noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 29 mei 2023

van je familie moet je het hebben – 5: een dagje zonder familie

Gisteravond nog een tijd nagedacht over het feit dat broerlief bij het snijden van de uien niet hoefde te liepen. Liepen is Achterhoeks voor huilen. Zelf heb ik al heel snel last van tranende ogen bij het snijden van de siepels. Volgens Google komt dat doordat je de cellen in een ui kapot maakt en zo stoffen in die cellen de mogelijkheid geeft om te reageren met zuurstof. Hierbij ontstaat het stofje synpropaanthial-S-oxide. Dit is een gasvormige stof die in aanraking met (oog)vocht een zwavelzuurverbinding vormt. Deze verbinding irriteert je ogen. Het gevolg: je ogen proberen met tranen dit weg te spoelen. Las ergens de volgende tip: “Geen zin in traanogen als je uien snijdt? Leg ze van te voren een paar uur in de koelkast, houd ze tijdens het snijden onder water en gebruik een scherp mes”.

maandag 29 mei: @ winterswijk

Vandaag een dag dat we geen rekening hoefden te houden met andere familieleden, alleen met onszelf. Ook wel weer eens prettig. Vind het altijd heel gezellig met de hele club, maar heb daarna wel weer een paar dagen nodig om te ontgroepen. Vandaag dus met zijn tweetjes een tocht in ons eigen tempo, met een afstand waar we ons beiden senang bij voelen en waarbij je tijdens het fietsen niet zo veel hoeft te zeggen, omdat we na vijftig jaar wel weten wat de ander te zeggen heeft. Vrijdag hebben we een deel van de Aa-fietstocht gereden, het leek ons wel leuk om vandaag een ander deel te doen. Voor de volledigheid nog even het kaartje dat ik eerder deze week publiceerde. Vandaag was het stuk tussen Gemen (bij Borken) en Bocholt aan de beurt. Ruwweg 20 kilometer naar Gemen, 20 kilometer langs de Aa en weer zo'n 20 kilometer terug.

Dan denk je dat je de omgeving een beetje kent, zelfs aan de andere kant van de grens. Niets is minder waar: op nog geen 10 kilometer van Winterswijk ligt Burlo; laten we daar vandaag weer eens wat nieuws gezien hebben: de Klostersee. Geliefd bij Nederlanders om daar een koophuis te hebben. Weer zo'n meer dat door zand- en/of grindwinning is ontstaan. Volgens berichten 16 hectare groot en in 1990 was men klaar met graven. Las op Komoot dat je er geweldig kunt zwemmen. Kwam vandaag zelf alleen maar bordjes tegen dat het verboden was, maar we zijn niet alle bospaadjes naar het meer ingeslagen.


Volgende highlight was Wasserburg Gemen. Volgens W was ze er nog nooit eerder geweest, maar daarover verschillen de meningen. Al sinds jaar en dag een jeugdherberg en ik heb er vroeger in mijn jeugd-en-jonge-jaren een aantal keren een “vormingsweekend” mogen doorbrengen, want eigendom van het bisdom Münster. Ga er dus maar van uit dat niet alleen het eten wordt voorzien van een rooms sausje.

In Gemen begon ook onze route langs de Aa. Best wel geinig dat we na geruime tijd een bekend meer tegenkwamen: Pröbstingsee. We hebben er eens (of vaker?) gewandeld. Het is een joekel van een recreatieplas waar zeilen en windsurfen is toegestaan. Camping, klimbos en wandelpaden maken zo'n plekje compleet. Toch kleinzoon Q een keer meenemen: er is een planeten-educatie-pad. Het watertje is genoemd naar een ommuurde waterburcht met de naam Haus Pröbsting. Het complex is nu in particulier bezit en huisvest een kliniek. Op de foto iets "vistrapachtigs", het begeleidende bord maakte gewag van een stuw, maar zoiets ziet er volgens mij wat anders uit.


Langs de Aa-radweg staan op gezette tijden informatieborden, toeristvriendelijk in twee talen: Duits en Nederlands. Als je bij elk bord stopt om de informatie in je op te nemen, kom je never-nooit-niet op je eindpunt. Ons eindpunt (eigenlijk tussenpunt) was de Aasee in Bocholt, waar we vrijdag onze etappe zijn begonnen. Miep van Google Maps dirigeerde ons via de mooiste fietsweg terug naar de camping. Eigenlijk kunnen we dat inmiddels wel zonder navigatiehulpmiddelen.



Een mooie dag: 65 kilometer op de teller staan, mooie route (zie kaart). De rest van de dag genoten van een rustig vertoeven op de camping, met een boek in de stoel (W), met de kop achter de laptop (B). Maken we tenminste nog een beetje gebruik van de campingfaciliteiten. Vijf dagen voor € 95,00 all-in, kun je niks van zeggen. Beetje vroeg eten: W gaat op de fiets naar Lichtenvoorde, morgenvroeg in alle vroegte oppaskinderen. Ik mag wat later komen.

van je familie moet je het hebben – 4: soms teveel fietsers op een smal pad

Toen ik ruim 2,5 uur na zonsopgang (zon op om 05:22) de ogen open deed en met een grote bak donker vocht alle relevante social media aanklikte kwam ik de vraag tegen of boktor en houtworm hetzelfde is. Antwoord: ja en nee. Houtworm is een verzamelnaam voor houtaantastende larven van kevers, de boktor valt dus onder die verzamelnaam. Het zijn beide rampbeesten, waarbij de boktor een graadje erger is dan bijvoorbeeld de houtwormkever: de boktor graaft dieper tot in de kern van het hout.

zondag 28 mei: @ winterswijk

Vandaag de laatste pinksterweekendfamiliedag. Zo'n dag waarop de temperatuur de heren uitnodigt om koude biertjes te doen. Voor ik klappen krijg: de dames mogen best meedoen maar nuttigen over het algemeen ander vocht. Maar voor het koude bier was het om half elf nog veel te vroeg: eerst strakke eieren met spek en dan een fietstocht.


We waren vandaag niet de enigen die van mening waren dat een zonnige Pinksterzondag een ideale fietsdag is, zelden zo druk meegemaakt. We hadden het geluk om een aantal rustige stukken te hebben gevonden, maar in en om Winterswijk was het filerijden. En dan krijg je op die smalle paadjes (Komoot noemt dat liefdevol singletracks) tegenliggers. Nederlandse fietsers zijn over het algemeen niet zo erg: die zitten strak op de fiets, weten wat ze doen en weten hoe ze passeren moeten. Nee, dan die Duitsers: strak helmpje op de kop, dure fiets onder een te dikke kont en op het zadel zitten alsof het de eerste keer van hun leven is dat ze een fiets besturen. Gaan bij verkeer van de andere kant op een pad òf angstvallig van de fiets af en de berm in, òf ze blijven stug op het midden van het pad rijden in de hoop dat de tegenligger wel aan de kant gaat. Helaas voor hen: mijn opa heeft me geleerd dat een olifant de grootste heeft en dat ik daarna een grote kans maak. Hij heeft het verhaal eigenlijk nooit helemaal afgemaakt. Maar heerlijk om de paniek dan in de ogen van de tegenligger te zien. Wil best iets aan de kant gaan, maar de liefde moet van twee kanten komen. W vindt dat ik een beetje meer clementie moet hebben met deze bestuurders, ik vind dat zij een probleem hebben en niet ik. Doet me denken aan iets wat ik een medebestuurslid vorige week hoorde vertellen: “Ik vind het vervelend dat zij het zo ervaren heeft”. Eigenlijk bedoelde ze te zeggen: “Zij heeft een probleem, niet ik”. Klinkt alleen wat botter.

In Burlo, ja dat dorp van de conferentie van 1766 waar de grens tussen Nederland en Duitsland werd vastgelegd (Hertogdom Gelre en bisdom Münster om precies te zijn), pikten we bij kloostercomplex Mariengarden twee familieleden op die weer even met kikkers en katten bezig waren geweest en van hieruit een stuk Vardingholder bossen met ons onveilig zouden maken. Het is een katholiek klooster en Mariengarden geeft al aan dat het iets met Maria te maken heeft. Delen van het klooster hebben al eeuwenlang een schoolbestemming, tegenwoordig schijnt het een particulier gymnasium te zijn. Bij de geleende foto van het klooster moet even een naam genoemd worden: Günter Seggebäing. Dankjewel Günter.



Wat één letter voor verschil kan maken: één P minder en je hebt een totaal andere fietsroute.


Veel later, toen we Burlo voor Barlo hadden ingeruild, kwamen we een oude spoorbrug tegen waar we al verscheidene keren overheen gefietst zijn, maar nog nooit aandacht aan hadden besteed. Het gaat om de brug waarover treinen van het voormalige spoor Bocholt - Winterswijk de Holtwicker Bach kon oversteken. Treinen lopen al jaren niet meer en de rails zijn bij het oud-ijzer gegooid. Tegenwoordig is het een grensoverschrijdende bospadroute die is aangewezen als bovenregionale fietsverbinding, die druk wordt bezocht als voet- en fietspadverbinding. In Spanje zouden ze zoiets onmiddellijk het etiket “via verde” opplakken. Door de jaren heen is het viaduct behoorlijk gehavend: overstromingen en verwaarloosd dus. Een paar jaar geleden vond de gemeente Bocholt een subsidiepotje en heeft de boel een facelift gegeven: beetje nieuw schoonmetselwerk, pad naar beneden naar de beek en een leuk uitzichtplatform, informatief bord erbij en klaar is kees.



Toen we na 35 kilometer terug op het feestterrein waren lag de hond trouw op ons te wachten, net als het bier en het borrelplankje. Mooie fietstocht, schitterend weer, alleen een beetje veel tegenliggers. Later op de middag hebben we van de restanten van een losbandig weekend een culinair hoogstandje in elkaar geprutst en na de koffie konden we tegen negenen terugkijken op een geslaagd weekend (voor 6 van de 8; de patiënt maakt het wel). Toen ik twee uur na zonsondergang (ging onder om 21:39) mijn ogen dicht deed borrelde nog even “Het was een mooie dag” bij me naar boven. Verder kwam ik niet. Dus nu maar even het praatje afgemaakt: W en ik hebben Tweede Pinksterdag nog een hele dag op de camping. Ik vermoed dat we een eind gaan fietsen.



zondag 28 mei 2023

van je familie moet je het hebben – 3: oude burchten en diepe kloven

Ken je het verhaal van de tien kleine negertjes? Er viel er steeds een af. Bij ons viel gisteren het eerste slachtoffer. Zwager D was aan het spelen met hondje B, een uit de kluiten gewassen Deense Dog. Zwager onderschatte de kracht van de hond en knalde tegen een paal. Helaas voor hem was de paal van massief eikenhout, dus niet aangevreten door de houtworm. (Een van de eerste lessen op het openluchtmuseum: eikenhout heeft geen last van houtworm, want te hard). Moraal: je kunt beter tegen een oude dennenhoutenpaal knallen, het liefst een die al jaren bezocht wordt door de houtwormkever (Anobium punctatum). Schade? Lijkt op iets van gekneusde ribben. Afgevoerd naar huis door zuslief, want met zoiets is het niet prettig slapen in een kleine camper op de parkeerplaats van een dodenakker. Gelukkig voor hem was dat na een zeer prettige maaltijd, die goed binnen te houden was. Goulash (geheel volgens het kookboek van Margriet) met doppertjes, rijst en een rauwkostsalade. We zullen de patiënt volgen (en missen).

zaterdag 27 mei: @ winterswijk

De eieren werden weer traditioneel netjes verzorgd door zwager J, die er dit jaar ware kunststukjes van maakte. Na de boodschappen voor de uitgebreide barbecue later op de dag maakten we ons op voor de moeder aller fietstochten. Met zijn viertjes, twee familieleden hadden iets met katten en kikkers en zouden later aansluiten. Dottinkrade is de naam van het bos is goed Nederlands, de Achterhoeker heeft het over Döttenkrö. In beide gevallen gaat er een mooi fietspad door het bos en een aantal (waarvan één echte Winterswijker) hadden het nog nooit gezien. Bij paal 788 over de grens en vervolgens langs het vliegveld Stadtlohn-Vreden. Tot een aantal jaren geleden was er veel gedonder over dit vliegveld, dat men toen nog Wenningfeld noemden. Het IPW (Internationaal Platform tegen uitbreiding van vliegveld Wenningfeld) liet van zich horen en of het nu de protesten van dit clubje waren of het gebrek aan aan geld in het Münsterland: de geplande verlenging van de startbaan (tot 1.800 meter) ging niet door, waardoor grote vliegtuigen wegbleven en het aantal vliegbewegingen niet noemenswaardig toenam. Eén van de punten waar de IPW tegen streed was dat het vliegveld 24 uur per dag open zou zijn. Ook dat plan is inmiddels van tafel en blijft de lengte van de startbaan hangen op 1.200 meter. Zaken- en privévluchten starten en landen hier. Zweefvliegen en parachutespringen vullen de sportkant in.

Een paar kilometer over de grens en je waant je in een totaal andere wereld. Tussen Stadtlohn en Vreden ligt Bockwinkel. De betekenis van Bockwinkel is “een met beuken begroeide bocht in de Berkel”. Precies we het nu is en al eeuwen was. Op zeker moment kwamen we een bronzen plaquette tegen op een obgs (onbenullig grote steen) die verwees naar de Hünenburg. Nou heeft de Hunnenschans (Nederlandse vertaling) niks met de Germaanse stam van de Hunnen te maken, maar oud is het object wel. Het gaat om een oude ringwalburcht, waarvan een deel vermoedelijk stamt uit de Karolingische tijd (tweede helft van de achtste eeuw). De reden voor de bouw is onduidelijk, maar het heeft waarschijnlijk te maken met de onderwerping van de Saksen door Karel de Grote en/of de bescherming van de handelsroutes van Arnhem naar Bremen en Deventer naar Münster en Paderborn. De plek waar de burg “staat” is al veel eerder gebruikt, namelijk als urnenbegraafplaats in de brons- en ijzertijd.

Komoot, die een uitstekende route uit de hoge hoed had getoverd, liet hier even een steekje vallen: of we even de weg wilden vervolgen door een beekje (niet zijnde de Berkel) en even een helling met een hoek van 60 graden wilden beklimmen. Kan ook niet anders als je vlak bij de Duivelskloof bent. Jazeker: Münsterland heeft ook een Teufelsslucht! Op de kaart (ook van Komoot) een alternatieve route gezocht en even later stonden we voor “die Eiche am Hof Kleverth”. Een inderdaad echt indrukwekkende boom. Een bord legt uit dat de eik waarschijnlijk 300 jaar oud is. Gek veel ouder zal het boompje niet worden: het is langzaam maar zeker aan het vergaan. “Zijn wij ook mee bezig”, zei W. Hoort bij de natuur en wordt hier goed uitgelegd en zichtbaar. In de verte zie je Hof Kleverth, ook een mooi plaatje.



De Berkel vormde onze gids tot aan Vreden en vervolgens ging het binnendoor naar Zwillbrock, waar je over de koppen kon lopen. Niet alleen op de paden rond het ven (iedereen wilde op deze zonovergoten Pinksterzaterdag de flamingo's zien) maar er was ook geen plekje meer te bekennen op het terras van Zum Kloppendiek. Bijgaande foto laat de gewenste situatie zien (maar is dan ook gejat). Geen hongerigen voeden en vooral geen dorstigen laven. Ook de niet-fietsers stonden er een beetje beteuterd bij de kijken.


Op de weg van Zwillbrock naar Winterswijk kwamen we nog het spektakel van de Roparun tegen. De Roparun is een estafetteloop die start vanuit Twente en finisht in Rotterdam. Het gaat niet alleen om de sportieve inspanning, de achterliggende gedachte is om zoveel mogelijk geld op te halen voor diverse kankergerelateerde doelen.

Na 52 fietskilometers konden de pijnlijke konten de zadels verwisselen voor kuipstoeltje met zachte kussens en kwam na enige tijd de bbq tevoorschijn. Goed binnen te houden allemaal, maar op gezette momenten misten we de “omdraaier”, ja: hij was het die gisteravond die paal raakte. Het gaat overigens al een stuk beter met hem.


Een mooie dag! Prima fietsweer, blauwe luchten en de temperatuur (vooral die in de avond) een stuk beter dan de dag ervoor. En morgen? Morgen is er weer een dag! Laten we eens gaan fietsen.

vrijdag 26 mei 2023

van je familie moet je het hebben – 2: en alweer grensoverschrijdend gedrag

Een vriendin van W (ze leest ook regelmatig mijn hersenspinsels) wees op een verhaal in het Parool van 18 mei 2023, auteur Fons Hendriks, met de titel “Hoe beschermen we de zestigplusser op de e-bike?” Dit naar aanleiding van mijn verhandeling over de ANWB-echtparen die hun elektrische rossen opzadelen. Het Parool hoort tot de DGP-groep, dus als abonnee van de Gelderlander kan ik ook digitaal een groot aantal artikelen uit het Parool (en de Trouw en de Volkskrant) lezen. Interessant artikel. Het beschrijft onder meer een rapport van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid dat een ontluisterend beeld van fietsende ouderen schetst: van de 229 fietsdoden in 2020 was driekwart boven de 60. En daarbij komt: de krasse knarren blijken voornamelijk op een e-bike een gevaar op de weg. Volgens ene Kees Bakker van de Fietsersbond zijn e-bikes niet gemaakt voor oudjes: de sturen zijn te recht voor de senior die te veel moet leunen op zijn armen en ze gaan te snel. En toch is de e-bike de Harley-Davidson voor de ­zestigplusser met een endlifecrisis (woorden van dezelfde Kees). Onze minister van Infrastructuur, Mark Harbers, doet er nog een schepje bovenop: hij beweert dat in 2040 het ­aantal verkeersongevallen met fietsers (14.000 in 2020) met 100 procent zal zijn gestegen. De ouderen moeten in toom worden gehouden, maar hoe? Er wordt gedacht aan een helmadvies (let op: advies en géén plicht) en zijwieltjes. Eindigen de oudjes (ja ik ook) dus net zo als ze ooit begonnen zijn: op een driewieler. Moest bij dit verhaal onmiddellijk denken aan een schilderij van Marius van Dokkum, namelijk “Turbo”, waarbij een krasse oude dame met een noodgang vanaf het fietspad de voorrangsweg oprijdt. Let op de steunkousen, de grijze haren en de degelijke fietstassen.

vrijdag 26 mei: @ winterswijk

Het familieprogramma begon pas 's avonds, zodat W opperde om maar eens een twee-accu-fietstocht te plannen, dat wil zeggen: een tocht waarbij je aan één accu (zo'n 60 kilometer) niet genoeg hebt en een keertje moet wisselen. Leuk, kom je op plekken waar je normaal niet komt. Het werd een deel van de Aa-strang (wordt in Duitsland overigens de Bocholter Aa genoemd en zo ken ik dat watertje ook). Ergens in de buurt van Velen komen een paar minuscule stroompjes samen (Thesingbach, Weiße Vennbach en Schwarze Bach) en vormen zo de rivier die via Borken en Rhede naar Bocholt verder westwaarts stroomt. In de buurt van Dinxperlo even grensrivier en komt tenslotte bij Ulft in de Oude IJssel uit. Inmiddels hebben een aantal kleine beekjes nog wat extra water geleverd (Keizersbeek, Zwarte Beek en de Holtwijker Beek). Bij het voorbereiden van de route kwam ik op internet een heel interessant kaartje tegen met allemaal fietstochten langs Nederlands en Duits water. Voorlopig zijn we nog niet uitgefietst.


Ook een rondje Aasee maakte deel uit van het programma. Vlak bij de Aasee ligt een camperplaats die we in vroeger tijden regelmatig bezochten. Een rondje Aasee (op de fiets of met de benenwagen) was dan steevast vaste prik. Het is een kunstmatig meer in Bocholt en heeft (volgens Wikipedia) een totale oppervlakte van ongeveer 0,74 km2. Beetje betrekkelijk: een en ander is afhankelijk van de hoogte van het water, één van de functies is bescherming tegen overstromingen voor de de omgeving. De recreatieve functie is natuurlijk ook belangrijk. Het meer is vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw door baggeren ontstaan en Bocholt was uiteindelijk in 1987 uitgebaggerd. Komoot komt met de volgende samenvatting (kijk na de foto's) en alle getallen in kilometers:



Singletrack

20,10

Pad

2,97

Toegangsweg

< 0,10

Fietspad

18,40

Straat

7,90

Weg

14,90

Heel opvallend was het grote aantal graanvelden in Duitsland. Is in Nederland maïs het voornaamste gewas, in Duitsland kwamen we veel velden rogge tegen, regelmatig stond er gerst op het land en één keer hebben we een veld met tarwe gezien. De haver ontbrak (of we hebben onze ogen niet goed gebruikt).

Haver hiernaast en vervolgens: gerst, rogge en tarwe (voor de zekerheid opgezocht via mijn app Plantnet, want we hebben een ex-boerenzoon in onze familie).





Ook opvallend was een wegaanduiding met de naam “Elf-Apostel-weg”. Toen W zag dat ik een foto ging maken, sprak ze “dat wordt weer een lang verhaal”. Beloof het kort te houden, al is dat ernstig moeilijk. Elf apostelen en ik altijd maar menen dat er 12 van die jongens rondliepen. Ze werden “De Twaalf” genoemd (apostelen, discipelen, leerlingen). Eentje ervan was niet helemaal fris: Judas Iskariot. Hij beroofde zichzelf van het leven nadat hij Jezus verraden had. Hij werd al snel opgevolgd door Mattias, waardoor het clubje weer “compleet” was. En dan denk je wanneer je een icoon ziet van het pinkstergebeuren: ze zijn weer compleet, maar de bijbehorende tekst zegt heel wat anders: We zien twaalf gestalten die bijeen zijn terwijl de Heilige Geest op hen wordt uitgestort. Wie zijn deze twaalf? Zijn het apostelen? Zijn de twaalf leerlingen van Jezus? Nee: het zijn niet "de" twaalf, die we zouden verwachten. Het zijn, links van het midden naast elkaar achtereenvolgens: Petrus, Matteüs, Lucas, Andreas, Bartolomeüs en Tomas; en rechts van het midden: Paulus, Johannes, Marcus, Simon, Jacobus en Filippus. Dus naast de lege plaats van Christus Petrus en Paulus - de zuilen van de kerk.” De enige verwijzingen die ik tegenkwam op internet naar elf apostelen waren een aantal straatnaamaanduidingen in Duitsland en een column van Stijn Fens (december 2022) in de Volkskrant: “Louis van Gaal en de elf apostelen”, maar neem van mij aan dat dat weer niks met Pinksteren te maken heeft.


Dinxperlo (marktdag op vrijdag) leverde ons een broodje paling (W) en voor mij een gebakken visje. Nee, weer geen kabeljauw, maar een kabeljauwachtige: heek. Gezien de enorme hoeveelheden lekkerbekjes en kibbeling die er over de toonbank gingen zal ik een volgende keer ongetwijfeld moeten vertellen dat ook de heek wordt overbevist. En dat allemaal onder de kerk van Dinxperlo, nee: niet dat overbevissen.


Mooi afwisselende tocht met een groot aantal onbekende dingen. Even een paar uurtjes rust en toen naar de woonst van zuslief en zwager, waar goede gesprekken, koud bier en een warme maaltijd smeekten om onze actieve deelname. Maar daarover zal ik ongetwijfeld een volgende keer schrijven.

Een mooie dag; mooi blauw, dat zie je op de foto van de Dinxperlose kerk (hierboven ergens) . Graad of 20, windje 2 tot 3 uit een noordoostelijke hoek (voelt dus wat frisjes aan op de fiets en het is bloedje heet in de zon uit de wind). Zon op/onder: 05.25/21:35. En morgen? Morgen is er weer een dag. We hebben de hele dag “programma” en wat het wordt hoor je binnenkort.

donderdag 25 mei 2023

van je familie moet je het hebben – 1: het paardeweitje

Een lange traditie: met Pinksteren samen met broer, twee zussen en natuurlijk de jongens en de meiden van de koude kant een weekend lang serieuze gesprekken voeren. Het is ooit een tijdlang een mannen- en vrouwenweekend geweest, twee jaar lang een uitgebreide fietsweek, een tijdje elk jaar een huisje huren of een onderdak zoeken op een camping, later twee keer een lang weekend met de Winterswijkse kermis, toen de verplichte coronapauze, maar sinds een paar jaar is het weer ouderwets: een Pinksterweekend maar dan bij zuslief in de tuin. Gemak dient de mens: zusje in eigen huis, broer in de Pipowagen, zus in camper op het aanpalende parkeerterrein van de begraafplaats en wij op een SVR-camping op een kilometer afstand. 't Wordt allemaal wat bejaarder en bedaarder bij de familie; gemiddelde leeftijd is dit jaar net iets minder dan 70, dus dan weet je het wel. En fijn: ieder weet zijn plek, zo hoort het ook! Wij dus op ‘t Paardeweitje (inderdaad zonder N), een mini-camping in een bosrijke omgeving in het buitengebied van Winterswijk vlak bij het Hilgelo. Een boerderijcamping dus, aangesloten bij de SVR: de Stichting Vrije Recreatie. 

Beetje melkvee, beetje paarden (want stalhouderij). Een echte seniorencamping waar de ANWB-echtparen (van die mensen die wel van verrassingen houden, maar niet als het plotseling is en een geldig bonnetje hebben voor gratis koffie – met dank aan Brigitte Kaandorp; zie afbeelding hiernaast) elke ochtend geconcentreerd hun e-bikes in opperste gereedheid brengen, want de camping is een mooi startpunt voor veel fietstochten. Gaan we ook doen de komende dagen: fiets pakken inclusief een rugzakje met een bidonneke, een stapeltje koolhydraten en een paar Euri voor de verleidingen die we onderweg tegenkomen in de vorm van cappuccino oder Kaffee (mit Kuchen bitte), ijs of een hartig hapje.

Na ruim twee jaar heeft een mechanisch deel van mijn laptop het begeven, namelijk de scharnierverbinding monitor – toetsenbord. Jammer, apparaatje deed het verder nog goed, maar nu moeilijk mee te krijgen, want klapt niet meer dicht. Volgens W heeft het ding geen schuld: is dan wel pas 2,5 jaar oud maar heeft erg veel voor zijn kiezen gekregen. Volgens haar gebruik ik een laptop zo’n beetje dag en nacht. Overdrijven is ook een kunst. Een nieuwe dus, een diepte-investering weliswaar, maar vooruit: het vakantiegeld van de AOW is een dezer dagen gestort; hebben we daar ook weer een passende bestemming voor gevonden. Tijdje knutselen om het nieuwe monster weer van alle gemakken (lees software) te voorzien en de verzameling bestanden integraal over te zetten. Netwerkje bouwen? Oude tijden herleven, ooit deed ik niets anders. Dit verhaal is dus voor een deel gemaakt op mijn oude HP en voor een ander deel op de nieuwe Lenovo IdeaPad. Dat laatste op advies van zoonlief, hij is systeembeheerder, dus moet er verstand van hebben. Mijn kennis is op dit gebied hopeloos verouderd.

donderdag 25 mei: @ winterswijk

Vroeger was Pinksteren een bijzondere gebeurtenis in ons katholieke leven. Tegenwoordig zijn de pinksterdagen dagen als zovele: het katholieke sausje is er grondig afgeboend, je ruikt de chloorlucht nog. Las onlangs (www.solidariteit.nl/extra) het volgende: “In het theater van de rooms-katholieke kerk buitelen martelaren en moordenaars, heiligen en hoeren, engelen en evangelisten, bedelaars en beeldenstormers, maagden en misdienaars, handopleggers en voetwassers, theologen en scherpslijpers, bekeerlingen en boetelingen, duivels en demonen, vissen en vogels, katten en kamelen, Italianen en inquisiteurs, novices en nonnen, keizers en koningen, priesters en presidenten, zedenmeesters en zedendelinquenten, zure en zuinige bisschoppen en vileine en vrome pausen over elkaar heen. Het is een bont spektakel”. Vond dat daarin wel een kern van waarheid stak. Voor wie het niet helemaal herkent: de tekst beschrijft “de Tuin der Lusten”, een schilderij van Jeroen Bosch (1450 – 1516). Pinksteren betekent dus voor ons eigenlijk niets meer dan verkassen naar het andere huis (dat op wielen) op de camping van Astrid en een gezellig familieweekend “ondergaan”. Laat deze dagen de Heilige Geest maar op ons neerdalen – in wat voor vorm dan ook, zoiets vierden we vroeger toch? En intussen houden we de rest van het verhaaltje in ons achterhoofd: het verhaal dat begint met de geboorte van Jezus in een stal in Bethlehem. Maria is zijn maagdelijke moeder die de rol van huisvrouw speelt en Jozef zijn ogenschijnlijke vader, een wat sullige man die als timmerman de kost verdient.

Vandaag nog geen gezamenlijke activiteiten. Als je dan om een uur of twee op de camping staat is het volgens W veel te vroeg om de relaxstand aan te nemen, dus even een klein fietstochtje in elkaar geprutst. Stukken door Nederland, stukken over Duits grondgebied en natuurlijk komen we weer langs de meest gefotografeerde grenssteen van de omgeving: de Sint-Vitussteen (of meer prozaïsch: grenssteen 788). Heb er al eens eerder over geschreven, maar een korte samenvatting kan geen kwaad: de steen en zijn houten voorgangers markeren mogelijk al sinds 1231 de noordelijke punt van de Sint Vitusparochie in Südlohn. De steen is geplaatst in 1653 en in 1753 gerenoveerd. Toen zijn de wapens van Gelre en Münster erin gebeiteld en ook de tekst Renovatum 1753. Vanaf 1350, toen dit deel van de Achterhoek bij het hertogdom Gelre ging behoren, tot 1765, was de grens van Gelderland met het bisdom Münster in grote lijnen wel duidelijk maar vooral bij de woeste gronden (venen en heidevelden) niet overal precies vastgelegd of in elk geval in het veld niet duidelijk te herkennen. Om de steeds weer oplaaiende twisten over weidegrond of turfsteken te beslechten werd in 1765 de Conventie van Burlo gesloten, waarbij de grens werd vastgelegd. In 1766 werd deze grens in het veld zichtbaar door de plaatsing van fraai bewerkte grensstenen uitgevoerd in zandsteen. Dan nog even het gedonder over de nummering. Oorspronkelijk werd er vanaf Rekken naar het zuiden geteld en was de Sint Vitussteen nummer 79 (staat nog goed leesbaar onder de tekst “Renovatorum 1753). In 1847 werden nieuwe hardstenen grenspalen in de vorm van obelisken geplaatst om de hele grens tussen het koninkrijk der Nederlanden en het koninkrijk Pruisen uniform af te bakenen. Dit zijn de z.g. Bismarckstenen, waarvan de nummering begint in Schengen in het zuiden van Luxemburg en vervolgens oplopend naar het noorden; hier is zo nummer 788 bereikt (staat op de zandsteen met een metalen plaatje aan de zijkant). Na iets meer dan 2 uur fietsen en 35 kilometers terug op het Paardeweidse nest.



Nog even een paar verrassende mountainpaden. Eerst een hele mooie in de Duitse bossen waar het pad steeds smaller werd en later in Nederland een paadje langs de Ratumse Beek (fietspad? W is er twee keer gevallen en af en toe lagen er bomen over de weg, verkeersremmers zullen we ze maar noemen).



Boerencamping, dus vliegen! Gelukkig hadden ze bij de HEMA een schitterende aanbieding: een tapette électronique à mouches. Voor wie het liever in een andere taal wil: elektrische Fliegenklatsche of electronic fly swatter. Helaas ontbraken in/bij alle talen de batterijen (2 keer een AA-tje) dus de aanbieding werd in één keer een stuk minder aantrekkelijk. Maar niet zeuren: er was nog wat van het AOW-vakantiegeld over. Moet een goeie mepper zijn, want volgens de afbeelding overleven ook wespen een flinke mep niet. Overigens is de onze geel (de mepper dan, de wespen blijven geel/zwart).


Een mooie start van ons lange Pinksterweekend: prettig fietsweer (half bewolkt, tegen de 20 graden en weinig wind). Morgenavond begint het familieprogramma, dus overdag voldoende tijd om wat voor onszelf te gaan doen. Denk dat het fietsen wordt.