noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 28 september 2023

tussendoortjes – 2: daarheen en weer terug

Was wel een dingetje vorige week: lumbosacrale radiculaire pijnscheuten trokken door mijn bil, been, voet en soms arm. De internetdokter zei dat het zo heette en vertelde er meteen bij dat er niet zo heel veel aan te doen is, behalve afvallen en nog een paar maar die zijn niet van toepassing zoals niet roken. Neem maar een pilletje tegen de pijn en blijf bewegen. Toen ik zo'n veertig jaar geleden ook last had van dit soort hernia-achtige verschijnselen was de remedie rust en fysiotherapie. Erg opbeurend was het zinnetje: “in 75 procent van de gevallen zijn de klachten binnen 8 maand verdwenen”. Ritje naar Dülmen afgelopen woensdag (zie tussendoortjes – 1) was dan wel erg mooi maar voor het lijf niet zo heel erg prettig. Zaterdag (met kleinzoon T en Onze-Lieve-Vrouwe-Van-Eeuwigdurende-Bijstand naar de Kuip in Rotterdam geweest en daar een rondleiding gehad) ging het al een stuk beter. Was wel blij dat ik na afloop even de schoenen uit kon doen want de voeten zongen het Wilhelmus: je maakt afstanden in zo'n stadion, vooral wanneer ze je alle hoeken en gaten willen laten zien. Zondag een klusje als evenementenverkeersregelaar afgezegd: langdurig staan wil nog niet en zittend op een stoel midden op een kruispunt het verkeer regelen is ook niet alles.


Titel van dit blog schoot me ineens te binnen toen ik dacht aan het vervolg op de reisje naar Pijnacker: blijf ik in het westen of ga ik weer terug? Komt van de Hobbits, het boek van J.R.R. Tolkien, de voorloper van Lord of the Rings.

maandag 25 september: @ heteren

Zaterdag na de rondleiding in Rotterdam (de jongens moesten zondag voetballen tegen die andere club die ze geringschattend “die club uit Abcoude Noord” noemen) andere kleinzoon uit Pijnacker opgehaald. Hij mocht een paar dagen logeren want ouders BHBHH en Q maandag vrij vanwege een studiedag van het personeel van zijn school. Nederlandse economie drijft op grootouders. Twee kleinzoons en een Nintendo op de achterbank, dineren bij de gele M; zo'n gezellige rit vanuit het westen naar de Achterhoek gaat dan eigenlijk te snel. Q moest ook weer terug en wel op maandag. Een gelegenheid om om niet ongebruikt voorbij te lagen gaan: even een paar dagen weg zonder die inmiddels bekende “Lieve Vrouwe”. “Maak er nu maar gebruik van”, waren de woorden van W. Ze doelde daarmee op de geruchten die in camperland rondgaan over het verdubbelen van de wegenbelasting voor woonhuizen op vier wielen (van kwart tarief naar half tarief). Vriendin opperde om dan maar een boot te kopen, die worden – net als caravans – niet afzonderlijk belast. Ik wil geen boot, vind het huwelijksbootje al genoeg. Dus kleinzoon met het busje vervoerd naar Pijnacker. Beetje krap daar in de woonwijken, werd af en toe een beetje steken, maar dat hoort erbij als je met 6,40 meter plus fietsenrek rondtuft. Kop erbij, hersenen die weer volop moeten werken, adrenaline die door het bloed giert, kortom “genieten”. In de schaarse vrije tijd nadenken over de bestemming van de komende weken en de daarbij horende route. We gaan toch een paar weken naar het zuiden. Denk dat we de sinaasappelgaarden niet halen deze keer, maar dat is niet zo erg: in het voorjaar bloeien ze en dan heb je de hele dag te maken met die “oorverdovende” geur van sinaasappelbloesem. En Toledo, waar El Greco uiteindelijk terecht kwam (geboren op Kreta als Domenikos Theotokopoulos en na in Rome gestudeerd te hebben), zullen we al helemaal niet halen. Over El Greco gesproken: dat schijnt een heel vervelende man te zijn geweest, maar welke geniale geest is dat niet? Vraag maar aan mijn wederhelft.

Met Puzzel en kleinzoon Q dus op weg naar het westen. Buscampers tellen en nog eens uitleggen wat het verschil is tussen een halfintegraal en een integraal. Een camper met alkoof hebben we niet gezien. Na het “daarheen” het “weer terug”. Niet helemaal, want gestopt in Heteren, beter gezegd buiten Heteren, want de camperplaats ligt aan de weg van Heteren naar Randwijk. Leuke en voor mij prima plek, geen voorzieningen. Als tussenstop om te slapen gebruikt en belangrijk: geen kosten. Er stonden nog twee buscampers, maar toen ik op dinsdagmorgen om negen uur mijn ogen en de luiken opendeed waren ze al vertrokken. Meer weten over deze plek? Kijk op campercontact.com, sitecode 4.269.


V: 199.597; A: 199.879; nog steeds mooi weer: van 21 via 23 naar 19 graden, maar toen was het al bijna achten en behoorlijk donker, want zon op/onder: 07:28/19:27 (kan er een minuutje of zo naast zitten want dit zijn de cijfers van dinsdag).





dinsdag 26 september: @ balgoij

Een latertje deze ochtend: stond onder de bomen dus had het idee dat het pas half zes was, maar het was al uren later. De camperbusburen waren al vertrokken. Grote verplaatsing van Heteren naar Balgoij van zo'n 26 kilometer naar de Holtsehoek, het campererf van Yvon. Een dame zonder uitknopje, dus duurt zo'n gesprek even. Opvallend dat veel vrouwen hier last van hebben en dan ook nog geen aanknopje hebben.


De fiets was nodig om te controleren of de stuw bij Grave al weer gerepareerd was. Begin september ging er bij onderhoudswerkzaamheden aan de stuw iets goed mis. Er klapte een zogenoemd juk uit. Dat is een paal waar de schuiven van de stuw tussen hangen. Het waren spectaculaire beelden dat Maaswater dat een eigen leven ging leiden. Gevolg: het waterpeil zakte tussen Sambeek en Grave en dus moest het scheepvaartverkeer worden stilgelegd. Bijgaande foto van het AD geloof ik. Niks meer aan de hand en de opknapwerkzaamheden aan de brug (vorig jaar was men nog aan het kwasten) zijn ook afgerond. Bruggetje ligt er weer fris en fruitig bij.

Aan de Noord-Brabantse kant van de Maas staat het Airborne- of bevrijdingsmonument. Volgens de boekjes staat het tussen de zuidelijke oprit naar de John S. Thompsonbrug en het gemaal Van Sasse. Ben je ook weer helemaal op de hoogte. Als je goed kijkt zie je een gestileerde parachute. Het monument eert allen die, met gevaar voor eigen leven, voor onze vrijheid hebben gestreden. Drie plaquettes vertellen het verhaal van de brug tijdens en direct na de oorlog.


Dacht altijd dat je Velp bij Arnhem moest zoeken. Er is echter nog een Velp: Velp in Noord-Brabant, onderdeel van de gemeente Land van Cuijk. Eigenlijk bestaat Velp uit twee delen: Oud-Velp in het noorden en Nieuw-Velp in het zuiden. Groot? Het hele zootje telt zo'n 1500 inwoners. Drie keer trappen en je hebt het bord “einde bebouwde kom” al bereikt.

De dijkweg langs de Oude Maas was zo mooi dat ik halverwege de route besloot een soortgelijk fietspad terug te nemen, maar dan langs de Maas. Hierdoor ontliep ik de brug bij Ravestein/Niftrik (waar ook de A50) over gaat. Even niet dat scheurende verkeer langs me heen, maar tussen het gegak van de vele ganzen blijven fietsen. Qua kilometers maakte het niet zoveel uit, wel qua beleving. Tenslotte: neem van mij aan dat het oorspronkelijke routekaartje er heel anders uitzag dan bijgaande weergave van de afgelegde weg. Mooi fietsweer, vrij zonnig en temperaturen rond de 23 graden. Sommige lichtkranten gaven een hoger getal aan, maar als je die dingen in de palle zon zet zijn ze niet te vertrouwen en zijn het net politici, waarover mijn ex-buurman me vorige week het volgende toefluisterde: De politiek is net als een duif, totaal onvoorspelbaar dus daar kun je toch niet op bouwen... het ene moment vreten ze uit je hand en een moment later schijten ze op je kop”.

Het is me wat die bruggen over de Maas: er zijn er maar een paar en je hebt ze nodig om van de ene provincie in de andere te komen zonder natte voeten. Ja ik weet het: er zijn ook nog een vijftal autoveren die het Land van Maas en Waal al 35 jaar verbinden met Noord-Brabant (exploitant Stichting de Maasveren), maar net niet in de buurt van Balgoij. Dan heb je nog een aantal voet-/fietsveren die dankzij een grote club vrijwilligers in stand worden gehouden door Uit®waarde (geen tikfout), maar die draaien in tegenstelling tot de autoveren niet het hele jaar rond. Las later dat deze pontjes een zomerdienst varen van 27 april tot 29 september en aan het begin en eind van die periode wordt er alleen in de weekenden gevaren. In het Eindhovens Dagblad stond deze week de volgende tekst: “OSS/WIJCHEN - De A50 tussen Oss en Wijchen gaat in de eerste week van oktober twee nachten dicht voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Omdat ook de brug over de Maas binnen het traject valt kost omrijden al gauw een half uur”. Nou ja, niet fietsen dan midden in de nacht zou ik zeggen.

Of ik wel voorzichtig wilde zijn met het Chinese-Wonder-Op-Twee-Wielen appte W mij, iets van een fragiel lijfje en een massieve fiets (of zoiets, in ieder geval kwamen de woorden “fragiel” en “massief” in haar verhaal voor). Zij moet zich er de komende weken op verplaatsen, vandaar. De rest van de middag bracht ik door in en naast mijn mobiele kantoor: administratief vrijwilligerswerk – de fietsen van de basisschoolleerlingen moeten binnenkort gekeurd worden en dan moeten zo'n 20 vrijwilligers weten waar ze wanneer aan het werk moeten. Een spannend stukje aanleveren in het lokale huis-aan-huisblad zorgde voor het toefje slagroom op de pruimentaart. Onder het motto “we have more time than money” werden ook deze klussen geklaard.

woensdag 27 september: @ balgoij

Een groot deel van de ochtend doorgebracht met een mopperende Maarten van Rossem. Een paar van zijn uitdrukkingen: “Zet er dan een fatsoenlijk plantje neer, dit is wel het allerlaatste plantje uit de bejaardenflat voor plantjes” en “Kom je over uit Engeland om een monument te onthullen, trek je aan een touwtje waardoor het doek verdwijnt en dat zie je dit armoedige ding, qua esthetische uitstraling een 2-min”. Voor de duidelijkheid: heb gekeken naar een serie uitzendingen die hij een aantal jaren geleden gemaakt heeft voor TV Gelderland over Operatie Market Garden, die zich voor een deel hier in de buurt heeft afgespeeld. Maarten, mag er graag even naar kijken, maar het is net als met de boeken van Jan Terlouw en alcohol: prima op z’n tijd, maar met mate (die van Jan Terlouw heb ik ergens gehoord, komt dus niet van mezelf). Nog eentje dan: “De Neder-Rijn, een prutsriviertje. Het is eigenlijk een riviertje van niks, stelt weinig voor, alleen was het moeilijk voor een leger om het over te steken”. Het was nog te vroeg om op de fiets te stappen, dus vandaar een beetje uitgestelde tv. Te vroeg is in deze tijd van het jaar eigenlijk synoniem met te frisjes. De zon heeft enige tijd nodig om het aanwezige vocht (zeg maar dauw) te laten verdampen en het kwik op waarden boven de 20 op te krikken. Lukt wel, maar dan is het al zo'n 12:00 uur. Om 16:00 uur was het warmste moment van de dag met 25 graden. Vraag me af of dit normaal is voor de tijd van het jaar. Was gisteren het doel fietsen en het middel een tochtje langs de Maas, vandaag was het doel een museum in Overasselt en het middel om daar te komen de fiets.

Daar in Overasselt ligt het museum De Lage Hof, gespecialiseerd in boerenerfgoed. Yvon van de camperplaats attendeerde me erop. Nu is het ene agrarische museum het andere niet, maar een beetje “gluren bij de buren” is nooit weg. Een heel net museum met nergens spinrag te bekennen. Redelijk wat overeenkomsten met wat wij op het Achterhoeks Openluchtmuseum in Lievelde presenteren: schuren met oude machines en gereedschappen van boeren en ambachtslui. Een bakhuis met steenoven en een smederij ontbrak ook niet. Alles wel een stuk kleinschaliger. De kern van het museum is een monumentale herenboerderij met in de “goeje” kamer het kantoor van de Boerenleenbank zoals die tot in de jaren zestig van de vorige eeuw hier te vinden was. Ook op dit museum wordt gewerkt met ambachtsdagen. Op negen zaterdagen van het jaar is het een “agrarisch museum met ambachten in werking”. Ik kreeg een rondleiding van een vrijwilliger die veel wist te vertellen en kreeg naast museale informatie ook behoorlijk wat informatie over bestuur- en organisatiezaken. Was zo maar drie uur later. Mooie route “binnendoor” terug naar de camperplaats waar al dit afzien werd beloond met een sissend biertje; de vijf zat in de klok (somewhere in the world).




donderdag 28 september: @ kötteldiek


"Daarheen en weer terug” betekent dat je ook weer “terug” moet. Ging de hobbit Bilbo Balings met 13 dwergen en tovenaar Gandalf gezellig een ring terugjatten bij de draak Smaug, ik mocht een kleinkind terugbrengen naar het westen. Bilbo beleefde veel avonturen op zijn reis en kwam trollen tegen die niet tegen zonlicht kunnen, boosaardige aardmannen met hun vieze gangen in de bergen, Elrond de zorgzame Elf, Beorn de magische mensbeer, spinnen in een groot, donker bos, Adelaars in hun nesten hoog in de bergen, meren en rivieren, de Eenzame Berg en een oorlog tussen 5 grote legers. Dan vergeet ik nog de Orks en Gollem. Mijn ontmoetingen beperkten zich tot Yvon, de camperplaatseigenaresse zonder aan-en-uitknopje en Henk, een vrijwilliger van het museum De Lage Hof. Minder interessant? Nee, maar anders. Maar zowel Bilbo als ik moeten op het eind van het verhaal “weer terug”.

V: 199.905; A: 199.998. Rijtemperatuur: 18 - 19 graden (het was nog ochtend). Een paar leuke dagen. Even volladen en dan de najaarstocht.