noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 6 september 2019

dakloos – 2: nog een weekje in kotten

zondag 1 tot vrijdag 6 september: @ kotten 

Nog één week is onze uitvalsbasis de mooie buurtschap Kotten bij Winterswijk. De dagen kabbelen voorbij, het meest significante verschil met vorige week is de temperatuur: op sommige dagen 15 graden frisser dan een weekje geleden. Wel lekker ’s nachts, al gaat het wel hard: op donderdagavond en vrijdagmorgen mocht zelfs de kachel even aan. Een graadje of 11 ’s morgens vroeg is dan misschien nog net lekker om wakker bij te worden en koffie te zetten, maar om vervolgens stil te moeten zitten terwijl de virtuele ijspegels uit je neus komen is ook niet alles. 



Vaste lezeres L vroeg zich af waarom ik het in mijn vorige blog heb over Holthoes en een paar maand geleden over Holthuus. Tja vaste lezeres L: er is maar één Achterhoek, maar de Achterhoekse taal verschilt van plaats tot plaats. En zelfs binnen dezelfde plaats kunnen nog verschillende vormen van woorden voorkomen. Hoes/moes, huus/muus of huis/muis, het is maar waar je woont in Nederland. Mijn andere helft maakt het wel erg bont: er woont een moes in het huus. Als je het probleem gaat googelen kom je duizenden leuke verwijzingen tegen. Genoeg om je een dag van de straat te houden. Het huis van onze (tijdelijke) overburen heet Ni’j Holthoes, dus de oe-vorm zal hier in Kotten gangbaar zijn. Alhoewel: hij woont in een groot hoes en ik in een klein huusken, in de een woont een grote moes en in de ander een klein muusken. Kun je het nog volgen? 

W vond dat ik met de opmerking “menopauzale krengen” alle vrouwen in mijn vorige blog op één grote hoop gooide. Was niet de bedoeling, ik ergerde me alleen aan het niet teruggroeten van die wijfjes. Volgens W moesten dat dan wel Winterswijkse vrouwen zijn geweest, want Winterswijkers vormen een stug volk. Dus daar waar ik de vorige keer “menopauzale krengen” schreef moet dat zijn “menopauzale Winterswijkse stugge dozen”. Ook dat weer rechtgezet. 

Dan nog één ding naar aanleiding van mijn vorige blog. Ik beloofde daar de naam van een stijlfiguur op te zoeken, het ging om de uitdrukking “oorverdovende stilte”. Met een mooi woord heet zo’n tegenstrijdigheid “oxymoron”. Andere voorbeelden: ongekroonde koning, een exacte inschatting, een levend lijk, negatieve groei, werkvakantie en ten slotte vloeibaar gas. En nee: een paradox is net weer een ander stijlfiguurtje. Zoek het maar op als je een goede internetverbinding hebt. 


Op maandag mocht de camper naar de camperboer voor het herstel van een paar kleine dingetjes, een lampje hier, een dopje daar en een niet-op-gas-werkende koelkast. Als je huis om acht uur ergens moet zijn mag je er vroeg uit. Om kwart over acht waren we dus echt dakloos. Gelukkig hadden we ons autootje nog en dat bracht ons naar de Ikea in Duiven waar ze sinds januari een ander ontbijt hebben. Het vertrouwde één-Euro-ontbijt bestaat niet meer, maar het alternatief is ook goed eet- en betaalbaar. De winkel was nog niet open, dus de aanschaf van een juslepel hebben we maar even uitgesteld.




Leuk binnendoor (via het Looveer in Huissen, spreek uit Huussen en niet Hoessen) naar Landgoed de Mookerheide nabij (jazeker) Mook. We hadden dit jaar de heide nog niet bewonderd en in al mijn onschuld meende ik dat de omgeving van Mook vlak was (heb een hekel aan klimmen, dus de Posbank viel af). Laat nu hier ook in de IJstijden de gletsjerbuldozen hun werk gedaan hebben en de aardlagen met enorme krachten tot zo’n 70 meter hoge bulten opgestuwd. Onze wandeltocht begon bij het jachtslot, ooit (1902) aangelegd door baron Jan van Luden en later eigendom van de Zusters van Dominicatessen van Bethaniė. Toen deze zustertjes niet voor nageslacht zorgden heeft het een tijd dienst gedaan als hotel-restaurant en nu zoekt Natuurmonumenten er een andere bestemming voor. 




Onze wandeling staat bekend onder de naam “Twee schansen tocht”, behalve de Mookerhei worden ook twee 17e eeuwse schansen aangedaan, namelijk de Heumense Schans en de Mookerschans (met uitkijktoren). De schansen hebben niks te maken met de Slag op de Mookerheide, die was namelijk een eeuw eerder, namelijk op 14 april 1574. We zitten dan aan het begin van de 80-jarige oorlog. De opstandelingen (onder leiding van Lodewijk en Hendrik van Nassau, twee broers van Willem van Oranje) wilden de Spanjaarden met een actie in Limburg weglokken bij Leiden. De prijs was hoog: De twee broers legden samen met hertog Christoffel van Beieren en 3000 huurlingen het loodje op de Mookerhei. Het is onbekend of ze “ofte in het gevecht [zijn] gesneuveld ofte in de vlucht van de Peirden gedood, ofte in de Waeter-Poelen is versmoord geweest”. De Mookerhei was toen nog een stuk groter dan het zielige heideveldje dat tegenwoordig zo genoemd wordt en vol moerassen (de waeter-poelen). 







Zes kilometer was de tocht. We hebben er zeven kwartier over gedaan. De Schotse Hooglanders, waarvoor werd gewaarschuwd, hebben we niet gezien. Wel kwamen we een roodborsttapuit tegen (afbeelding afkomstig van de Vogelbescherming), zo’n typisch heidevogeltje (werd overigens niet voor gewaarschuwd, maar dat terzijde). W kon het natuurlijk niet nalaten: uit volle borst kwam Jan Klaasen, de trompetter uit het leger van de Prins, voorbij donderen. Hij marcheerde van Den Helder tot den Briel, maar is nooit teruggekeerd van de Mookerhei. Rob de Nijs zingt over ene Jan Claessen, maar historisch gezien past deze figuur niet op dat moment in de geschiedenis, maar nu dwaal ik weer eens ernstig af. 

We waren een weekje of twee te laat: zo hier en daar was nog een pluk bloeiende heide te zien, maar om een groot paars veld te creëren zou ik aardig moeten photoshoppen en die cursus heb ik nooit gevolgd. Wel een mooie wandeling. Op vrijdag verkassen: de rechtmatige eigenaren komen een dezer dagen terug. We hebben het hier twee weken uitstekend naar onze zin gehad en vertrekken nu naar een camping in de buurt waar we nog een weekje zullen vertoeven tot al onze “verplichtingen” en afspraken afgehandeld zijn en we "echt" op reis kunnen.  


.