noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 30 juli 2018

zomertocht 2018 – 9: naar lübeck

maandag 30 juli: @ Lübeck
Beetje veel kabaal vanmorgen in alle vroegte door het verkeer dat op de camperplaats duidelijk te horen was. Daardoor (en de warme nacht: 's morgens was het nog 24 graden binnen) al om half zeven aan de koffie terwijl W pas twee uur later de ogen open deed. Een paar druppeltjes, maar toch buiten kunnen ontbijten met de gratis broodjes van de cp. Na gebruik gemaakt te hebben van de mooie afwerkplek “binnendoor” over de B105 richting Lübeck via Rostock (al eens eerder bezocht) en Bad Doberan waar we Molli (het stoomtreintje van de Mecklenburgische Bäderbahn) weer even aan het werk hebben gezien en de kloosterkerk (het munster, in het Duits met hoofdletter en umlaut: “Münster”) van de buitenkant hebben bewonderd; voor het bezichtigen van de binnenkant moesten we de knip trekken en voor een kerkbezoek doen we dat niet zo gemakkelijk. De kerk hoorde tot de Reformatie bij het klooster van een cisterciënzer orde en is tegenwoordig de protestantse kerk van Bad Doberan. En in deze streek van Duitsland moet het bouwwerk natuurlijk te maken hebben met baksteengotiek.


Wismar hebben we al twee keer eerder bekeken, dus nu maar links laten liggen (het was geloof ik rechts, maar een kniesoor die daar op let). We misten zo wel de Fischbrötchen in de haven, maar je kunt niet alles hebben in dit leven. Genoeg verkeerslichten (zeg maar stoplichten, want steeds rood) gezien, dus vanaf Wismar de A20 gepakt. Vlak voor Lübeck passeerden we weer de “ehemalige innerdeutsche Grenze” (zie kaartje).

We parkeerden Puzzel op Wohnmobil Treff aan de rand van het industriegebied van Lübeck, een kilometertje of vijf buiten de Altstadt. Campercontactcode 8845, voldoende vrije plaatsen, 11 € per nacht inclusief stroom. Twee dingen vielen ons op: je kunt je cassettetoilet niet lozen èn je mag er maar één nachtje blijven. Beide zaken waren geen probleem voor ons.



Fietsen af- en uitgeladen en voorzien van de nodige elektrische voeding. Op naar de hanzestad aan de Trave (voor het eerst genoemd in de 8e eeuw). Natuurlijk heeft een oude hanzestad oude gebouwen, maar in Lübeck tref je iets unieks aan, namelijk de Salzspeicher: pakhuizen voor de opslag van zout dat bij Lüneburg werd gewonnen;  op onderstaande foto te zien naast de poort. Ook in Lübeck weer (middeleeuwse) baksteengotiek, zoals het Holsentor (15e eeuw), deze poort maakte deel uit van de stadsmuur. Doorgefietst naar de Dom waarvan men de bouw eind 12e eeuw begon. Tegenwoordig eigendom van de stad Lübeck.
 
 
Bijna waren we het Heiligen-Geist-Hospital voorbij gereden: een plek waar sinds 1286 zieken en “nooddruftigen” werden opgevangen, vanaf de reformatie werd het gebouw voornamelijk gebruikt als bejaardentehuis. Tegenwoordig is het voor een deel nog steeds een verpleeg- en verzorgingstehuis. Tientallen andere leuke, interessante en mooie gebouwen: het stadhuis bijvoorbeeld, de diverse kerken. We hadden het in de hitte al snel gezien en zochten de koelte van de bossen en het water op door een fietsroute van de VVV te volgen met de titel “Treidelpfad entlang der Trave” en ja hoor, we hebben het woord Treidelpfad ook moeten opzoeken, bleek jaagpad te betekenen. Ruim 35 kilometer bij ruim 30 graden, aan de kant van het water goed te doen, in de stad een tikkeltje te warm. We hebben Lübeck en onszelf beloofd eens terug te komen, maar dan mag het kwik hooguit 15 streepjes aanwijzen.
V: 117.684; A: 117.883





 

zondag 29 juli 2018

zomertocht 2018 – 8: langs de oostzee in polen

zondag 29 juli: @ stralsund

Een buitje vannacht en ook vanmorgen een paar spetters. Temperatuur is wat gedaald, maar loopt in de middag op tot ruim 25 graden.
Om van Stettin in Stralsund te komen heeft een normaal mens nog geen twee uur nodig, wij ruim het dubbele: de route moest vooral toeristisch worden en gaan door het noordwesten van Polen langs de Oostzeekust via Swinemünde. De “droga ekspresava” (snelweg) S3 is echter meer droga dan ekspresava, vooral op het punt waar 2 x 2 banen overgaan in een enkelbaansweg èn er van rechts ook nog een lading auto’s wil invoegen vanaf een andere droga ekspresava. Half uurtje oponthoud om daarna dit avontuur ook weer af te strepen.

Swinemünde (in Polen heet de plaats Swinoujscie – met zo links en rechts een streepje op een letter, maar het is me echt teveel moeite om tekens als Ł, ń en ł te produceren) betekende opnieuw wachten. Nu op de veerboot die ons over de Swine, een zijarm van de Oder, zou varen en dat wilden er meer op deze zondag. Wachttijd een klein uurtje en om de tijd te doden wat creatieve plaatjes gemaakt van het meest gefotografeerde busje van Nederland.
De jongens van de rederij wisten de boot aardig vol te proppen en toen drs. P virtueel begon te roepen “heen en weer”, gingen wij alleen heen. Vreemd stadje dat Swinemünde. Tijdens de Vrede van Westfalen (1648) werd Pommeren verdeeld tussen Zweden en Brandenburg. Swinemünde kwam onder Zweeds gezag te staan tot het Congres van Wenen in 1815 vond dat het maar bij Pruissen moest horen. Toen ging alles op rolletjes lopen: Swinemünde werd een belangrijke havenstad en vanaf 1824 kwamen de toeristen. Het werd een badplaats van jewelste. In 1945 deponeerden nog even 671 geallieerde vliegtuigen zo’n 1.600 ton bommen op de stad, die er niet mooier op werd. Tegenwoordig is het een toeristische trekpleister voor voornamelijk Duitsers die er brandstof, sigaretten, (sterke) drank en nog een lading andere dingen kopen, een terrasje pakken, de boulevard bezoeken en flink wat geld achterlaten. Wat we zagen was één groot winkelend feest. Niet voor niets noemt men Swinoujscie het Poolse Rimini op Usedom (het eiland waar het stadje op ligt). Om het de Duitsers nog makkelijker te maken de stad te bezoeken heeft men de Usedomer Bäderbahn (UBB) die oorspronkelijk liep van Peenemünde tot aan Ahlbeck (de Pools-Duitse grens) een paar kilometer doorgetrokken zodat er niet ver gesjouwd hoeft te worden met volle boodschappentassen.
Via het Duitse deel van Usedom kwamen we vervolgens aan in Stralsund, het eindpunt voor vandaag. Wohnmobilstellplatz Stralsund (campercontactcode 48.103) had nog wel een plekje voor ons. Later op de dag zou deze cp helemaal vollopen. 15 € maar inclusief 4 broodjes en prettig sanitair met heerlijke regendouches. De plek krijgt niet voor niets hoge waarderingen.

Al een paar keer zijn we langs Stralsund gereden om op het eiland Rügen te geraken. Nog nooit hebben we deze hanzestad echt bekeken. Ook dat bezoek kunnen we van de bucketlist halen na vandaag. Op de fiets (er loopt een fietspad langs de Strelasund – dat is het water dat het vasteland scheidt van Rügen) naar de Altstadt. Mooie binnenstad met gebouwen in de baksteengotiek, onder meer het stadhuis en drie kerken. Unesco werelderfgoedspul dus. Gelukkig hebben die vaak eeuwenoude gebouwen de Tweede Wereldoorlog onbeschadigd doorstaan. Even het Bahnhof bewonderd; de eerste trein liep in 1863 Stralsund binnen, het bakstenen stationsgebouw is 40 jaar jonger en werd later een paar keer opgeleukt.
 
Nog even het water over om Altefähre te bekijken. De nieuwe Rügenbrücke (klaar in 2007) is niet geschikt voor fietsers want veel te steil. De tweewielers mogen het met de oude dam doen die voorzien is van een ophaalbrug. Altefähre houdt niet zo van fietsers: allemaal kinderkopjes. Ondanks die paar kilometer steentjes toch een mooie fietstocht. Het was weer genieten vandaag.

V: 117.483; A: 117.684



 

 


zaterdag 28 juli 2018

zomertocht 2018 – 7: dzień dobry vanuit szczecin/stettin

zaterdag 28 juli: @ stettin

Een feestelijke dag: eindelijk telt W mee en hoeft niet meer mee te liften op mijn bejaardenpaskorting die vooral in Spanje en Portugal worden toegepast. Even een jong-ogende foto maken, duurde even voor het resultaat door de censuur kon. Maar allà: je wordt maar één keer in je leven bejaard (daarna ben je het), al heb ik het idee dat we de verjaardag al verschillende keren gevierd hebben (Kaatsheuvel, Staphorst). Leuk: nog een keer feest, maar nu met zijn tweetjes.
Die "dzień dobry" in de titel van dit verslag hebben we overgehouden van onze Poolse chauffeur in Rothenburg; lijkt al weer een eeuw geleden.
Stettin vraag je je misschien af, waarom Stettin? Niet om de Poolse-niet-uit-te-spreken naam Szczecin (hoeveel punten levert dat op met Scrabble wanneer je plaatsnamen ook toestaat?) Niet omdat het architectonisch zo’n boeiende stad is: het middeleeuwse gedeelte is tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel geheel met de grond gelijk gemaakt. Het interessante aan de stad is dat het aan de verkeerde kant van de grens ligt. De grens tussen Polen en Duitsland werd in 1945 vastgelegd en werd gevormd door de Oder en de Neisse. Men hield zich strikt aan de regels; een plaats aan weerszijden van de rivier, jammer dan: voortaan een Duitse en een Poolse stad. Voor Stettin maakte men een uitzondering. Dat de plaats die ten westen van de Oder ligt aan Polen werd toegekend had te maken met het feit dat men Berlijn geen zeehaven wilde toekennen en Polen de strategische macht over de Odermonding wilde geven. Tenslotte kon men zo gemakkelijk Tsjecho-Slowakije aan een vrijhaven helpen.

De rit naar Stettin verliep vlekkeloos tot Frankfurt aan de Oder (via de Lidl in Eisenhüttenstadt). Daar wilde Ome Tom ons de Poolse binnenlanden in sturen, waar we eigenlijk weinig voor voelden gezien ervaringen eerder deze week. Helaas onze weg door Duitsland (B112) bleek een eind achter Frankfurt afgesloten te zijn en mochten we een leuke omweg maken via Seelow. Pluspuntje was dat we daar op de Gedenkstätte Seelower Höhen stootten. Hier wordt de slag herdacht die plaats vond tussen 16 en 19 april 1945 als onderdeel van het Berlijnoffensief. Ongeveer één miljoen Wit-Russische soldaten (onder leiding van Maarschalk Georgi Zjoekov) vielen de stellingen aan die bekend stonden als “de poorten naar Berlijn”. Het gebied werd verdedigd door ongeveer 110.000 man van het 9e Duitse leger. Het heeft heel wat doden gekost, vooral aan de Russische kant omdat men zich een “beetje” verkeek op de situatie. Take picture, een wandelingetje, een kopje koffie en verder. Toch maar (in verband met de omleidingen) door Polen  (en ja: Stettin ligt tenslotte in dat land) en deze keer viel ons Poolse stratenavontuur 100 % mee. Glad asfalt, soepele bewegwijzering en aan de rijstijl van de Polen raak je snel gewend. We zagen ze zelfs regelmatig stoppen voor een zebrapad.
We settelden ons op Kemping Marina, inderdaad in een jachthaven, een kilometer of zes buiten Szczecin (moet die naam elke keer weer opzoeken). Best te doen, de douches functioneerden (oostblokdouches, je weet wel: buiten de douche uitkleden en dan poedelen met een plastic gordijntje als afscheiding; alles went) en de toiletten waren (nog?) schoon. Benieuwd hoe het elektriek zich houdt na de verwachte regenbui vannacht.


Na installatie de fiets gepakt en op weg naar Stettin. De weg was niet echt een succes: gelukkig niet fietsen op de rijbaan van de erg drukke weg maar op een fietspadachtige constructie die “ergens” ophield zonder verwijzingen hoe verder te gaan. In onze ogen was er maar één optie: een smal zandpaadje richting stad en dat bleek goed uit te pakken. Stettin heeft een bewogen geschiedenis. Al in de vijfde eeuw voor Chr. was op deze plek al een versterking te bekennen ten behoeve van de handel tussen Scandinavië en Midden-Europa. Een paar jaartallen: 1234 – stadsrechten; 1278 – toegetreden tot de Hanze. Een tijdlang in Zweedse handen, maar in 1720 voor twee miljoen taler gekocht door Pruisen. Platgegooid in WO II en slechts gedeeltelijk gerestaureerd. Een paar leuke optrekjes gezien en inderdaad: take-picture en wegwezen. De gebouwen zullen ongetwijfeld een mooie naam hebben, maar dat kon ons vandaag niet zo boeien. Eigenlijk met 30 graden opnieuw te warm voor een stadsbezoek, dus snel weer terug naar de camping die hier kemping heet. De jarige mocht het eten bepalen; dacht dat het een restaurantje zou worden, maar er werd gekozen voor pannenkoeken-speciaal. Goede keuze met dit weer.

V: 117.276; A: 117.483 (het had minder gekund)






 

vrijdag 27 juli 2018

zomertocht 2018 – 6: de monding van de neisse

Het einde van het eerste deel van onze Oder-Neissetocht is bereikt: de plek waar de Neisse in de Oder mondt. Bij vlagen was het erg druk op de Radweg, soms hebben we ook uren gefietst zonder iemand te zien, op de fietscampings kwamen ze vaak met bosjes tegelijk aan. Leuk fietsen, meestal over aparte weggetjes, paadjes en dijkjes; af en toe ook over fietspaden langs de grote weg. Eigenlijk is het een beetje te warm om te fietsen al zorgt de wind regelmatig voor enige verkoeling. Temperaturen de hele week zo rond de 30 graden, dat is nog steeds zo’n 5 graden “kouder” dan in code-oranje-Nederland.

donderdag 26 juli: @ bresinchen
Een verplaatsing van 106 kilometer. Een stop bij Griessen, waar we een kijkje hebben genomen bij de bruinkooldagbouw-ontginningen van Jänschwalde. Op de achtergrond zie je de schoorstenen van de grootste actieve bruinkoolcentrale van Duitsland, gebouwd tussen 1976 en 1989 met voornamelijk verouderde DDR-techniek. De centrale staat op de 5e plaats van de meest vervuilende energiecentrales van Europa. Google maar eens op Jänschwalde en je schrikt van de miljoenen kilo’s troep die per jaar de lucht in worden gestoten. Er zijn heel wat dorpen van de aardbodem verdwenen door deze winning van bruinkool om de centrale te laten werken. In eerste instantie laat die winning ook een enorme ravage achter, na verloop van tijd laat men zo’n gat vollopen, plant er een paar boompjes omheen en voilà: weer een recreatieplas erbij. De ontginningen zijn nog gepland tot 2050 en er staan nog verschillende dorpen op de nominatie om opgedoekt te worden en bijgeschreven te worden op het lijstje met “verschwundene Orte”. Voor de feitenverzamelaars: EPH (Tsjechië) heeft in 2016 het hele handeltje van Vattenvall (Zweden) overgenomen.

 

We hebben inmiddels Saksen verlaten en zitten nu in Brandenburg en wel “im Landkreis Spree-Neisse”. We hebben Puzzel geparkeerd op weer zo’n echte fietserscamping “Eurocamping Neissetal” in Bresinchen, nu eens een keer niet aan een bruinkoolgat maar aan een Kiessee (op de middelbare school hebben we geleerd dat het dan om grind gaat). De eerste indruk was: een zigeunerkamp. Dat kwam door de rommelachtige bouwwerken van een aantal vaste gasten. Na een grondige inspectie van de toiletgebouwen door W mochten we blijven. Beetje aan de prijs: € 22,00 per nacht inclusief stroom, maar ik kan me voorstellen dat zoonlief die nu met zijn gezin in Frankrijk zit zou willen dat hij klaar was met zo’n overnachtingsprijsje.
Na installatie meteen op de fiets om het laatste gedeelte van de Neisse te verkennen. Via Coshen naar de brug die Coshen met het Poolse Zytowan verbindt (niet zwemmen) en dan een aantal kilometers over het dijkweggetje naar Ratzdorf waar de Neisse uitkomt in de Oder. Helaas zelfde weg terug, er was geen goed Pools alternatief. Ook op de terugweg een slangetje overreden, was niet te ontwijken.

V: 117.170; A: 117.276
 

vrijdag 27 juli: guben en gubin


 
De tweede reden om op de camping in Bresinchen te gaan staan was het ideale uitgangspunt voor een bezoek aan de tweelingstad Guben/Gubin. Bij het grenzentrekken in 1945 heeft men zich niets aangetrokken van het feit dat men steden in tweeën splitste. We zagen het al eerder bij Görlitz waar het Poolse gedeelte de naam Zgorzelec kreeg, Bad Muskau met Leknica en nu Guben met Gubin. Sinds 1990 is men druk bezig om al deze tweelingsteden weer min of meer samen te voegen, maar of het ooit zal lukken? Vandaag deden we boodschappen bij de Lidl in Gubin, je mag dan wel kiezen of je in zloty of in euro’s betaalt, maar het (onvriendelijke) personeel weigerde ook maar één woord Duits (of Engels) te spreken. We hadden in Polen voorrang op de fiets, maar drie Poolse auto’s trokken zich daar niets van aan; tweehonderd meter verder aan de Duitse kant wilden we de straat oversteken en aan beide kanten stopten Duitse auto’s om ons met een vriendelijk gebaar voorrang te verlenen (waar we geen recht op hadden). Toeval? Zou kunnen. Het Poolse deel Gubin is het oudste gedeelte van de stad, al is er in de Tweede Wereldoorlog niet veel blijven staan: zo’n 80 % is platgegooid. Er staat nog een “openluchtkerk” te wachten op restauratie. Guben staat bekend om onder meer zijn hoedenfabrieken: “Gubener Tuche, Gubener Hüte, weltbekannt für ihre Güte”.
Stukje naar het zuiden gereden langs de Neisse, richting Griessen tot we werden verrast door wat klank- en lichtspel, vergezeld van een heuse bui die de straten blank zette. We konden nog net een leuke boom vinden; het onweer was niet in de buurt (9 seconden tussen flits en knal), dus verantwoord. Lekker verfrissend zo’n buitje. Terug op de camping bleek het daar droog te zijn gebleven. Het was wel onrustig in de lucht zodat we geen noemenswaardige activiteiten hebben ondernomen, maar beiden maar in een stoeltje eens diep nagedacht hebben over de zin van het leven. En om met Tante Rikie van de Zwarte Cross te spreken: “er is leven vóór de dood”.

 
  

donderdag 26 juli 2018

zomertocht 2018 – 5: oberlausitz

Twee nachten doorgebracht in Rothenburg/Oberlausitz. De Neisse heet hier officieel de Lausitzer Neisse, dat betekent dat er nog wat andere “Neisses” zijn, net zoals er ook meerdere Nijlen zijn. Allemaal geultjes ontstaan uit bronnetjes die uiteindelijk één watertje vormen. Omdat de Lausitzer Neisse de langste van die watertjes is (254 kilometer) en een belangrijke rol speelt in de Duitse politiek (want grensrivier vanaf 1945) heet deze tak van de Neisse in het normale spraakgebruik dus gewoon Neisse. Het is maar dat je het weet. Rothenburg ligt in de Oberlausitz. Behalve Oberlausitz bestaat er ook nog een Niederlausitz, dat wat meer stroomafwaarts gesitueerd is. Bijgaand kaartje van Oberlausitz dateert van 1815 toen het gebied ten oosten van de Neisse nog Duits was.

dinsdag 24 juli: @ rothenburg/o.l.
En dan denk je dat je even een leuk tochtje aan de Poolse kant van de Neisse kunt maken naar de volgende overnachtingsplaats. Denken kan altijd, maar eigenlijk was het een ramptocht. Dit gedeelte van Polen wordt opnieuw geasfalteerd, niet één klein stukje, maar kilometer na kilometer. En geloof me: het is echt nodig: België is er niks bij. Voor Puzzel betekende dat uren stuiteren over kuilenwegen om een afstand van 20 kilometer te overbruggen en toen we eenmaal besloten hadden om het strakke Duitse asfalt op te zoeken, bleek Ome Tom een totaal ander idee te hebben van de af te leggen weg om de grens bij Görlitz te passeren dan ons gevoel en de groene richtingaanwijzers die in Polen af en toe proberen te vertellen welke richting je uit moet om het je daarna zelf te laten uitzoeken. Kortom: vier uur gedaan over 80 kilometer (weliswaar inclusief boodschappen doen bij Kaufland). Het gaat met name om wegnummer 354 waar op grote stukken verkeerslichten de file (voornamelijk vrachtauto’s) afwisselend steeds één richting  laten hobbelen en 15 minuten wachten voor een rood lampje is normaal. En dat hobbelen zorgde er nog net niet voor dat de kastjes van de wand rammelden. Gelukkig bleef het servies ook heel. Toegegeven: er zijn ook stukken met strak asfalt aan de andere kant van de Neisse.

Pal aan de Oder-Neisse-Radweg ligt Neisse-Activ-Camping (code campercontact 15.844, 19 € per nacht) waar ons campertje een beetje afstak tegen kleine tentjes die aan het eind van de dag door vermoeide fietsers werden opgezet. Het heeft wel wat zo’n fietsvakantie en we hebben er nog steeds goede herinneringen aan: spulletjes meezeulen en zorgen dat je ’s morgens alles weer op de juiste plek opgeborgen krijgt om na anderhalf uur gepakt en gezakt tot de ontdekking te komen dat dochterlief haar fietssleuteltje in een zakje van de binnentent heeft laten zitten. We hebben nu ook een fietsvakantie, maar met iets meer comfort.
Bij de receptie scoorden we een folder met een aantal fietstochten in de omgeving. Fietsroute 6 heeft de naam “Rundtur zur polnischen Partnerstadt Piensk” met als prettige toevoeging “flach un wenig anspruchsvoll” (maar dat is erg betrekkelijk voor polderlandschapfietsers). Vanaf de camping in zuidelijke richting langs de Neisse tot Kulturinsel Einsiedel, een leuke plek voor kinderen: een avontuurlijke, erg grote “speeltuin” helemaal op kunstzinnige wijze van hout opgetrokken. Naast het nodige klim-, klauter- en speurwerk kun je genieten van theater, poppenspel, goochelvoorstellingen en muziek. Na de Kulturinsel over een houten bruggetje de Neisse over het Poolse land in. Dwars door de bossen (slecht aangegeven) naar Bielawa Dolna. Vervolgens een geasfalteerde weg met weinig verkeer naar Piensk waar we voor de zoveelste keer in asfalteringswerkzaamheden terecht kwamen. Op de (goede) gok een keer rechts af om de voetgangers- en fietsersbrug over te steken. En: op het meest zuidelijke punt knapte er weer eens een zadelpen. Dat werd dus 17 kilometer fietsen zittend op de bagagedrager en het gesluns schurend tegen het restant zadelpen. Er zijn aangenamere posities te bedenken. Met een paar stopjes kwamen we toch weer op de camping aan waar een deel van fietsend Duitsland hun einde-etappe aan het vieren waren. En: hoe meer rampen, hoe groter het plezier!


V: 117.090; A: 117.170
woensdag 25 juli: fietsen van bad muskau naar rothenburg

Prettig geregeld gisteren. Voor 5 € per persoon inclusief fiets mochten we vandaag meerijden met een Poolse chauffeur van Neisse Tours (hij moest er met een aanhanger vol boten zijn). Leuke babbel over van alles en nog wat en een half uurtje later werden we afgezet in het park aan de Neisse. Bad Muskau staat vooral bekend om dit Fürst-Pückler-Park. Toen in 1811 zijn vader overleed kreeg Hermann von Pückler-Muskau niet alleen een zee aan titels, maar ook sloten geld, veel land, een paar min of meer bouwvallige kastelen en nog wat kringloopgoederen. Tijdens een reisje naar Engeland werd hij wild enthousiast van de daar aangelegde landschapsparken en na zijn terugkomst begon hij onmiddellijk in Muskau met de aanleg van een soortgelijk park. Toen zijn geld in 1817 op was, trouwde hij met de 9 jaar oudere Lucie Reichsgräfin von Pappenheim en met een paar jaar heeft hij ook haar immense vermogen (met haar toestemming trouwens) er doorgejaagd. Hermann bleef zijn leven lang reizen en geldzorgen hebben. In 1845 verkocht hij uit arren moede het hele project Bad Muskau (park, slot en landerijen een titel) om in Branitz opnieuw te beginnen met bouwen en planten.



Nadat we het park van alle kanten meermalen hadden gezien op zoek naar de Bike Shop (W was de weg kwijt op Google Maps en ik vervolgens W) kwamen we toch samen aan bij de fietsenmaker. Eventjes wachten maar dan heb je voor een kleine 40 € een verende zadelpen en konden we aan ons stuk Oder-Neisse-Radweg van 45 kilometer beginnen. Fijn fietsen, vaak door dennenbossen, zodat de koperen ploert niet de hele tijd onze metgezel was. Er kwamen warempel zelfs een paar regendruppels op de zonnebril. Pauze bij de kerk van Pechern onder de dorpslinde en een tijdje later een aankomstbiertje bij de steiger van Neisse Tours een paar honderd meter van onze camping vandaan. Terug in Rothenburg dat dit jaar haar 750e verjaardag viert. Weer een fantastische dag.