woensdag 10 april: tussenstop in colónia güell
Halverwege onze verplaatsing van vandaag hebben we tijd ingeruimd voor Eusebi Güell i Bacigalupi, een Catalaans ondernemer en industrieel, vooral bekend van zijn vriendschap met Gaudi. Zeg je Güell dan denkt iedereen ongetwijfeld aan Park Güell in Barcelona. Weinigen zijn op de hoogte (wij ook niet tot voor kort) van het bestaan van Colónia Güell in het plaatsje Santa Coloma de Cervelló, op een klein half uur afstand van Barcelona. Hier liet textielbaron Güell een complex bouwen bestaande uit fabrieken en huizen voor zijn arbeiders. Het initiatief was uitzonderlijk voor de tijd (we leven eind 19e eeuw) want het voornemen van Eusebi was om de leefomstandigheden van de arbeiders te verbeteren. Behalve huizen en fabrieken verrezen er ook een ziekenhuis, winkels, een school en een theater. Nu had de goede man wel een geheime agenda: op deze manier hield hij zijn arbeiders weg van de sociale onrust die in die tijd heerste in de steden. Maar natuurlijk klinkt het mooi: een gemeenschap voor medewerkers. In de fabrieken werden de state-of-art-technieken toegepast en de modernistische architecten Berenguer en Rubió gaven een typische stijl aan de gebouwen.
Het kroonjuweel van de arbeiderskolonie is de Crypte, een kapel waarvoor Güell in 1898 de opdracht gaf aan Gaudi. Gaudi mocht zijn lusten botvieren: een budget was niet vastgesteld en er was evenmin een concreet plan. De bedoeling was dat er een kapel met twee verdiepingen zou komen. Het is echter bij één etage gebleven: in 1914 werd de geldkraan dichtgedraaid en het project stilgelegd. De familie had besloten dat hun geld aan andere dingen besteed moest worden. We spreken dus van een onvoltooide crypte. Er is een maquette die weergeeft hoe het gebouw er uitgezien zou kunnen hebben. Foto geplukt van internet. Het zonnetje scheen, de glas-in-loodramen lieten zich met felle kleuren van hun mooiste kant zien, ik zag slakken die over muren kropen (optisch bedrog?) en wijwatervaten in de vorm van schelpen. Niet voor niets is dit bouwwerk op de Werelderfgoedlijst terecht gekomen.
En hoe liep het af met het arbeidersparadijsje? Na het uitbreken van de Spaanse burgerorlog (1936 - 1939) kwam het complex in handen van de staat. Na de oorlog slaagde de familie er in om het terug in haar bezit te krijgen. In 1943 kon met het hele handeltje voor een prettig prijsje overdoen aan een andere familie van textielfabrikanten. De fabriek sloot zijn deuren in 1973. Het complex is nog steeds bewoond.
Na ons bezoek aan dit wonderbaarlijke stukje wereld snel naar Palamós waar we een overnachtingplekje vonden op Empord Area. Keurig op tijd: na ons liep het al snel behoorlijk vol.
V: 131.687; A: 131.987
Rijtemperatuur: van 14 klimmend naar 21, vervolgens dalend naar 13 en tenslotte eindigend op 20 graden.