Een dagje “minder” weer, morgen krijgen we weer “meer” weer.
Vandaag strakblauw maar voor ons doen aan de frisse kant: tussen de 18 en 22
graden. Naar de stad dus, de stad van Romeo en Julia en de stad van de operavoorstellingen
in de Arena. Vroeg op pad, want we moeten de trein van 9.58 halen. Missen we
die dan moeten we drie uur wachten of een dure intercity nemen (15 € of zo in
plaats van € 3,45 p.p. voor de lokale trein). Kleine twee kilometer lopen naar het station, daar blijkt dat zo’n beetje alle toeristen rond het Gardameer vandaag
naar Verona gaan. Trage kaartjesautomaat, maar het lukt. Trein heeft een
kwartiertje vertraging; is stampvol, dus we mogen staan. Twintig minuten later
stappen we uit op Verona Porta Nuova, een vrij groot station. Bordjes volgen met
centrum erop is niet nodig: volg de meute en je komt vanzelf in de historische
binnenstad.
Verona ligt aan de rivier de Adige en al voor onze
jaartelling stichtten de Romeinen hier een nederzetting. Het was een uitermate
geschikte uitvalsbasis om de Alpen over te trekken. De rest van de geschiedenis
van de stad loopt parallel aan die van Peschiera en dat verhaaltje heb ik al
eerder opgehangen.
Na een half uurtje (soms hakken trappend) kwamen we op het
Piazza de Bra uit. Aan dit plein ligt ook de Arena, waar in de zomermaanden
opera-uitvoeringen worden gegeven. Van
tevoren hadden we al een lijstje gemaakt met highlights, maar dat was eigenlijk
totaal overbodig: Verona is één aaneenschakeling van hoogtepunten. Elk gebouw
is een monument en als je een hoekje om gaat vergaap je je weer aan iets “bijzonders”.
Gelukkig hebben ze hier ook het systeem “toeristentrein”. Zo’n
minitreintje op rubber wielen is voor ons een ideale manier om een indruk van
de stad op te doen en te bepalen welke bezienswaardigheden later nog een nadere
inspectie behoeven. Een stuk voordeliger dan de hop-on/hop-off bus waar je elke
keer een tijd moet wachten voor je weer kunt onhoppen. Onze machinist had
haast: hij scheurde door de stad alsof hij door de Zwarte Dood op de hielen
werd gezeten. Na ons ritje met de-trein-die-geen-trein-was besloten we een paar
items aan elkaar te knopen met een leuke stadswandeling.
Indrukwekkend was het Castelvecchio, een bakstenen burcht
met brug over de Ardige. Van oorsprong een militair gebouw, nu een
kunsthistorisch museum. Wil je meer informatie? Gebruik de zoekfunctie van internet maar even.
Langs de rivier en op goed geluk kwamen we op het Piazza delle
Erbe terecht, een oud marktplein en één van de plekken waar elke toerist zich
graag laat zien. Op het Piazzo del Signori bleek men genegen om speciaal voor
ons twee overheerlijke pizza’s te bereiden en een lekker biertje te tappen. De
andere duizend mensen op het plein mochten (op eigen kosten) ook een vorkje
meeprikken en aan een glaasje nippen. Tussen deze twee pleinen staat overigens
de Torre dei Lamberti. Even Dante (in stenen vorm) goedendag gezegd. Dichter/schrijver/politicus
Durante degli Alighieri, geboren in Florence, werd verbannen na een
staatsgreep. Hij is toen gaan zwerven en heeft 7 jaar in Verona doorgebracht.
We schrijven dan begin 14e eeuw.
Inmiddels konden de truien uit, vooral toen we Julia op het
balkon konden spotten. We hebben het dan over Julia (de Italianen noemen haar
Guiletta) die samen met Romeo het erg moeilijk had in de liefde. Het complete
liefdesdrama is opgeschreven door William Shakespeare die het voor het eerst in
1597 publiceerde. Overigens: het balkon waar het om draait is pas in de 20e
eeuw gebouwd, dus ergens klopt er iets niet. Op het binnenpleintje, waar
honderden toeristen zich verdrongen, staat ook een beeld van Julia. Het verhaal
wil dat het aanraken van de rechterborst van dit beeld je geluk en eeuwige
liefde brengt. Er stonden teveel mensen in de rij, dus heb ik ’s avonds mijn
handen maar gelegd op beide borsten van W, weliswaar niet van brons, maar wel
lekker warm. Nog meer geluk en eeuwige liefde?
Ik heb maar een heel klein gedeelte van Verona beschreven.
We hebben veel meer gezien, maar zeker niet alles. Het was een hele mooie stad
en het historisch centrum staat niet voor niets op het lijstje van de Unesco.
Maar het werd warm, het werd druk, we hadden zo’n tien kilometer gelopen en
zagen een bus met niet alleen 163 er op, maar ook “Peschiera”. En voor € 4,20
p.p. kregen we héél veel bus: een uur lang. Beetje saaie omgeving, maar een chauffeur
die plezier in het leven en zijn werk had (en veel te grote opzetzonneglazen,
maar dat terzijde).
Het leven was weer mooi vandaag.