Ken je het verhaal van de tien kleine negertjes? Er viel er steeds een af. Bij ons viel gisteren het eerste slachtoffer. Zwager D was aan het spelen met hondje B, een uit de kluiten gewassen Deense Dog. Zwager onderschatte de kracht van de hond en knalde tegen een paal. Helaas voor hem was de paal van massief eikenhout, dus niet aangevreten door de houtworm. (Een van de eerste lessen op het openluchtmuseum: eikenhout heeft geen last van houtworm, want te hard). Moraal: je kunt beter tegen een oude dennenhoutenpaal knallen, het liefst een die al jaren bezocht wordt door de houtwormkever (Anobium punctatum). Schade? Lijkt op iets van gekneusde ribben. Afgevoerd naar huis door zuslief, want met zoiets is het niet prettig slapen in een kleine camper op de parkeerplaats van een dodenakker. Gelukkig voor hem was dat na een zeer prettige maaltijd, die goed binnen te houden was. Goulash (geheel volgens het kookboek van Margriet) met doppertjes, rijst en een rauwkostsalade. We zullen de patiënt volgen (en missen).
zaterdag 27 mei: @ winterswijk
De eieren werden weer traditioneel netjes verzorgd door zwager J, die er dit jaar ware kunststukjes van maakte. Na de boodschappen voor de uitgebreide barbecue later op de dag maakten we ons op voor de moeder aller fietstochten. Met zijn viertjes, twee familieleden hadden iets met katten en kikkers en zouden later aansluiten. Dottinkrade is de naam van het bos is goed Nederlands, de Achterhoeker heeft het over Döttenkrö. In beide gevallen gaat er een mooi fietspad door het bos en een aantal (waarvan één echte Winterswijker) hadden het nog nooit gezien. Bij paal 788 over de grens en vervolgens langs het vliegveld Stadtlohn-Vreden. Tot een aantal jaren geleden was er veel gedonder over dit vliegveld, dat men toen nog Wenningfeld noemden. Het IPW (Internationaal Platform tegen uitbreiding van vliegveld Wenningfeld) liet van zich horen en of het nu de protesten van dit clubje waren of het gebrek aan aan geld in het Münsterland: de geplande verlenging van de startbaan (tot 1.800 meter) ging niet door, waardoor grote vliegtuigen wegbleven en het aantal vliegbewegingen niet noemenswaardig toenam. Eén van de punten waar de IPW tegen streed was dat het vliegveld 24 uur per dag open zou zijn. Ook dat plan is inmiddels van tafel en blijft de lengte van de startbaan hangen op 1.200 meter. Zaken- en privévluchten starten en landen hier. Zweefvliegen en parachutespringen vullen de sportkant in.
Een paar kilometer over de grens en je waant je in een totaal andere wereld. Tussen Stadtlohn en Vreden ligt Bockwinkel. De betekenis van Bockwinkel is “een met beuken begroeide bocht in de Berkel”. Precies we het nu is en al eeuwen was. Op zeker moment kwamen we een bronzen plaquette tegen op een obgs (onbenullig grote steen) die verwees naar de Hünenburg. Nou heeft de Hunnenschans (Nederlandse vertaling) niks met de Germaanse stam van de Hunnen te maken, maar oud is het object wel. Het gaat om een oude ringwalburcht, waarvan een deel vermoedelijk stamt uit de Karolingische tijd (tweede helft van de achtste eeuw). De reden voor de bouw is onduidelijk, maar het heeft waarschijnlijk te maken met de onderwerping van de Saksen door Karel de Grote en/of de bescherming van de handelsroutes van Arnhem naar Bremen en Deventer naar Münster en Paderborn. De plek waar de burg “staat” is al veel eerder gebruikt, namelijk als urnenbegraafplaats in de brons- en ijzertijd.
Komoot, die een uitstekende route uit de hoge hoed had getoverd, liet hier even een steekje vallen: of we even de weg wilden vervolgen door een beekje (niet zijnde de Berkel) en even een helling met een hoek van 60 graden wilden beklimmen. Kan ook niet anders als je vlak bij de Duivelskloof bent. Jazeker: Münsterland heeft ook een Teufelsslucht! Op de kaart (ook van Komoot) een alternatieve route gezocht en even later stonden we voor “die Eiche am Hof Kleverth”. Een inderdaad echt indrukwekkende boom. Een bord legt uit dat de eik waarschijnlijk 300 jaar oud is. Gek veel ouder zal het boompje niet worden: het is langzaam maar zeker aan het vergaan. “Zijn wij ook mee bezig”, zei W. Hoort bij de natuur en wordt hier goed uitgelegd en zichtbaar. In de verte zie je Hof Kleverth, ook een mooi plaatje.
De Berkel vormde onze gids tot aan Vreden en vervolgens ging het binnendoor naar Zwillbrock, waar je over de koppen kon lopen. Niet alleen op de paden rond het ven (iedereen wilde op deze zonovergoten Pinksterzaterdag de flamingo's zien) maar er was ook geen plekje meer te bekennen op het terras van Zum Kloppendiek. Bijgaande foto laat de gewenste situatie zien (maar is dan ook gejat). Geen hongerigen voeden en vooral geen dorstigen laven. Ook de niet-fietsers stonden er een beetje beteuterd bij de kijken.
Op de weg van Zwillbrock naar Winterswijk kwamen we nog het spektakel van de Roparun tegen. De Roparun is een estafetteloop die start vanuit Twente en finisht in Rotterdam. Het gaat niet alleen om de sportieve inspanning, de achterliggende gedachte is om zoveel mogelijk geld op te halen voor diverse kankergerelateerde doelen.
Na 52 fietskilometers konden de pijnlijke konten de zadels verwisselen voor kuipstoeltje met zachte kussens en kwam na enige tijd de bbq tevoorschijn. Goed binnen te houden allemaal, maar op gezette momenten misten we de “omdraaier”, ja: hij was het die gisteravond die paal raakte. Het gaat overigens al een stuk beter met hem.
Een mooie dag! Prima fietsweer, blauwe luchten en de temperatuur (vooral die in de avond) een stuk beter dan de dag ervoor. En morgen? Morgen is er weer een dag! Laten we eens gaan fietsen.