noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 10 juli 2018

opnieuw op de fontein


04 – 10 juli: @ eibergen

Een heuglijk feit: de 100e overnachting in de camper dit jaar (toegegeven: W heeft ze niet alle meegemaakt). En waar kun zo’n memorabele gebeurtenis op één van de vele warme dagen en nachten van deze hete zomer beter vieren dan op onze vaste plek op camping de Fontein en wel op het grote veld onder een paar hoge bomen.
 
 
 
 
Eibergen. Als je niet beter weet zou je denken dat de plaats iets met eieren te maken heeft. Wanneer je een beetje rondfietst en je komt het beeld van het gespleten ei tegen (vlak bij het openluchttheater) en je zoekt dan ook nog eens op internet naar het wapen van Eibergen, word je helemaal op het verkeerde been gezet. De naam Eibergen wordt pas sinds de 19e eeuw gebruikt, daarvoor komen we (vanaf 1188) Ecberghe, Ecbergen, Egbergen, Eijgberghe en Eijberg(h)e(n) tegen. Een logische verklaring voor de naam Eibergen zou zijn “een plaats op de rand van een hoge zuidoever (van de Berkel)”. Bekijk voor meer informatie eventueel www.heerlijkheidborculo.nl. Kon overigens niks vinden over dat “gespleten ei”, een volgende keer maar eens bij de VVV binnenstappen.


Tijd om eindelijk (in de schaduw van een paar lommerrijke dennen (kan dat wel?) de dubbelroman van Louis Paul Boon uit te lezen: de bende van Jan de Lichte / de zoon van Jan de Lichte, waarbij vermeld moet worden dat ik het tweede deel interessanter vond dan het eerste. Lezen! Het is 1745. De Franse soldaten van koning Lodewijk XV zijn zuidelijk Nederland binnengevallen (toentertijd de Oostenrijkse Nederlanden). De bevolking is arm. Er heerst hongersnood, pest en cholera. Het Land van Aelst had op dat moment 125.000 inwoners en moest plots 52.000 Franse soldaten voeden. De tijd van de Successieoorlogen dus. Jan de Lichte, hoofdfiguur van deel I, richt een bende op, een bende van dieven, landlopers en ander gespuis. Onze Jan wordt uiteindelijk op de markt van Aelst geradbraakt. Lekker werk trouwens dat radbraken: de veroordeelde werd op een houten rad gebonden. Met een ijzeren staaf werd vervolgens op de ledematen geslagen totdat alle botten waren versplinterd. Overigens wordt Jan de Lichte in het (eerste deel) van Boon in plaats van een ordinaire bandiet opgehemeld tot een idealist en vrijheidsstrijder. In deel twee (de zoon van Jan de Lichte) wordt wat meer aandacht besteed aan de leefomstandigheden van de inwoners van Vlaanderen in de tweede helft van de 18e eeuw, onder andere de opkomst van de aardappel als volksvoedsel en de opkomst van de textielfabrieken. Na de dood van Boon (1979) wilde het Louis Paul Boon-genootschap een hommage voor de schrijver. Het resultaat was uiteindelijk een drie meter hoog beeld van Jan de Lichte dat vervolgens geen enkele gemeente wilde plaatsen en uiteindelijk bij het nieuwe Antwerpse gerechtsgebouw werd neergezet. Bijgaande foto heeft op internet de eigenaarsnaam Henxter, ’t is maar dat je het weet.

haaksbergerveen/buurserzand
“Ik kom er helemaal tot rust. De heide in de zomer, het geluid van de groene specht, de schoonheid van de zeldzame klokjesgentiaan en een ree in de verte. Het landschap met de eeuwenoude jeneverbesstruiken, de bossen, de vennen en de cultuurhistorie verrast je bij elke stap”. Nee, komt niet van mij, maar heb ik geplukt van de website van Natuurmonumenten. Deze club heeft het beheer over het Buurserzand, terwijl Staatsbosbeheer heer en meester is over het Haaksbergerveen. Deze twee gebieden maken samen met het Ammeloër Venn (aan de andere kant van de grens), het Aamsveen en het Witte Veen (en nog wat kleine zooi) deel uit van de restanten van een uitgestrekt hoogveengebied in de grensstreek. Oorspronkelijk was het markegrond (zeg maar algemeen bezit, waar iedere aangesloten boer zijn vee kon laten grazen, hout kon kappen en meer van dat leuks). Halverwege de 19e eeuw werden de Marken opgeheven en werd het veen in vele kleine snippertjes verkocht aan de boeren in de omgeving die er op kleinschalige manier turf hebben gestoken. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog heeft de regering de hele mik onteigend (“vergoeding”? wat is dat?). De bedoeling was dat het een werkverschaffingsproject zou worden, maar de oorlog gooide roet in het eten. De onteigende grond werd nooit aan de boeren teruggegeven.
 

En wat doe je verder zo’n weekje op de camping? Fietsen natuurlijk, veel fietsen, maar dat is bekend. Kleinkinderen oppassen, ook dat is bekend. Pannenkoeken bakken voor (schoon)moeder, die een middagje mocht genieten van het mooie weer, de groene spechten en ons huiseekhoorntje.
 
 
Ook kwam zwager/broer R nog een nachtje over met zijn camper. Hij zorgde voor de barbecue. Ik denk alleen dat de Jumbo iets anders bedoelt met “smokey speklappen” dan wat bijgaande foto laat zien. Op het menu stond ook venkel en ’s nachts kwam ik lijfelijk tot de ontdekking dat venkel een zeer vocht afdrijvend middel is (gevolgd door groene thee, ananas, kersen en meloen). Gelukkig hebben we voldoende “loospunten” aan boord.
 

En tenslotte: een paar opmerkelijke verkeersborden en een foto van een boom vol met processierupsen. Het was weer een prachtige week. Op naar de fietstocht met de kleinkinderen.