en schaaldieren.
Pineda de Mar dus. Ik verkeerde in de veronderstelling dat dat aan de Costa Brava lag, maar werd genadeloos door W op de vingers getikt: de Costa Brava eindigt bij Blanes en het stukje van Blanes tot Barcelona (zo’n 50 kilometer lang) heet de Costa del Maresme, met badplaatsen als Canet de Mar, Calella, Malgrat de Mar, Santa Susanna en natuurlijk Pineda de Mar. Ook Mataró, waar we vorig jaar gestaan hebben, ligt in dit gebied. Achteraf bekeken is de verbinding van deze camping met Barcelona (de trein stopt voor de deur) veel beter dan die in Mataró (een uur staand in een pendelbus).
Het strand wordt hier gescheiden van de badplaatsen zelf door de spoorlijn. Voor treinfanaten: het stukje van Barcelona tot Mataró (met een lengte van 28,4 kilometer) is het oudste treinlijntje van Spanje (1848), de rest tot aan Blanes volgde niet veel later. De foto (geleend van www.theguardian.com) geeft de situatie weer bij Sant Pol de Mar een paar kilometer ten zuiden van onze camping. Een wandelingetje, een duik in het zwembad (W) en Het Bamischandaal van P.F. Thomése uitgelezen. Letterlijk een K..boek. Geen aanrader, tenzij je van oeverloos gezwam over harde knoeperds, mollige achterwerken, dikke borstpartijen, flamoezen (en wat je daar allemaal mee kunt doen) houdt.
V: 143.520; A: 143.842
Rijtemperatuur: 18 tot 28 graden.
woensdag 2 oktober: @ pineda de mar
Een dagje markt, 35 kilometer fietsen (mooie weg langs de zee, deels boulevard, deels fietspad zowel naar het noorden als naar het zuiden), liggen sudderen aan zee (er zijn hier verschillende plekken waar men het niet erg vindt dat je je badpak bent vergeten), de welkomstsangria naar binnen geslobberd, ons bezoekje aan Girona voorbereid en gekeken wanneer we de neus van Puzzel weer naar het noorden moeten richten. Voorlopig nog niet!
Prettig weer: temperatuur oplopend tot zo’n 26 graden, overwegend zonnig. Er was een buitje voorspeld, maar geen regen gezien. Een luie dag.
donderdag 3 oktober: vanuit pineda naar girona
Beetje bewolkt, dus een uitstekende dag om met de trein naar Girona (Catalaans) of Gerona (Spaans) te reizen. De oude stad stond al jaren op ons verlanglijstje. Een chagrijnig mens van de spoorwegen (want uniform) wilde ons wel een “anada i torn” (Catalaans voor heen-en-terugje, dus retourtje) verkopen. Het is dat ze ons daarvoor maar 2 keer € 9,80 rekende anders had ik haar gerangschikt onder de steeds groter wordende groep “menopauzale krengen”. We mochten met de Rodalies de Catalunya mee, zeg maar het zusje van de grote Spaanse spoorwegmaatschappij Renfe; dus net zoiets als de Ariva of de Synthus zich tot de NS verhoudt. Geen geld voor twee keer een uurtje treinen.
Mooie stad dat Girona. “Neem vooral eerst het touristentreintje, want er zijn nogal wat hoogteverschillen” werd ons van verschillende kanten aangeraden. Goede raad, maar vertel er dan meteen bij dat het voor dat treintje 1 oktober end-of-season is. Dus werden het 12.000 stappen door Gerona en wat voor stappen! De oude stad is tegen de heuvels aangebouwd en vanaf de rivier de Onyar leiden duizenden trappen naar boven, trappen die voor een groot deel al in de 8e en 9e eeuw zijn aangelegd.
Girona is nog veel ouder dan de trappen: de stad vindt zijn oorsprong ergens ten tijde van de Romeinen, die hier de eerste citadel bouwden. De stad is door de eeuwen heen meerdere malen belegerd, verwoest en weer opgebouwd. Het ziet er tegenwoordig na talloze restauraties gelikt uit. We hebben wel veel highlights overgeslagen, waaronder het Arabische badhuis dat overigens gebouwd werd jaren nadat de Arabieren de stad hadden verlaten. In de Joodse wijk El Call hebben we veel straatjes en steegjes bekeken en (misschien gevoelsmatig) eindeloos trappen beklommen. De Joden hebben van de 12e tot de 15e eeuw hier gewoond, tot mijn grote vrienden Isabella en Ferdinand (maar niet heus) ze het land uitbonjourden. In het Joods Museum wordt de relatie Spanje – Girona en Joden uit de doeken gedaan, we kennen het verhaal, dus museum geskipt. El Call is erg mooi gerestaureerd.
Girona kent twee immense kerken: de kathedraal en de Eglesia Sant Feliu. Beide gebouwen kennen een uitgebreide bouwgeschiedenis en daardoor verschillende stijlen. Ze waren mooi aan de buitenkant. Om de pandjes van binnen te mogen bewonderen mochten we 8 € per persoon betalen (en dat was dan nog gereduceerd tarief). Voor een paar Eurootjes meer hebben we gegeten bij Txalaka Girona (aan de Carrier Bonastruc de Porta), een tip van schoonzus S te K. Je snapt niet hoe ze het in Spanje voor elkaar krijgen: 3 gangen, water, wijn en brood voor 12 € per persoon.
Voor we op het terras mochten nestelen moest nog wel een rondje stadsmuren gedaan worden (ja helemaal boven aan de trappen). De Muralles zijn gebouwd in verschillende periodes en onlangs mooi vertimmerd.
Uiteindelijk 26 graden in Girona. Een fantastsche dag!
Wat er overbleef bij W. "Het beest kijkt me aan".
vrijdag 4 oktober: @ pinade de mar
De laatste dag aan de Costa de Maresme is een rustdag geworden. Spierpijn bij het opstaan (in ieder geval bij mij) vanwege de sportieve activiteiten van gisteren. Een dagje luieren, fietsen door Malgrat de Mar en Santa Susanna, shawltje kopen op de markt (W) die vandaag in Pineda gehouden werd, liggen op het strand, een beetje zwemmen en veel lezen. Geef toe: het uitzicht vanaf ons terras (foto boven) nodigt toch uit tot nietsdoen en met het zwembad is ook niets mis. De aanwezigheid van wat ander kampeertuig nemen we dan maar voor lief. We zitten in een Nederlandse enclave met een hoog we-zijn-er-bijna-gehalte. Je mag zelf invullen.
Nog twee weken en we hebben de verschillende kleuren blauw weer ingeruild voor 50 (of meer) tinten grijs. Moet er nog even niet aan denken. En even voor de kleinkinderen de onderstaande foto.
Oma durft hier te zwemmen, dapper!