noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 10 oktober 2015

najaarstocht 9: gallician bij vauvert

dinsdag 06 oktober: van Ste.-Maxime naar Gallician

De kustweg bracht ons langs Cavalaire-sur-Mer en Le Lavandou. De reis ging vervolgens verrassend ten noorden om Toulon heen maar dwars door Marseille. Volgens W. zijn we vroeger eens met de 2CV door Marseille gereden, ik kan me het niet meer herinneren. Het beoogde einddoel, een camping bij St.-Mitres-les-Remparts aan het Lac de Berre, kreeg een rood kruis: drie uur wachten tot de receptie open zou gaan en het Lac stonk! Toch eens nazoeken wat het verschil tussen een lac en een etang is.

Nieuw reisdoel: Petite Camarque. Vlak bij Vauvert ligt een klein plaatsje Gallcian. Twee jonge mensen hebben hier camping Le Mas de Mourgues opgebouwd: een kleine, maar heel vriendelijke camping. (Acsi-code 2261). We werden warm onthaald met veel informatie over de streek. We blijven hier een paar dagen. Ook hier weer de vraag wat we meegekregen hadden van het noodweer in de Provence: er schijnen 20 doden gevallen te zijn en nog steeds worden er een aantal mensen vermist. Ander nieuwsfeit: het motorlampje ging na 150 km weer uit.

V: 61.174; A: 61.459

woensdag 07 oktober: Vauvert en Scamandre

Binnendoor (bultig!) op de fiets naar Vauvert. Vauvert is zoals een Frans dorpje hoort te zijn, dus met een markt. Aardappelen en groenten gekocht bij een oud boertje met een nog oudere weegschaal en met een “bon appetit” en een gratis bosje selderie (had mooi in de uiensoep gekund, maar helaas: een dag te laat) mochten we bij een lief boerinnetje wat fruit kopen en vervolgens de rest bij de Carrefour: je moet met de tijd mee! Bij de supermarkt mochten de scholieren net als in Nederland hun tas inleveren en er werden er niet meer dan 5 pubers tegelijkertijd toegelaten. Langs een irrigatiekanaal over de voie verte terug naar de camping.

’s Middags via de D779 tussen de etangs door naar het “Centre de decouverte du Scamandre”, een route dwars door het riet en het water. Veel dood spul op de weg: een ijsvogeltje, slangetjes en beverratachtige substanties. Het centre bleek een natuurgebied te zijn voorzien van vlonderpaden: er viel veel te decouverten en te birdwatchen. W: “het zingt in het riet, dus zal het wel een rietzanger zijn”. B: “hoor je dat paard briesen?” W: “nee, dat is geen paard; een zilverreiger maakt hetzelfde geluid”. Dat soort ontdekkingen dus.

Daarna nog even het fietspad langs het kanaal van de Rhône naar Sête verkend, zodat we morgen in ieder geval de goede richting opgaan.

En wat doe je verder zo’n dag? Het verhaal over het geklungel van de BVD (Binnenlandse Veiligheidsdienst) van Rudie van Meurs (journalist van onder meer Vrij Nederland) gelezen. Het boek stamt uit 1978 maar nog steeds erg interessant. Vervolgens begonnen aan een boek met ruim 1650 voetnoten en verwijzingen over Japanse onderzeeboten in WO II die drie vliegtuigen konden meenemen. Ongelooflijk hoe toegewijd de Japanners aan hun keizer waren. En luisteren naar het geknal in de verte: de jacht is begonnen.
 

donderdag 08 oktober: Aigues Mortes

Wakker worden door geknal in de verte: het jachtseizoen is hier in volle gang. Een tochtje naar Aigues Mortes (de dode wateren) staat op het programma. Er loopt een fietspad langs een deel van het kanaal van de Rhône naar Sête, de Via Rhona: voor een groot deel geen auto te horen, alleen het ruisen van het riet in het stevige briesje dat er staat. Aigues Mortes: er stond al een houten kerk in 1183, maar een toeristenfolder noemt 1240 als jaartal waarop koning Lodewijk IX een haven met wat torens heeft laten aanleggen als uitvalsbasis voor een paar kruistochten. Met de bouw van de muren is men wat later begonnen en begin van de 14e eeuw was de ommuurde stad een feit. Lodewijk heeft dat allemaal niet meer mee mogen maken, hij stierf tijdens de Achtste Kruistocht aan tyfus.
 

Nog even een uitstapje gemaakt naar de Salins du Midi, een zoutwinningsgebied iets buiten de stad. Het zeewater wordt hier in bedden rondgepompt en na vijf maanden begint zich zoutkristallen te vormen.

Nog even de kaartjes op de post voor de kleinkinderen en de oude oma’s en dan is het al weer tijd om te koken.