Vandaag afscheid genomen van de Huerta van Murcia, van de
leuke camperplek waar de eigenaresse ons in “perfect” Nederlands nog bedankte
voor het bezoek (klonk als “bedankt für die bloemen”), waar we ook afscheid
genomen hebben van vogeltjes in leuke gestreepte pakjes (echt een paar keer een
hop gezien) en de veldmuisjes onder de citroenbomen. Er volgde weer een
monsterverplaatsing van net geen 100 kilometer, waarbij we het eerste stuk over
de N340 gereden hebben en in Crivillent de A7 zijn opgedoken op zoek naar
camperpark “Campello Beach”, vlak bij zee aan Playa Muchavista, ergens tussen
Alicante en El Campello in. Mooi camperpark met (wederom) geen natuurlijke
schaduw, maar deze keer hebben we dat niet nodig omdat de temperatuur gedaald
is naar een aangename 20 tot 21 graden.
Een verkennend fietstochtje liet ons kennis maken met El
Campello, lange stranden en mooie boulevards, maar ook dure jachten en
archeologische opgravingen. Zo laat Illeta dels Banyets zien dat er in 2000 BC
al mensen in dit gebied woonden. Ja, en nu kun je er leuk snorkelen. Overigens
wordt er beweerd dat je in deze kustplaats de schoonste lucht van Europa
inademt (hadden we dat ook al niet in Noorwegen gehoord?)
V: 66.982; A: 66.074
vrijdag 01 april: met
de tram naar Alicante
Het leuke kusttrammetje bracht ons voor € 1,45 pp/enkele
reis een kilometer of 11 naar het zuiden (het eindstation Alicante Luceros).
Volgens onze ANWB-reisgids heeft Alicante niet veel bezienswaardigheden, maar
daar kun je een boom over opzetten. Een leuke straat (hier leven de sardientjes
nog!) bracht ons naar de Paseo Explanada d’Espanya, één van de bekendste
promenades van Spanje, waar je heerlijk kunt slenteren langs de haven (het schijnt
niet goedkoop te zijn om je sloepje hier aan te meren). De plaatselijke Batavia
(geloof dat de boot de Trinidad heette) ligt er ook te liggen.
Op naar het Castillo de Santa Bárbara, van (Moorse) oorsprong
een kasteel uit de 9e eeuw op een heuvel van 166 meter hoog; wat er
nu te zien is zijn de restanten van de fortificaties die tussen de 13e
en 18e eeuw werden aangelegd. We konden de 166 meter hoogteverschil stilstaand
overbruggen: een lift bracht ons omhoog en – zoals het hoort – gratis voor de
oude man (W. mocht € 2,70 betalen). Een oud kasteel is nu eenmaal een oud
kasteel, niets bijzonders dus, ware het niet dat het fantastisch helder weer
was en we dus “sweeping views” – Lonely Planet – hadden over de stad en de
baai. De bult af was leuk, maar niet het goede pad (wie maalt daarom?)
zaterdag 02 april:
met de tram naar Villajoyosa
Een late start voor W.: de batterij van haar horloge blijkt
geen eeuwigdurend leven te hebben, dus kwam ze er om tien uur achter dat de zon
voor vijf voor zeven wel erg hoog aan de hemel stond. Ik was er twee uur eerder uit
en weet nu welke essentiële attributen we zijn vergeten mee te nemen:
lijmtangen. Deze zijn nodig om mijn anorexialijfje te verankeren aan de
bedbodem, immers: W. heeft de gewoonte om ’s nachts alles tegen elkaar open te
zetten, zodat eerst het setje dekbedden en vervolgens jezelf tegen de wc-deur waait.
Na een laat ontbijt konden we tegen twaalf uur aan onze
dagactiviteit beginnen: met de kusttram naar een leuk plaatsje een kilometer of
10 ten zuiden van Benidorm: Villajoyosa, dus noordelijk van onze standplaats. Alle namen worden hier trouwens in twee talen weergegeven (zie foto). Voor € 4,25 pp konden we een ida y
vuelta (zeg maar heen-en-terug) uit de automaat trekken en mochten we met
lijntje 3 naar El Campello en daar overstappen op lijn 1 richting Benidorm. In
El Campello moesten we een tijdje wachten op de aansluiting en wat doe je dan?
Je gaat dienstregelingen bestuderen. Nu stikken de Spanjolen van de vrije dagen,
dus zo’n timetable is een interessant gevalletje. Ik las later op internet dat er maximaal
14 dagen aangewezen mogen worden als feestdag; daarvan worden er 8 gekozen door
de nationale regering en 2 door de gemeente, zodat elke deelstaat er dus nog 4
vrij kan kiezen. Overigens valt Eerste Kerstdag buiten de officiële 14. We
misten in het overzicht 5 mei als feestdag (Hemelvaartsdag dit jaar); blijkt
dat Jezus in Spanje een andere dienstregeling naar de hemel heeft: dia de la ascensión wordt
hier op de zondag voor Pinksteren gevierd.
Het was een mooie rit door de heuvels langs de kust. Ook de
plaats Villajoyosa was leuk om te bekijken (we hebben alleen het oude gedeelte
met de gekleurde huizen en de boulevard gehad), geen zin om in het (nieuwe) winkelgedeelte op zoek te
gaan naar een “pequeña bateria” voor een “reloj de pulsera”. Overigens was toen ook al de siësta begonnen, zodat we zouden moeten wachten tot vijf uur en dat past niet in ons strakke schema.
zondag 03 april:
fietsen naar Alicante
Het is al weer een paar jaar geleden dat je ’s morgens op de
camping overal het krakende korte-golfgeluid van Radio Nederland Wereldomroep
hoorde. Ergens in 2012 is men gestopt met de Nederlandstalige uitzendingen voor
vakantiegangers en expats. Sinds 2013 richt RNW Media zich op jongeren en
jongvolwassenen in landen waar de vrijheid van meningsuiting en –vorming beperkt
is. De girobetaalkaarten (en de rijen bij het postkantoor) om cash te krijgen
en de files voor de telefooncellen mis ik niet, maar de goeie oude Wereldomroep
mag van mij morgen weer uitzenden.
Onze laatste dag in El Campello hebben we sportief besteed:
een fietstocht naar Alicante; zoveel mogelijk de kustweg heen en via de
binnenlanden terug. Gelukkig zat er voldoende stroom in de accu’s: er zaten behoorlijk
wat gemene bultjes in de route. Ook hier zien we weer veel bouwprojecten die stilgelegd zijn: wachten op economisch betere tijden? Morgen weer verder: we kennen het hier nu zo’n
beetje.