Het was vandaag weer eens zo’n dag waarop je met plezier
opstaat en benieuwd bent naar alle bekende en onbekende dingen die gaan
gebeuren. Een paar dieseltjes van de Ahrtalbahn hadden al geprobeerd om ons
wakker te maken, de derde (of de vierde, of de …) lukte het om kwart over
zeven. Dan duurt het nog wel even voor W haar holletje uit is: eerst een kopje
thee en contact met de rest van de wereld via de Iphone. De plaatselijke
bakkers (er zijn er twee) deden goede zaken met al die Wohnmobilgäste en we
maakten ons op door een ritje door het Ahrtal en de Eiffel, een mooie route. Gepland einddoel
Schleiden-Gemünd en wel de camperplaats “Am Nationalpark-Eifel”. Zelden hebben
we een camperplaats zo overvol gezien, zelfs op de toegangsweg mocht je rechts
parkeren en overnachten. Zonder elkaar diep in de poppetjes van de ogen te
kijken wisten we van elkaar: dit wordt ‘m niet. Het dagtripje werd dus een
beetje langer dan gepland en werd Jülich het nieuwe einddoel. Het
Brückenkopfpark (campercontactcode 8232) had nog wel een plekje voor ons, zelfs
eentje met stroom (€ 9,50 inclusief).
En weer hadden het voor elkaar: een riviertje met een fietspad vlak om de hoek! Het werd deze keer de Rur, niet te verwarren met de Ruhr, met de RurUfer Radweg. De Rur (Roer) is zo’n 165 kilometer lang, ontspringt in de Hoge Venen in België, stroomt dan door Duitsland en de laatste 21,5 kilometer mag het water wennen aan het Nederlandse klimaat voor het bij Roermond in de Maas stroomt.
In dit deel van Duitsland kennen ze ook het Knotenpuntsystem, zodat we na een leuk tochtje langs de rivier (tot aan Linnich) niet meer dezelfde weg terug hoefden te fietsen maar een zonnig (maar heuvelachtig) alternatief ritje hadden. Zelfs mijn Duracelkonijntje had op het eind de batterijtjes leeg, zodat ik na terugkomst op de Stellplatz nog eventjes alleen Jülich mocht verkennen.
De Rur kent in Duitsland negen stuwmeren die verschillende functies hebben: drinkwatervoorziening, waterbeheersing, energieopwekking en recreatie. We kwamen langs het Rurdorferwehr bij Linnich, een historische stuw.
Jülich ontstond in de Romeinse tijd als station (vicus luliacum)
aan de Via Belgica, de doorgaande weg van Keulen via Jülich en Maastricht naar
Boulogne-sur-Mer. In Jülich werd de Roeroversteek gecontroleerd. De plaats
heeft een zeer bewogen geschiedenis die gekenmerkt wordt door branden,
veroveringen, bezettingen en als klap op de vuurpijl op 19 november 1944 een
Brits bombardement dat er voor zorgde dat 97 % van de stad werd verwoest. Tegen
het eind van de oorlog was de stad vrijwel onbewoond en er was even sprake van
om de stad maar niet meer te herbouwen. Een paar jaar na de oorlog gebeurde dat
uiteindelijk wel, maar de “historische Altstadt” bestaat uit moderne gebouwen
en ruime pleinen, met hier en daar een herbouwde oudheid: de citadel, de
heksentoren, de Akense poort en de Brückenkopf (uit de Napoleontische tijd).
Beetje “puffend warm” vandaag.
V: 92.739; A: 92.862