Je kunt een lange broek en een wintertrui uit de kast halen, de
geitenwollensokken en dichte schoenen aantrekken en in het noorden blijven, we hebben
gekozen om in korte broek en met blote voeten in de sandalen de Alpen over te
trekken. Kortom: in een paar uur een verandering van 9 naar 26 graden. Ziehier
het grote voordeel van een campertje. W had deze keer (zoals wel vaker) het
voorbereidende werk gedaan en mij blij verrast met bijgaande foto (bron: VVV van
Valsugana), dus op naar Italië, naar de Valsugana: een brede vallei net ten
zuiden van de Dolometen in de Italiaanse provincie Trentino.
zaterdag 22
september: @ calceranica al lago
Het leek te mistig voor de Fernpas, dus gekozen om met de
vlam in de pijp onze 3,5 ton diesel door de Brennerpas te scheuren. Wat een
kermis, wat een drukte. Het is zelfs zo druk dat men probeert een rem te zetten
op het zware verkeer. Dat doet men door een aantal dagen per jaar te werken met
zogenaamde Blockabfertigungen. Dat betekent dat men op drukke dagen bij
Kufstein het vrachtverkeer richting het zuiden gaat doseren. Men laat op deze
dagen maximaal 300 vrachtwagens per uur de Brennerpas passeren. Het
uiteindelijke doel is om een deel van het zware vervuilende verkeer te
verplaatsen naar de spoorweg die ook door de Brennerpas loopt. In 2007 is men
begonnen met de bouw van een spoortunnel, de Brennerbasistunnel, die
waarschijnlijk in 2025 gereed komt. We betaalden 9,50 Euro voor het Oostenrijkse deel van de
Brenner Autobahn (de A13) – alleen de Europasbrücke was dat het al waard – en vervolgens
nog een kleine 3 Euro voor het Italiaanse deel van de Autostrada del Brennero (A22) tot aan Brixen, waar we de Via Brennero
(Bundesstrasse) genomen hebben om de zenuwen van W enige rust te geven, ze zat
de hele tijd met samengeknepen billen mee te remmen.
Hoe krijgen ze het voor elkaar: door een smal dal persen ze
een autoweg, een normale weg, een riviertje (de Eisack/Isarco), een
spoorlijntje en een fietspad. Op de plekken waar het dal ietsje breder wordt is
ruimte om huizen te bouwen. En dat alles moet nog in twee talen aangegeven
worden ook: we zitten immers in Zuid-Tirol, het gebied dat tot aan 1919 aan
Oostenrijk toebehoorde.
Ten zuiden van Bolzano/Bozen stroomt het water van de Eisack in de
Adige (Etsch) die uiteindelijk vele kilometers later in de Adriatische Zee
uitmondt. De Adige is vaak in het nieuws: het is een zeer onvoorstelbare
rivier; door het smeltwater kan de rivier dramatisch stijgen. En de Duitse naam
van de Adige (de Etsch) kennen we weer van het Lied der Deutschen (ook genoemd
het Deutschlandlied), het beetje beladen volkslied van Duitsland; melodie
Joseph Haydn (1797), tekst August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1841).
Beladen vanwege het eerste couplet:
Deutschland,
Deutschland über allesüber alles in der Welt,
von der Maas bis an die Memel
van der Etsch bis an den Belt
wenn es stets zu Schutz und Trutze (= weerstand)
brüderlich zusammenhält.
Deutschland, Deutschland über alles
über alles in der Welt.
De grenzen die door de rivieren aangegeven worden geven het
Groot-Duitsland van 1841 (dus inclusief Oostenrijk) weer. Sindsdien is er behoorlijk
was afgeknabbeld van het grondgebied van het Deutsche Reich. Het
Deutschlandlied is in 1922 het officiële volkslied van Duitsland geworden, na
de Tweede Wereldoorlog wordt alleen nog het derde couplet gezongen:
Einigkeit und Recht
und Freiheitfür das deutsche Vaterland!
Danach lasst uns alle streben
brüderlich mit Herz und Hand!
Einigkeit und Recht und Freiheit
sind des Glückes Unterpfand.
Blüh’ im Glanze dieses Glückes,
blühe deutsches Vaterland.
En al zingend en al jodelend kwamen we in het dal aan met de
mooie naam Valsugana, met twee meren en heel veel appelbomen. Een beetje moeite
om hier nog een plekje op een camping te vinden: het merendeel is al gesloten,
velen sluiten deze week, zodat het dringen is bij de slagbomen die nog wel open
gaan. Bij de eerste camping vingen we bot: vol (vanaf morgen weer voldoende
plek), bij de tweede konden we nog net één nachtje staan (op zondagavond gaat
het hek dicht, want einde seizoen). De camping had wel een hele mooie naam: Campeggio Belvedere di
Paternolli Bruna. Acsi-tarief 17 € (+ 2 € tassa di soggiorno; bij het woord
toeristenbelasting frons je even je wenkbrauwen, maar tassa di soggiorno betaal
je met veel plezier).
Beetje problemen met veel lichaamsdelen: de afdaling in
Grainau is ons niet in de koude kleren gaan zitten. Zelfs het trapje van de
camper af is al een hele opgave. “Gewoon een stevige wandeling maken, dan gaat
het vanzelf over”, sprak oma Sien toen W haar moeder aan de telefoon had. Dus:
een voorzichtige wandeling langs het meer van Caldonazzo.
Ik heb altijd beweerd dat Italianen boeven zijn. Een vooroordeel?
Moeten ze me niet aankomen met bijgaand bordje, dat je niet op één poort, maar
op tientallen geschroefd ziet. De meeste huizen zijn verlaten, het seizoen is
voor de meeste Italianen voorbij, dus honden zullen er ook wel niet meer zijn.
V: 121.957; A:
122.217
zondag 23 september:
@ calceranica al lago
Een rustig zondagochtendje met een uitgebreid ontbijt, dringend
noodzakelijk poetswerk (een klein halfuurtje) en een koffiekwartiertje van
minstens een half uur. Lachen om websites van toeristenorganisaties; wat vind
je bijvoorbeeld van de volgende zin: “Heeft u ooit een koe gehad of er één van
dichtbij gezien? Adopteer nu een koe!” Daarna een monsterverplaatsing van 2,5
kilometer naar een camping die nog open is tot 4 oktober: camping Fleiola, daar
waar we gisteren het woord VOL te horen kregen. Leuke camping op een
schiereilandje en met een eigen strandje. Zo’n 20 Euro per nacht. Inclusief
gratis wifi. Stuurt W nevenstaande jaloersmakende foto naar haar broer in het kille en regenachtige Nederland, krijgt ze als antwoord terug: heb je al die kilometers afgelegd om vanuit je camper uitzicht te hebben op zo'n lelijk ding?
Op de fiets langs het meer van Caldanazzo naar het
historisch centrum van Pergine Valsugana waar vooral het kerkhof diepe indruk
maakte. Onderweg werden we nog tegengehouden door een verkeersregelaar omdat
een aantal Italianen met teveel testosteron een autorace hielden en vooral op
rotondes hun best deden om het rubber van hun banden te laten roken. Daarna
naar Levico Therme aan het tweede meer van dit dal, inderdaad: het meer van
Levico. Een kuuroord uit de 19e eeuw met stijlvolle (lees: dure
uitziende) hotels en terrasjes waar W me niet op een stoel kon praten. Heb het
niet zo op dit soort plaatsen.
Langs de camping loopt het fietspad dat vernoemd is naar de
Romeinse Via Claudia Augusta. Deze weg liep door ons dal en verbond de
Adriatische Kuststreek (Venetië) met Beieren (Augsburg). Een deel van het pad
loopt langs de rivier de Brenta, dus bordjes met Brentafietspad en Via Claudia
hebben hier dezelfde bedoeling: die kant op! Van de stevige wind die we op de
camping aan het meer goed konden voelen hadden we tussen de appelboomgaarden
geen last. W wilde nog even dat ik een foto van haar maakte terwijl ze een
appel plukte, maar toen ik vertelde dat dat ongekleed moest en dat ze daarna de
appel aan mij moest geven en dat een dergelijke gebeurtenis heel lang geleden
geleid had tot doffe ellende, hoefde het niet meer. Doorgefietst naar het
station van Roncegno Terme en toen terug. De trein heeft in de maanden juli en
augustus plek voor 32 fietsen, daarbuiten slechts voor 2 die dan ook meestal
nog gereserveerd zijn. Die gok hebben we niet gewaagd en dus teruggekeerd op
onze schreden met wel voor een deel een andere route (lees: met een heel
venijnig klimmetje). W had dan ook 3 kilometer voor de eindstip alle accu’s
leeg en mocht zwaar werk verzetten. Ondanks dat: een heel mooie dag.