noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 30 april 2019

delft en zo

Een lange Paasvakantie voor kleinzoon Q en twee werkende ouders. De hulptroepen uit de Achterhoek moesten in het westen worden ingeschakeld en eigenlijk is dat geen probleem voor opa en oma. Om tussen de oppasmomenten door van donderdag tot dinsdag toch nog een beetje rust te hebben werd Puzzel gedropt op de Abtwoudse Hoeve waar Elly voor ons een verblijfspakketje “Koningsdagarrangement+één dag” had samengesteld. Een rustig plekje aan een vijver, voldoende ruimte; heel anders dan camping Delftse Hout en uiteindelijk betaalden we aan het eind voor deze vijf dagen € 88,00 all-in.

donderdag 25 april: @ delft 

Autootje mocht mee naar Delft, wel zo handig als het regent. Oma met kleinzoon naar de zwemles en opa koken: uitstekende taakverdeling. ’s Avonds nog genoten van een schitterende dubbele regenboog op de camping. 



V: 134.153; A: 134.335 

vrijdag 26 april: @ delft 

De dag begonnen met een “broodje Ikea”: samen met honderden anderen hebben we ons gestort op het ontbijtgebeuren van de Zweedse meubelgigant. Beetje ander concept geworden dan een paar jaar geleden en ook wat prijziger, maar dat mag de pret niet drukken. 


’s Avonds oma nog even omgetoverd tot lieveheersbeestje, met dank aan Freek Vonk, AH en insectenboekje van dit tweetal. Wees eerlijk: het is en blijft een schatje. Het bloesje paste overigens uitstekend bij de outfit.


zaterdag 27 april: koningsdag in wassenaar 

Schoonzoon M moest “toeteren” op het dorpsplein in Wassenaar, zodat we in de vroegere woonplaats van de koning mochten luisteren naar een “lezing” van de voorzitter van de Wassenaarse Oranjevereniging Jan Stallinga die (hebben we van horen zeggen) elk jaar een kwartier vaderlandse oranjegeschiedenis behandelt. Toen we dachten dat het orkest weer begon te spelen was het de beurt aan burgemeester Koen. Q vond het maar vervelende mannen en ging met oma terug naar de rommelmarkt. Er volgde een rustige middag op de camping. 

zondag 28 april: de euromast en hellevoetsluis 

Het bonnetje “brunchen boven in de Euromast” dat ik in januari al als verjaardagscadeautje van de kinderen had gekregen, mocht vandaag verzilverd worden. Ook weer fijn dat we de auto bij ons hadden, want: motterig weer. Het was dan wel niet de helderste dag van de week, maar zelfs met grijs weer heb je een aardig zicht over Rotterdam. De Euromast, gebouwd ter gelegenheid van de Floriade in 1960 en ontworpen door Huig Maaskant, was oorspronkelijk ruim 100 meter hoog. In 1970 werd er een stukje bovenop geplaatst (de Space Tower) om er voor te zorgen dat de blikvanger van Rotterdam met 185 meter weer het hoogste bouwwerk van de stad werd. 

De brunch was uitstekend en het tochtje in de panoramische lift, de Euroscoop, van zeven minuten was adembenemend. Wel een beetje vergane glorie allemaal: de Euromast toont zijn leeftijd. Nog even en de Zalmhaventoren met een mooi uitzichtplatform zal de taak van de Euromast wel overnemen. 





Fietsen was door de (on)regelmatige buitjes geen optie, dus wat doe je dan? Met de auto op zoek naar het onbekende. Na de nodige ruzies met het navigatiesysteem (nee: heette deze keer niet W) kwamen we onverwacht uit in het voor ons onbekende Hellevoetsluis, ooit de belangrijkste marinehaven van Nederland. Ergens in de 17e eeuw is men begonnen met het aanleggen van de vesting aan de voet (laag gelegen land) van de Helle (oude naam voor Haringvliet/Maas) om de oorlogs- en handelshaven te versterken. De schatten van de Zilvervloot werden hier in 1629 door Piet Hein aan land gebracht, Michiel de Ruyter vertrok vanuit deze haven in juni 1667 naar Engeland om daar met succes de marinehaven in Chatham aan te vallen. Admiraal Tromp had in Hellevoetsluis zijn thuishaven en stadhouder Willem III vertrok in november 1688 vanuit deze haven naar Engeland om daar met zijn Maria het koningschap op zich te nemen. Willem liet aan Hellevoetsluis behoorlijk wat vertimmeren. Ook in latere eeuwen werd de vesting regelmatig versterkt, zo werd er in 1880 nog een lange kustbatterij geplaatst. Al met al een verrassend bezoekje.



maandag 29 april: bingo!

Het zonnetje scheen warempel, dus de ochtend met kleinzoon en spelletjes Uno en zo doorgebracht op de camping. Om twee uur begon de jaarlijkse kinderbingo, georganiseerd door de Oranjevereniging van Delfgauw en ons cijfermannetje moest daar natuurlijk (deze keer onder het toeziend oog van opa) aan deelnemen. Het uiteindelijke resultaat van drie uur ploeteren: een bellenblaas! Na de korfbaltraining en een pan met boerenkool en worst (voor de hele familie) zat het oppasgebeuren er weer op. 

dinsdag 30 april: @ home

Een leuk lang weekend met veel qualitytime. Gezellig, maar vrij frisjes.

V: 134.335; A: 134.511 



zondag 28 april 2019

de gouden driehoek

Even er een paar dagen alleen tussenuit. Voor het absolute rustgevoel heb ik daarvoor de “gouden driehoek” in het leven geroepen; niet echt een driehoek, maar qua beleving wel van goud: Uelsen, Oude Pekela en Bentelo. Alle drie voorzien van een uitstekende internetverbinding zodat ik weer helemaal bijgeafleverd wordt met bijvoorbeeld Keuringsdienst van Waarde. Vriendin L tipte me dat ik toch echt de aflevering over de witte eieren moest zien en zuslief raadde mij de buitenbeentjes aan. Beide weer een schitterend staaltje journalistiek en schitterend hoe de verslaggever de gladde PR-dame van AH met de mond vol tanden liet staan. Kijken! Bijvoorbeeld via uitzendinggemist. 

maandag 22 april: @ uelsen 

Tweede Paasdag, rustig op de weg. Het tochtje naar Uelsen via de nieuwe N18 is inmiddels bekend. Wel valt me ineens een hectometerpaaltje op met het ronde getal 250.0. Vreemd, want de N18 (zelfs samen met de A18) is bij lange na geen 250 kilometer. Dankzij de prettige internetverbinding van de camperplaats opheldering gevraagd bij Wikipedia. Blijkt dat de N18 deel uitmaakt van Rijksweg 15 van de Maasvlakte naar Enschede. Het eerste stuk (tot aan Bemmel) heet inderdaad N15/A15. Het tweede stuk van Zevenaar tot Enschede heeft men een keertje omgenummerd tot A18/N18 omdat er geen verbinding bestond tussen Bemmel en Zevenaar. De hectometerborden geven dus de afstand aan vanaf de Maasvlakte. Ben benieuwd hoe het gaat worden als uiteindelijk de A15 wordt doorgetrokken. Ook vreemd dat je ook nog bordjes met een lage kilometerstand tegenkomt. De foto's van de hectometerborden zijn niet door de rode Canon gemaakt. 
de internetafbeeldingen laten ook nog de oude N18 zien. En tenslotte: het weer was een stuk beter dan de foto's weergeven.


Mooi weer en Pasen, dus druk op de camperplaats: uiteindelijk waren alle 13 beschikbare plekken bezet. Stoeltje in het zonnetje en nadenken over de zin van het leven; een bijna dagvullend programma. 

V: 133.690; A: 133.783 

dinsdag 23 april: @ oude pekela 

Zie ik na een leuk tochtje door het Duitse, Drentse en Groningse land camperplaats De Turfstee liggen, is dat net een brug te ver. De Blijhamsterbrug ligt eruit. Brug is “op reis”, namelijk naar Hoogeveen waar het ding opgekalefaterd wordt. Camperplaats De Turfstee ligt net aan de andere kant van de brug. “Had je één bruggetje verder moeten rijden”, waren de wijze woorden van André, uitbater van de camperplek. Ja, dan moet je de weg weten in Oude Pekela en niet vertrouwen op de aanwijzingen die Rijkswaterstaat in de vorm van gele borden aan de kant van de weg heeft gezet: kost je 15 kilometer “om” om uiteindelijk 50 meter verder te komen. Warm en windkracht 5, dus verder dan de Jumbo aan de andere kant van Oude Pekela kwam ik niet met de Chinese Imperfectie (versie 2). 

V: 133.783; A: 133.904 

woensdag 24 april: @ bentelo 

De N34, de Hunebed Highway, had me al eerder uitgenodigd om een uitstapje te maken naar een paar van de 54 hunebedden die Nederland rijk is. Professor dr. A.E. van Giffen (hoogleraar archeologie aan de RU te Groningen) nummerde de hunebedden van noord naar zuid ergens aan het begin van de vorige eeuw. In 1925 bracht hij verslag uit door middel van zijn werk “de hunebedden in Nederland”. Van de 54 Nederlandse hunebedden liggen er 52 in Drenthe, alle grafplaatsen in Drenthe beginnen met een D; die in Groningen met een G. Het noordelijkste (Drentse) hunebed D1 ligt even ten zuiden van Roden bij het gehucht Steenbergen. 

Weet niet meer wanneer en met wie ik voor de eerste keer een hunebed gezien heb. Er staat me iets bij dat het met een schoolreisje geweest is, maar het kan ook tijdens een autoritje met de Ford Taunus 12M van mijn vader geweest zijn. In ieder geval was het ergens in de zestiger jaren. Ik herinner me ook nog dat de schoolplaat van J.H. Isings “prehistorische nederzetting van 3.300 v. Chr.” (gepubliceerd in 1959) diepe indruk op me heeft gemaakt, maar dat deden eigenlijk alle geschiedenisplaten uit die tijd. De bewoners van dit soort nederzettingen moeten de hunebedden gemaakt hebben.


Heb ze niet allemaal bezocht vandaag; D17 en D18 achter de kerk en het kerkhof in Rolde wel. De meeste ansichtkaarten van hunebedden zijn van deze twee steenhopen gemaakt. De D27 bij Borger hebben W en ik een jaar of vijf geleden al eens bekeken tijdens een bezoek aan het Nationaal Hunebedden Informatiecentrum. Ik heb me hier vandaag beperkt tot een wandelingetje over het mammoetpad. Nog even voor de volledigheid: het gebruik van het woord hunebed wordt aan Titia Brongersma toegeschreven. Titia was een dichteres die in 1685 voor het eerst onderzoek liet doen aan het hunebed in Borger (het grootste van Nederland). 



Camperplaats De Bentelose Esch was weer goed voor een afwas van drie dagen. Ook het fragiele lijfje van de eigenaar van Puzzel kon een schoonmaakbeurtje gebruiken. John heeft het in Bentelo goed voor elkaar. 

V: 133.904; A: 134.101 

donderdag 25 april: @ home (een uurtje)

Naar huis. Nog wel even via Obelink om een onderdeel van de fietsendrager te scoren. Daarna alles in gereedheid brengen voor ons lange (oppas-)weekend in Delft. Het was weer erg gezellig met mezelf. 

V: 134.101; A: 134.163    

woensdag 24 april 2019

te gast bij moeder natuur

“Te gast bij moeder natuur” is de slogan van de Groene Koepel, een organisatie die zich inzet voor een duurzame ontwikkeling van groene verblijfsaccommodaties. Zij geeft “het groene boekje” uit. Nee niet die met de officiële spelling van het Nederlands, maar met een overzicht van alle natuurkampeerterreinen van Nederland (en een paar daarbuiten). Je bent verzekerd van voldoende ruimte: per hectare zijn maximaal 30 kampeerplaatsen toegestaan.




vrijdag 19 april: @ halle 

Zoonlief met vrouw en drie kinderen gingen een weekendje proefkamperen (met de fiets). Afstand hemelsbreed zo’n tien kilometer van ons huis. Fietsend kamperen betekent weinig meenemen, dus de barbecue (met alle hapklare brokken) van opa was zeer welkom. We bleven met ons campertje meteen maar overnachten, want een barbecuemaaltijd zonder bier is ook niet alles. Om te mogen overnachten op camping Hessenoord moet je niet alleen betalen, maar dien je ook in het bezit te zijn van de natuurkampeerkaart (wordt meegeleverd met het eerder genoemde groene boekje). Ons kaartje was nog van vorig jaar, maar ter plekke kon een nieuwe worden aangeschaft. 





Om zich natuurkampeerterrein te mogen noemen moet een camping verstoken zijn van allerlei zaken die horen bij het hedendaagse leven. Er mag geen sprake zijn van geluids-, stank-, licht-, stof- en verkeersoverlast. Het geluid dat we hoorden werd niet alleen geproduceerd door de vogels maar voornamelijk door de kinderen die hier geen enkele behoefte hebben aan een recreatieteam maar geanimeerd worden door wat bos, water en zand te bieden hebben en dat is meestal voldoende. En uiteindelijk is er ook nog een opa die wel voetballen wil met zijn kleinzoon maar zich niet aan de spelregels houdt. En wat ook mooi is: op deze camping mag je een fikkie stoken.

De Groene Koepel, voorheen Stichting Natuurkampeerterreinen) deelt haar campings in drie categorieën in: 
Puur Natuur: terreinen met eenvoudige sanitaire voorzieningen en zonder stroomaansluiting. Je hoeft nog net niet met het schepje het bos in wanneer je naar de wc moet. 
Natuur Plus: natuurcampings met stroomvoorzieningen, slechtweeraccommodatie en wifi. Hessenoord hoort tot deze categorie. 
Natuur Comfort: het luxepaard onder de natuurkampeerterreinen met verwarmd sanitair en wasmachine. 

Nu trekt dit soort campings wel een bepaald slag volk aan. Het kent een hoog roséflessengehalte: de glascontainer is voller dan de bak met restafval. Met andere woorden: yuppen vinden het hier geweldig. Gevolg is dan wel dat het wifi-netwerk op zaterdagmorgen instort wanneer iedereen zijn zaterdagse NRC wil downloaden. 

Het gestolen Chinese wonder bleek nog een broertje te hebben dat inmiddels drie jaar stilgestaan heeft in de schuur. Beetje opgelapt en op zaterdagmorgen grondig uitgeprobeerd: test doorstaan! Het is een schitterend fietsgebied richting Zelhem en Ruurlo.  

Leuk (kort) weekendje met zeer prettige temperaturen en uiteraard een aangenaam gezelschap.

woensdag 17 april 2019

de draad des doods 

De laatste kilometers. Het wordt al bijna traditie: de meeste reisjes naar het zuiden eindigen in Ittervoort nabij Thorn. Elke keer komen we daar weer nieuwe dingen tegen. Eerst nog even een fotootje gemaakt van een vriendelijk speeltoestel op de camping in Luxemburg en toen en route voor de twee laatste etappes. 



maandag 15 april: @ ittervoort 


De Route du Soleil (ook Belgiė en Luxemburg pretenderen die te hebben) bracht ons weer in het Nederlandse. Gewoon de bordjes E25 volgen (en stiekem even een binnendoortje over de N4 van Arlon naar Bastenaken omdat dat leuker rijden is) bracht ons inderdaad naar de zon in Ittervoort en de gelijknamige camperplaats). Tijd voor een wandeling om aan de noodzakelijke stappen te komen. Richting Thorn maar dan langs het kerkhof van Ittervoort en een keertje rechtsaf het Belgische land in. Blijft verrassend. We kwamen een infobord tegen over de Dodendraad, ook genoemd de Draad des Doods. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal en België bezet door de Duitsers. Dit bracht een enorme vluchtelingenstroom teweeg. Om spionage, desertie, vluchtpogingen en smokkel te voorkomen spanden de Duitsers een draad van Vaals tot Cadzand en zetten er 2.000 volt op. Wanneer je de grens exact volgt heb je voor een enkel draadje 450 kilometer nodig. Om de afscherming ietwat te vereenvoudigen werden heel wat uitstulpende stukken van België in Nederland gewoon afgesneden zodat de afrastering exact op 332 kilometer uitkwam. Zoeken op internet levert overzichtelijke kaartjes op. Mede door de onbekendheid met elektriciteit (nog geen achtste gedeelte van de huishoudens in Nederland had een gloeilamp in huis, in België was de dekkingsgraad nog minder) hebben zo’n vijfhonderd mensen hun aanraking met de draad niet na kunnen vertellen. Er schijnt tegenwoordig een fietstocht langs de grens te zijn en een aantal herdenkingsplekken met een nagebouwde afrastering. 




We kwamen Thorn van de Belgische kant binnen zodat we de abdijkerk weer eens van een andere invalshoek konden bewonderen. Een bordje van de ANWB zette ons nog even op het verkeerde been: er werden toch andere potten bedoeld en op een zonovergoten terrasje hebben we onze tocht afgesloten met een latte macchiato en een Grimbergen Blond.

V: 133.230; A: 133.476 
Rijtemperaturen: tussen 3 en 17 graden. 








dinsdag 16 april: via tolkamer naar huis“

Kunnen we even via de Europakade in Tolkamer? Dan kun jij bootjes kijken en ik naar de kapper.” Je voldoet toch graag aan zo’n verzoek! En na 7.899 kilometer was tegen enen onze voorjaarsreis weer ten einde. Mooi en goed geweest. 


V: 133.476; A: 133.658 
Rijtemperaturen: tussen 7 en 17 graden. 

zondag 14 april 2019

luxemburg-stad: een pareltje

zondag 14 april: @ alzingen (nabij luxemburg-stad) 

Bar en boos vanmorgen. W begon spontaan te zingen “het hagelde en het sneeuwde en het was er zo koud, de rijp lag op ons busje”. Gelukkig hadden we een kachel en gas, zodat de temperatuur in onze Puzzel al snel veranderde van 1,5 graad (kachel aan en terug het warme nest in) in “behaaglijk”. 

Gekleed in dikke trui, jas en met handschoenen aan op naar Luxemburg-stad. Nu ging dat ook niet helemaal zonder slag of stoot. Zes dagen per week gaat er van de vroege ochtend tot de late avond een bus om de 20 minuten; elke dag, behalve op zondag: dan rijdt lijntje 194 maar vier keer per dag. Dat hebben wij weer: vandaag is het zondag! Met een beetje time-table-lezen kwamen we er uit: half twaalf heen en kwart over drie (of half zes) terug. 


De vlag van Luxemburg heeft veel weg van de Nederlandse vlag, alleen het blauw is wat lichter. In de scheepvaart wordt de zogenaamde handelsvlag gebruikt (zie afbeelding). Een poging in 2007 om deze vlag tot officiėle landsvlag te bombarderen is mislukt.

Wat een mooie en luxe stad, de rijkdom spat er van alle kanten af. Zelfs de vele openbare toiletten zijn door een ringetje te halen en met toiletjuffrouw maar zonder schoteltje, dus gewoon gratis. De laatste keer dat we in Luxemburg-stad waren was 41 jaar geleden, met de hele familie N die toentertijd uit 10 personen bestond (nummer 11 was in de maak). Inmiddels telt de familieclan 37 leden. Over productiviteit gesproken. De basis van de stad werd gelegd in 963 toen ene graaf Siegfried van Ardennen een kasteel liet bouwen langs de weg van Reims naar Trier. Hij gaf het pandje op de Bockrots de naam Lucilinburhuc, hetgeen kleine burcht betekende. Rondom deze vesting ontwikkelde zich de stad Luxemburg. Door de eeuwen heen werd het kasteel onder verschillende heersers (en van verschillende nationaliteiten) verder uitgebreid met verdedigingsmuren, waardoor Luxemburg uitgroeide tot één van de sterkste gebieden van Europa. Niet voor niets kreeg de stad aan de Alzette en de Pétrusse de bijnaam “Gibraltar van het noorden”. 


Luxemburg maakte een tijdje deel uit van het huis van Limburg, dat van de graafschap een hertogdom maakte. Ook heeft het deel uitgemaakt van het rijk van de Habsburgers en was het een tijdje een departement van Frankrijk. In 1815 werd het een groothertogdom en onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Het Huis van Oranje-Nassau was behalve koning van Nederland (en een tijdje ook België) tevens groothertog van Luxemburg. Bij het zelfstandig worden van België werd een stuk van Luxemburg bij België gevoegd, maar hierover heb ik in een grijs verleden al eens geschreven. Het bijgaande kaartje moet de trouwe lezer dan ook bekend voorkomen. 

In 1867 speelde de Luxemburgse kwestie. Willem III had het plan gevat om Luxemburg aan Frankrijk te verpatsen (voor de lieve som van 5 miljoen gulden). Onder meer door deze kwestie dreigde er een oorlog tussen Frankrijk en Pruisen. Het ging allemaal op het laatste nippertje niet door. Wel betekende dit voorval dat voor het eerst in de Nederlandse politieke geschiedenis er een kabinet viel als gevolg van een conflict met het parlement. Tijdens het Congres van Londen (ook in 1867) werd een en ander rechtgetrokken. Resultaat: Luxemburg bleef bij Nederland, maar moest zijn vestingwerken ontmantelen. Hierdoor bleef slechts 10 % van de fortificaties intact (met name de kazematten). Ruim 20 jaar later waren de Oranjes Luxemburg dan toch kwijt: na het overlijden van Willem III waren er geen mannelijke nakomelingen om hem op te volgen en onze Wilhelmina was een vrouwtje en die kwam niet in aanmerking. Hierdoor werd Adolf van Nassau-Weiburg de nieuwe groothertog. De wet inzake de opvolging werd al snel aangepast zodat Charlotte in 1919 groothertogin kon worden. Nu zit er een Henri (wij mogen Hendrik zeggen) op de troon en met 5 directe nazaten en 4 kleinkinderen is de opvolging wel geregeld.


Een toeristentreintje liet ons veel van het oude Luxemburg zien, een paar andere dingen (zoals het paleis van de Groothertog en het standbeeld van Charlotte) hebben we te voet bewonderd (en jawel: weer de 10.000 gehaald zusje). Uiteindelijk naar het station gewandeld (huidige station gebouwd tussen 1907 en 1913 in neo-barokstijl en een paar jaar geleden geheel gerenoveerd en gemoderniseerd). Bij het station nog een kopje koffie (echt geen Spaanse prijzen) en om kwart over drie de bus naar “huis” genomen. Was het een paar graden warmer geweest, hadden we wat langer in de stad vertoefd. We hadden een ezelsbruggetje om te onthouden waar we naar toe moesten: het trappenhek bij Alzheimer. Toen W dat letterlijk zo tegen de chauffeur-van-dienst vertelde keek hij ons een beetje wereldvreemd aan: hij kon ook niet ruiken dat we naar halte Trapeneck in Alzingen moesten. Geen probleem: de buskaartjes die hier verkocht worden kosten 2 Euro voor maximaal 2 uur rijden. Vlak bij de camping met de douche met vloerverwarming uitstappen. Men spreekt wel eens van de Deutsche Gründlichkeit, maar de Luxemburgers zijn nog een graadje erger. 








Temperatuur vandaag: tussen de -1 en +5.