noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 29 mei 2023

van je familie moet je het hebben – 4: soms teveel fietsers op een smal pad

Toen ik ruim 2,5 uur na zonsopgang (zon op om 05:22) de ogen open deed en met een grote bak donker vocht alle relevante social media aanklikte kwam ik de vraag tegen of boktor en houtworm hetzelfde is. Antwoord: ja en nee. Houtworm is een verzamelnaam voor houtaantastende larven van kevers, de boktor valt dus onder die verzamelnaam. Het zijn beide rampbeesten, waarbij de boktor een graadje erger is dan bijvoorbeeld de houtwormkever: de boktor graaft dieper tot in de kern van het hout.

zondag 28 mei: @ winterswijk

Vandaag de laatste pinksterweekendfamiliedag. Zo'n dag waarop de temperatuur de heren uitnodigt om koude biertjes te doen. Voor ik klappen krijg: de dames mogen best meedoen maar nuttigen over het algemeen ander vocht. Maar voor het koude bier was het om half elf nog veel te vroeg: eerst strakke eieren met spek en dan een fietstocht.


We waren vandaag niet de enigen die van mening waren dat een zonnige Pinksterzondag een ideale fietsdag is, zelden zo druk meegemaakt. We hadden het geluk om een aantal rustige stukken te hebben gevonden, maar in en om Winterswijk was het filerijden. En dan krijg je op die smalle paadjes (Komoot noemt dat liefdevol singletracks) tegenliggers. Nederlandse fietsers zijn over het algemeen niet zo erg: die zitten strak op de fiets, weten wat ze doen en weten hoe ze passeren moeten. Nee, dan die Duitsers: strak helmpje op de kop, dure fiets onder een te dikke kont en op het zadel zitten alsof het de eerste keer van hun leven is dat ze een fiets besturen. Gaan bij verkeer van de andere kant op een pad òf angstvallig van de fiets af en de berm in, òf ze blijven stug op het midden van het pad rijden in de hoop dat de tegenligger wel aan de kant gaat. Helaas voor hen: mijn opa heeft me geleerd dat een olifant de grootste heeft en dat ik daarna een grote kans maak. Hij heeft het verhaal eigenlijk nooit helemaal afgemaakt. Maar heerlijk om de paniek dan in de ogen van de tegenligger te zien. Wil best iets aan de kant gaan, maar de liefde moet van twee kanten komen. W vindt dat ik een beetje meer clementie moet hebben met deze bestuurders, ik vind dat zij een probleem hebben en niet ik. Doet me denken aan iets wat ik een medebestuurslid vorige week hoorde vertellen: “Ik vind het vervelend dat zij het zo ervaren heeft”. Eigenlijk bedoelde ze te zeggen: “Zij heeft een probleem, niet ik”. Klinkt alleen wat botter.

In Burlo, ja dat dorp van de conferentie van 1766 waar de grens tussen Nederland en Duitsland werd vastgelegd (Hertogdom Gelre en bisdom Münster om precies te zijn), pikten we bij kloostercomplex Mariengarden twee familieleden op die weer even met kikkers en katten bezig waren geweest en van hieruit een stuk Vardingholder bossen met ons onveilig zouden maken. Het is een katholiek klooster en Mariengarden geeft al aan dat het iets met Maria te maken heeft. Delen van het klooster hebben al eeuwenlang een schoolbestemming, tegenwoordig schijnt het een particulier gymnasium te zijn. Bij de geleende foto van het klooster moet even een naam genoemd worden: Günter Seggebäing. Dankjewel Günter.



Wat één letter voor verschil kan maken: één P minder en je hebt een totaal andere fietsroute.


Veel later, toen we Burlo voor Barlo hadden ingeruild, kwamen we een oude spoorbrug tegen waar we al verscheidene keren overheen gefietst zijn, maar nog nooit aandacht aan hadden besteed. Het gaat om de brug waarover treinen van het voormalige spoor Bocholt - Winterswijk de Holtwicker Bach kon oversteken. Treinen lopen al jaren niet meer en de rails zijn bij het oud-ijzer gegooid. Tegenwoordig is het een grensoverschrijdende bospadroute die is aangewezen als bovenregionale fietsverbinding, die druk wordt bezocht als voet- en fietspadverbinding. In Spanje zouden ze zoiets onmiddellijk het etiket “via verde” opplakken. Door de jaren heen is het viaduct behoorlijk gehavend: overstromingen en verwaarloosd dus. Een paar jaar geleden vond de gemeente Bocholt een subsidiepotje en heeft de boel een facelift gegeven: beetje nieuw schoonmetselwerk, pad naar beneden naar de beek en een leuk uitzichtplatform, informatief bord erbij en klaar is kees.



Toen we na 35 kilometer terug op het feestterrein waren lag de hond trouw op ons te wachten, net als het bier en het borrelplankje. Mooie fietstocht, schitterend weer, alleen een beetje veel tegenliggers. Later op de middag hebben we van de restanten van een losbandig weekend een culinair hoogstandje in elkaar geprutst en na de koffie konden we tegen negenen terugkijken op een geslaagd weekend (voor 6 van de 8; de patiënt maakt het wel). Toen ik twee uur na zonsondergang (ging onder om 21:39) mijn ogen dicht deed borrelde nog even “Het was een mooie dag” bij me naar boven. Verder kwam ik niet. Dus nu maar even het praatje afgemaakt: W en ik hebben Tweede Pinksterdag nog een hele dag op de camping. Ik vermoed dat we een eind gaan fietsen.