Een tientje mochten we betalen voor een middagje en nachtje
op P2 van Carcassonne (betaald met de carte bleu, dus voorlopig hebben we daar
geen last van). Daarna de ruitenwissers aan (meestal in intervalstand) en het Canal du Midi zoveel
mogelijk gevolgd tot Toulouse, daar begint het Canal laterale à la Garonne,
waar we hopelijk nog een stukje kunnen fietsen over de jaagpaden.
Montauban ligt in de regio Midi-Pyrenees en wel in het
departement Tarn et Garonne. De stad dateert uit 1144 en is één van de oudste
overgebleven “bastides” (mag je vertalen met "versterkte steden uit de
Middeleeuwen"). Onze camperplek ligt bij de jachthaven op het punt waar het
Canal de Montech in de Tarn komt (dus net buiten de stad). De havenmeester spreekt Duits en verstaat een beetje Nederlands.
De stad heeft een bewogen geschiedenis. In 1560 koos de
bisschop van Montauban ervoor om protestant te worden; vervolgens knikkerde hij
alle monniken de stad uit en maakte de toenmalige kathedraal met de grond
gelijk. De stad groeide uit tot een bolwerk voor Hugenoten en vormde een
tijdlang een kleine onafhankelijke republiek (de “protestantse republiek van
Zuid-Frankrijk”). Lodewijk de 13e (bijgenaamd “de rechtvaardige”)
kon dat als goed katholiek niet velen en besloot er een eind aan te maken en
uiteindelijk in 1629 verklaarde de stad zich ondergeschikt aan het Franse
koninkrijk. Lodewijk de 14e (de zonnekoning) poetste het laatste
ketterse verflaagje weg door in 1692 opdracht te geven tot de bouw van de
Cathédrale de Notre-Dame.
Tijdens onze wandeltocht naar en door de stad (we hebben het droog gehouden) hebben we
behalve de kathedraal ook de kerk van Saint-Jacques en de oude brug bewonderd
(de laatste twee schijnen uit de dertiende eeuw te dateren). De Place Nationale
is het oude centrum van de bastide: een plein met (overdekte) galerijen. Het
centrum kent veel winkeltjes en het leuke is dat er nu eens géén Zeeman of
Blokker te vinden is. Ingres (een beroemde portretschilder, ik kende hem niet –
maar hij mij ook niet) is hier in 1780 geboren en de stad heeft een museum aan
hem gewijd.
V: 61.696; A: 61.852
woensdag 14 oktober:
fietsen langs het Canal de Montech en het Canal laterale à la Garonne
Nog tijdens de aanleg van het Canal du Midi had Riquet
plannen om zijn kanaal van Toulouse naar Bordeaux door te
trekken langs de Garonne. De rivier zelf is een groot deel van het jaar
onbevaarbaar. Riquet ging echter dood en Lodewijk de 14e vond dat
hij met de inhoud van de schatkist leukere dingen kon doen dan gleuven (laten)
graven. En wees eerlijk: de uitbreiding van het Château de Versailles mag er toch ook zijn? Maar terug naar het kanaal: de plannen bleven bijna twee eeuwen in de la. De opkomst van de
industriële revolutie betekende transport van grondstoffen en men herinnerde zich
de plannetjes van Riquet. In 1838 werd met de aanleg gestart, in 1856 werd het
kanaal opgeleverd (vrijwel tegelijk met de spoorlijn Bordeaux-Sète; en als je
dan de exploitatierechten van het kanaal in handen geeft van de
spoorwegmaatschappij die treintjes dezelfde route laat afleggen, kun je op je
klompen aanvoelen dat het met de commerciële vaart over het Canal des deux Mers
“niet zo’n vaart gelopen heeft”). Eind jaren 80 van de vorige eeuw was het
helemaal gebeurd met het goederenvervoer en is het kanaaltoerisme aan zijn
opmars begonnen. Wel leuk fietsen in dit gebied, stukken beter dan de
knobbelige jaagpaden die we langs het Canal du Midi gezien en een beetje gevoeld hebben. Een
zijkanaaltje verbindt het Canal de Garonne (zoals het watertje nu heet) van
Montech naar Montauban, dus we hadden vandaag een leuk maar koud tochtje (handschoenen aan en B zijn sherpamutsje op) over
de oevers langs een groot aantal sluizen, die overigens door de schippers met
een afstandsbediening worden aangestuurd (hoorden we van een eenzame
Nederlandse schipper met klein hondje). En ja hoor: de restanten van de Pente d’Eau
in de buurt van Montech lagen rustig weg te roesten (van het oorspronkelijke plan om het ding in 2015 weer in gebruik te nemen is zo te zien niets terecht gekomen).
De Aire de Camping-Car aan de Rue des Oules is een echte
aanrader: voor € 6,00 per nacht (plus een beetje toeristenbelasting) sta je
mooi in een jachthaventje met stroom, WC en wifi van de gemeente; tunneltje
door en je bent zo met de benenwagen (of met fiets) in het centrum. De spoorlijn is niet ver
weg, maar volgens W. is er ’s nachts geen treinverkeer; ik kan dat niet beamen
want: geen gehoorapparaten in.