noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 24 september 2023

tussendoortjes – 1: de hohe mark

We komen er graag: de Hohe Mark, zo'n verschrikkelijk mooi natuurgebied aan de andere kant van de grens. Normaal rijden we er doorheen, soms stoppen we er: Haltern am See, Dülmen, Bocholt, Wesel, Borken, Raesfeld, Velen, Reken. Een paar jaar geleden vierden we nog carnaval in Reken en dat was niet zo'n groot succes: veel gezuip (door het publiek, ook door heel jonge pubertjes) en weinig optocht. Hohe Mark: een groot gebied dus, waar we onlangs Dülmen met een bezoek hebben vereerd. Van Dülmen hebben we eigenlijk weinig gezien, van de omgeving des te meer. Overigens: de Hohe Mark als natuurgebied is de laatste jaren aanzienlijk uitgebreid. Het woord Mark is hetzelfde als het Nederlandse woord (zonder hoofdletter): het duidt de grond aan die een groep boeren gemeenschappelijk gebruikte; omdat deze markegronden hoger lagen dan dan de omgeving kreeg het de naam “Hohe Mark”



woensdag 20 september: @ dülmen

Nee, we hebben er niet overnacht, maar het had wel goed gekund: Campercontact code 8360 in Hausdülmen. Een plek zonder voorzieningen (behalve een prullenbak) aan de rand van het natuurgebied. Had 's avonds nog een vergadering, dus moesten we er een “dagje-uit” van maken, dus Puzzel gedropt, fietsen gepakt en anroet. En warempel: Laura kwam erdoor! Ik snap dat je met deze opmerking even niks kunt, kon het ook niet toen ik het voor het eerst las. Het is een Vlaamse uitdrukking. “Laura komt erdoor!” betekent: de zon gaat schijnen. Voor de volledigheid: in sommige delen van Vlaanderen heeft men het over “Lorra”. (Nagezocht in het Vlaams Dialecten woordenboek van 2001). Wel mooi dat Vlaams: “de bomen geven wat lommer”, “het water is warm, heel deugddoend” en als klap op de vuurpijl “buffet á volonté”, bijna net zo krom als een opmerking die ik in een reisblog tegenkwam “gratis ACSI korting”. (foto bij deze alinea is van Dietmar Rabich) 

Een route van meisje Komoot en mij, op 100 meter na 50 kilometer. Meer dan genoeg. We kwamen als eerste in het wildpark Dülmen aan. Dit werd in de jaren 1860 geopend en strekt zich uit over 250 hectare. Het eerste dier dat we zagen was een edelhert met een joekel van een gewei. Het was zich in de sloot aan het wentelen en toen het eenmaal lag leek het dood te zijn. Leuk dat het park onderdeel uitmaakt van het fietspadennetwerk van Dülmen en omgeving.


Wacholder is het Duitse woord voor jeneverbes. In Duitsland stikt het van de Wacholderheides, eentje ervan ligt in het gebied tussen Coesfeld en Dülmen en heeft de naam Letter Wacholderheide meegekregen, waarbij Lette een plaats is. Van het gebied dat vroeger immens groot was is nu nog maar zo'n 13 hectare over.


Het leuke van fietsen in dit gedeelte van Duitsland is dat je op zeer gezette tijden schuilhutten tegenkomt. Deze was wel erg mooi en erg praktisch want voorzien van allerlei fietsgereedschap. Gelegen in het natuurgebied Heubachwiesen nabij Reken. We hebben er even gezeten en hadden een mooi uitzicht over uitgestrekte velden en weiden met af en toe een plasje water.


Het venijn van de tocht zat weer eens in de staart. Komoot kwam aanzetten met de highlight “Hasenberg, Höchster Punkt der Panzerstraße”. Je voelt meteen al nattigheid bij het woord “berg” en de omschrijving “Höchster Punkt”. Het woord “Panzerstrasse” is dan weer geruststellend: lekker veel beton en/of asfalt. Een bijzonder gebied: tot het voorjaar van 2020 was dit stuk natuur een verboden gebied. Dwars door de natuur loopt een pad dat nu is opgengesteld voor wandelaars en fietsers. Auto's vind je alleen aan de randen. Heel mooie weg, alleen een (onverwachte klim) in het midden. Je moet wel op de weg blijven, zelfs de berm is taboe. Hou je je niet aan de regels en negeer je de duizenden aanwezige borden, dan bestaat de kans dat je zonder benen komt te zitten aangezien de explosievenopruimingsdienst hier nog niet veel werk heeft verzet. Dan even bijgaand bord: stond boven aan de bult, onder aan de bult ging de helling de andere kant op: naar boven!