Het is dus de Ahr geworden, het wilde zusje van de Rijn.
Tegen enen konden we nog net het voorlaatste officiële plekje van camperplaats
871 (code campercontact) in beslag nemen en voor 6 € per nacht staan we aan het
Termalfreibad (er moet overigens voor elke kwh 50 cent in het apparaatje
gegooid worden om aan onze energiebehoefte te voldoen. Hadden we geen
elektrische fietsen gehad waren de zonnepaneeltjes voldoende geweest).
Afscheid van de Brömmels dus en via Groenlo (even langs de
fietsenmaker voor een overigens niet opgelost probleem met een acculader en de
plundra van de plaatselijke Lidl) op weg naar de Eiffel en wel in het bijzonder
naar het Ahrtal: het paradijs van de rode wijn. Ten opzichte van het Woold ligt
het Ahrtal aan de andere kant van de Rijn, dus altijd weer spannend welk
bruggetje TomTom neemt. Het werd de Friedrich Ebert Brücke, de meest
noordelijke van de drie bruggen in Bonn. Had ik al verteld dat dat één van onze
volgende projectjes wordt: “de bruggen over de Rijn”? De foto is van ene Jan
Arne Petersen, 't is maar dat je het weet (en je bent tegenwoordig verplicht dit
soort jatwerk te documenteren).
Ons Puzzeltje staat heerlijk onder de bomen: fijn met dit
weer. Er is nog een camperplaats in dit dorp-dat-eigenlijk-geen-naam-mag-hebben
(want er is geen supermarkt te vinden, maar wel een paar kroegen) en wel bij de
Tennisplatz, alwaar we ook ons busje kunnen laten leeglopen en waar W een fijn
toiletje heeft ontdekt. Nadeel van die plek is dat je er in de zon staat en dat
is deze dagen niet zo aangenaam.
Ons eerste fietstochtje ging stroomafwaarts via de Ahrradweg,
op zoek naar de monding van de Ahr. En ja hoor: gevonden in de buurt
van Kripp. De Ahr laat hier haar water na 89 kilometer (vanaf de Ahrquelle in
Blankenheim) vrijelijk in de Rijn lopen. Na het überqueren van het houten
bruggetje over de Ahr volgden we de Rheinradweg naar Remagen. Met eigen ogen
moesten we de Ludendorffbrücke zien, tenminste dat wat er nog van over is. Voor
de mensen die het verhaal niet kennen en/of de film The Bridge at Remagen niet
gezien hebben hier in het kort het verhaal.
De brug werd tijdens WO I gebouwd
en was bedoeld om de Duitse troepen en voorraden snel over de Rijn naar het
westelijk front te kunnen transporteren. Ook tijdens WO II had de oversteek
deze functie. Op het eind van de oorlog was het de laatste intact zijnde brug
over de Rijn en werd op 7 maart 1945 door Amerikaanse soldaten ingenomen.
Diverse pogingen van de Duitsers om de brug op te blazen mislukten. Het verhaal
gaat dat er verkeerde en inferieure springstof door de Duitsers was geplaatst,
zodat het buskruit wel “poefff” zei, maar het gewenste effect (instorten)
uitbleef. Adolf Hitler liet overigens alle mannen die verantwoordelijk waren
voor de mislukking bij Remagen fusilleren. Tenslotte stortte de brug na 10
dagen beschieten door de Duitsers en zwaar verkeer van de Amerikanen toch nog
in. De film The Bridge at Remagen uit 1969 vertelt het verhaal door een
gekleurd brilletje: het hoofdverhaal klopt maar veel is gefantaseerd. In de
restanten van de brug is tegenwoordig een museum gevestigd.
We kwamen wat laat op gang op Hemelvaartsdag. Pas tegen
elven maakten we de opening van het 23e wijnfeest van Bad Bodendorf
mee. Er werd flink wat getoespraakt - elke bobo deed wel een woordje. De (weinige) bezoekers waren nog nuchter, al zagen we wel opvallend veel
glazen rode wijn ingeschonken worden. 80 % van de druiven die hier verbouwd
worden zijn blauw en dat betekent rode wijnen: Pinot Noir (hier bekend onder de
naam Spätburgunder) en Blauer Portugieser. Het “bezatten” dus maar even
uitgesteld tot later en de fietsjes gepakt om deze keer stroomopwaarts het
Ahrtal te verkennen.
Bad Neuenahr en Ahrweiler vormen dan wel samen één
gemeente, maar de twee kernen hebben een totaal verschillende uitstraling:
Ahrweiler is een middeleeuws stadje met een stadsmuur met poorten en torens
daterend uit de 13e eeuw. Een soort openluchtmuseum dus, ware het
niet dat de vele toeristen gekleed waren in niet-bepaald middeleeuwse dracht.
Bad Neuenahr heeft zijn groei te danken aan de ontdekking van geneeskrachtige
bronnen (o.a. de Appollinarisbronnen – 1852) en uitgegroeid tot een “kuuroord”
compleet met badhuis, casino, kurpark (met kassa) en uiteraard de rivier de Ahr
die door het dorp kronkelt.
Net iets achter Ahrweiler ligt het 17e eeuwse
klooster Kalvarienberg en daar ongeveer sloeg het noodlot toe: de Chinese
imperfectie (ook bekend onder de naam “fiets”) vond het weer eens nodig
spelbreker te zijn en spuwde een bout, een moer, een rubbertje en een veer uit
(samen ervoor zorg dragend dat een vouwfiets in rijdende toestand ook
uitgevouwen blijft). Ik zal je het hele verhaal besparen en slechts wijzen op
het feit dat een moertje in het hoge gras moeilijk te vinden is en dat de
liefdevolle woorden die de fietsenmaker-van-dienst meende te moeten uiten
ongetwijfeld met gefronste wenkbrauwen in het klooster geëvalueerd zijn. Maar
uiteindelijk had onze held-van-de-dag zijn biertje verdiend en wat later op de
dag een Ahr-wijntje op het wijnfeest. Let bij het bestuderen van de foto niet alleen op de spannende rugzak maar ook op het afzakkende broekje, waardoor het zwarte ondergoed extra wordt benadrukt.
De specialiteit van het huis: een donker biertje uit Bayern.
Morgen maar weer een stukje verder met ons Puzzeltje.
Hopelijk vinden we een leuk plekje: het is namelijk erg druk met campertjes,
campers en slagschepen.
V Woold: 92.502; A Bad Bodendorf: 92.719