noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 14 april 2019

luxemburg-stad: een pareltje

zondag 14 april: @ alzingen (nabij luxemburg-stad) 

Bar en boos vanmorgen. W begon spontaan te zingen “het hagelde en het sneeuwde en het was er zo koud, de rijp lag op ons busje”. Gelukkig hadden we een kachel en gas, zodat de temperatuur in onze Puzzel al snel veranderde van 1,5 graad (kachel aan en terug het warme nest in) in “behaaglijk”. 

Gekleed in dikke trui, jas en met handschoenen aan op naar Luxemburg-stad. Nu ging dat ook niet helemaal zonder slag of stoot. Zes dagen per week gaat er van de vroege ochtend tot de late avond een bus om de 20 minuten; elke dag, behalve op zondag: dan rijdt lijntje 194 maar vier keer per dag. Dat hebben wij weer: vandaag is het zondag! Met een beetje time-table-lezen kwamen we er uit: half twaalf heen en kwart over drie (of half zes) terug. 


De vlag van Luxemburg heeft veel weg van de Nederlandse vlag, alleen het blauw is wat lichter. In de scheepvaart wordt de zogenaamde handelsvlag gebruikt (zie afbeelding). Een poging in 2007 om deze vlag tot officiėle landsvlag te bombarderen is mislukt.

Wat een mooie en luxe stad, de rijkdom spat er van alle kanten af. Zelfs de vele openbare toiletten zijn door een ringetje te halen en met toiletjuffrouw maar zonder schoteltje, dus gewoon gratis. De laatste keer dat we in Luxemburg-stad waren was 41 jaar geleden, met de hele familie N die toentertijd uit 10 personen bestond (nummer 11 was in de maak). Inmiddels telt de familieclan 37 leden. Over productiviteit gesproken. De basis van de stad werd gelegd in 963 toen ene graaf Siegfried van Ardennen een kasteel liet bouwen langs de weg van Reims naar Trier. Hij gaf het pandje op de Bockrots de naam Lucilinburhuc, hetgeen kleine burcht betekende. Rondom deze vesting ontwikkelde zich de stad Luxemburg. Door de eeuwen heen werd het kasteel onder verschillende heersers (en van verschillende nationaliteiten) verder uitgebreid met verdedigingsmuren, waardoor Luxemburg uitgroeide tot één van de sterkste gebieden van Europa. Niet voor niets kreeg de stad aan de Alzette en de Pétrusse de bijnaam “Gibraltar van het noorden”. 


Luxemburg maakte een tijdje deel uit van het huis van Limburg, dat van de graafschap een hertogdom maakte. Ook heeft het deel uitgemaakt van het rijk van de Habsburgers en was het een tijdje een departement van Frankrijk. In 1815 werd het een groothertogdom en onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Het Huis van Oranje-Nassau was behalve koning van Nederland (en een tijdje ook België) tevens groothertog van Luxemburg. Bij het zelfstandig worden van België werd een stuk van Luxemburg bij België gevoegd, maar hierover heb ik in een grijs verleden al eens geschreven. Het bijgaande kaartje moet de trouwe lezer dan ook bekend voorkomen. 

In 1867 speelde de Luxemburgse kwestie. Willem III had het plan gevat om Luxemburg aan Frankrijk te verpatsen (voor de lieve som van 5 miljoen gulden). Onder meer door deze kwestie dreigde er een oorlog tussen Frankrijk en Pruisen. Het ging allemaal op het laatste nippertje niet door. Wel betekende dit voorval dat voor het eerst in de Nederlandse politieke geschiedenis er een kabinet viel als gevolg van een conflict met het parlement. Tijdens het Congres van Londen (ook in 1867) werd een en ander rechtgetrokken. Resultaat: Luxemburg bleef bij Nederland, maar moest zijn vestingwerken ontmantelen. Hierdoor bleef slechts 10 % van de fortificaties intact (met name de kazematten). Ruim 20 jaar later waren de Oranjes Luxemburg dan toch kwijt: na het overlijden van Willem III waren er geen mannelijke nakomelingen om hem op te volgen en onze Wilhelmina was een vrouwtje en die kwam niet in aanmerking. Hierdoor werd Adolf van Nassau-Weiburg de nieuwe groothertog. De wet inzake de opvolging werd al snel aangepast zodat Charlotte in 1919 groothertogin kon worden. Nu zit er een Henri (wij mogen Hendrik zeggen) op de troon en met 5 directe nazaten en 4 kleinkinderen is de opvolging wel geregeld.


Een toeristentreintje liet ons veel van het oude Luxemburg zien, een paar andere dingen (zoals het paleis van de Groothertog en het standbeeld van Charlotte) hebben we te voet bewonderd (en jawel: weer de 10.000 gehaald zusje). Uiteindelijk naar het station gewandeld (huidige station gebouwd tussen 1907 en 1913 in neo-barokstijl en een paar jaar geleden geheel gerenoveerd en gemoderniseerd). Bij het station nog een kopje koffie (echt geen Spaanse prijzen) en om kwart over drie de bus naar “huis” genomen. Was het een paar graden warmer geweest, hadden we wat langer in de stad vertoefd. We hadden een ezelsbruggetje om te onthouden waar we naar toe moesten: het trappenhek bij Alzheimer. Toen W dat letterlijk zo tegen de chauffeur-van-dienst vertelde keek hij ons een beetje wereldvreemd aan: hij kon ook niet ruiken dat we naar halte Trapeneck in Alzingen moesten. Geen probleem: de buskaartjes die hier verkocht worden kosten 2 Euro voor maximaal 2 uur rijden. Vlak bij de camping met de douche met vloerverwarming uitstappen. Men spreekt wel eens van de Deutsche Gründlichkeit, maar de Luxemburgers zijn nog een graadje erger. 








Temperatuur vandaag: tussen de -1 en +5.