noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 25 oktober 2015

najaarstocht 18: via hotton (b) naar huis

dinsdag 20 oktober: Hotton (B)

Het was zoals gewoonlijk behoorlijk frisjes aan het Lac du Der. Er vroeg uit om de kraantjes te zien vertrekken naar de gemaaide maïsvelden waar ze de buik nog even vullen met achtergebleven korrels voor ze over enkele weken de tocht naar het zuiden vervolgen (foto is niet van mijzelf). De geplande fietstocht rond het meer stond me tegen, dus toen ik W. eens diep maar vooral liefdevol in de ogen keek, was het haar al snel duidelijk: hij wil weg! Wij gingen echter niet naar het zuiden maar tegengesteld aan de grussen richting noord. Via St.-Diziers, Bar-le-Duc en Verdun de D964 op, langs de Maas. Stop in Dun-sur-Meuse en net voor Sedan België in de gatenkaas op, deze keer in de vorm van de N89.
Camping Eau-Zone stond nog steeds aan de Ourthe (net als in het voorjaar) en voor € 14,00 per nacht mochten we gebruik maken van het sanitair, het water en (na een paar uur) van de gratis wifi: een storm had Hotton een tijdje terug geteisterd en er moest nog behoorlijk wat opgeruimd en gerepareerd worden. Overigens brengt de gemeente wel € 2,00 toeristenbelasting per persoon per nacht in rekening, dus uiteindelijk is het nog een dure camping voor Acsi-begrippen.

V: 62.712; A: 63.001
woensdag 21 oktober: fietstocht naar Marche-en-Famenne
Een beetje veel nietsdoen deze dag, met uitzondering van wat boodschappen doen in de plaatselijke Carrefour en een fietstochtje naar Marche-en-Famenne via de Ravel fietspaden (vrijliggende fietspaden, maar deze route ging voor een groot gedeelte langs een redelijk drukke weg).
 
 
 
 
donderdag 22 oktober: terug naar huis
V: 63.001; A: 63.343
Totaal gereden deze tocht: 3.697 km.
Gemist: een eierwekker!
 

 

dinsdag 20 oktober 2015

najaarstocht 17: lac du der

maandag 19 oktober: kraanvogels kijken

Nog zo’n bekende weg vandaag: de N77, maar eerst nog even het laatste stukje op de N151 naar Auxerre. De huidige N77 loopt van Auxerre naar Troyes (en telt nog maar 78 km), maar was vroeger veel langer: liep van Nevers tot aan de Belgische grens over 395 km. Grote stukken zijn overgedragen aan de departementen die er een D-nummer aan moesten geven (D977 en D677). De enige plaats van een beetje betekenis aan de N77 ligt even opzij van de weg: St. Florentin, voor de rest zijn er alleen maar grote aantallen dorpen en dorpjes te zien.
Bij het laatste stuk hadden we weer te maken met vier routebepalers: de TomTom, W met de kaart op schoot, de richtingaanwijzers langs de weg en tenslotte mijn richtingsgevoel. Eigenlijk kun je van die vier er maar ééntje uitzetten, dus moest Miep de kop houden. Je hebt dan nog de handen vol aan de drie overblijvers. Via Montier-en-Der kwamen we tenslotte toch uit op de plek van bestemming: de (redelijk volle) camperplaats aan de D13 aan het Lac-du-Der-Chantecoq, een paar kilometer buiten Giffaumont. De kleinste camper op de foto is van ons.
Volgens kraniche.de zijn er op de 18e oktober zo’n 30.000 grus-grussen geteld en ik geloof dat meteen. De onderste foto heb ik van het internet geplukt.

V: 62.516; A: 62.712
 

 
 
 


maandag 19 oktober 2015

najaarstocht 16: andreyes

zondag 18 oktober: de N151

Volgens W heb ik een paar afwijkingen, volgens mijn kinderen heb ik er veel meer. Eén van die afwijkingen geef ik grif toe: ik ben dol op wegnummers. Van nummers als N6, A75, N21, maar vooral N151 kan ik smullen, N151 levert bijna een natte droom op. N151: de mooiste weg van Frankrijk, omdat het van Châteauroux (nabij de A20) tot Auxerre één groot feest is. Het schiet lekker op en er valt ontzettend veel te zien en is erg afwisselend. De weg wordt gekenmerkt door lange rechte stukken, gaat eerst noordoostwaarts door glooiend gebied naar Bourges (vergeet Saint-Florent-sur-Cher niet, vooral als je nog boodschappen moet doen) en gaat vervolgens meer oostwaarts door de velden naar het Loiredal. De Loire wordt in La Charité-sur-Loire twee keer overgestoken (leuke kronkel in de rivier?). Hierna ga je de bossen in en kom je in het heuvelachtige gebied van noordelijk Bourgondië. Clamency is het volgende hoogtepunt en uiteindelijk kom je in Auxerre uit. En al dat moois heeft men aangelegd rond 1824.
 
 

 
Zover (in Auxerre) kwamen we echter vandaag niet: in Courson-les-Carrières ging het linksaf naar Andreyes, waar Rob en Henriëtte de Vries ons voor € 16,00 (en wat heffingen) een nachtje wilden laten slapen op camping “Au Bois Joli” (het vrolijke bos). Het bos hebben we gezien: er moest gewandeld worden! Toen ik vorig jaar alleen op reis was, had ik het biertje bij aankomst al verdiend, tegenwoordig (met zijn tweetjes) moet ik eerst twee uur wandelen voor de koelkast open gaat. Veel paddenstoelen overigens in het bos. En morgenvroeg om half negen wordt het brood aan de camper afgeleverd. Hoe lang is het geleden dat in Nederland de bakker nog aan huis bezorgde?





Discussie van de dag: weegt een volle (fiets)accu meer dan een lege? Volgens W wil vol zeggen dat er wat meer in zit. En dat “wat meer” moet toch wat wegen? Wanneer we thuis zijn gaan we een volle en een lege accu op de weegschaal zetten en als er meer dan 2 gram verschil is, heb ik een dure fles port verloren. Is dat niet het geval dan verdien ik een (goedkoop) flesje Lidl-wijn. Kom maar op met die weegschaal!
V: 62.192; A: 62.516
 

zondag 18 oktober 2015

najaarstocht 15: oradour-sur-glane

zaterdag 17 oktober: nog een keertje beklemmend gevoel

Vandaag via onder andere de N21 van Perigeux richting Limoges naar Oradour-sur-Glane. (De N21 is een vrij lange noord-zuid-route en komt uiteindelijk in Lourdes uit.) We zitten vandaag in het gebied van de Limousin, de regio van die lekkere koeien. Vorig jaar (1 november) heb ik Oradour toegevoegd aan het lijstje “nog-een-keer-te-doen-maar-dan-met-zijn-tweetjes” en vandaag was het al zover. W vond het net als ik vorig jaar erg beklemmend. Het verhaal is bekend: 10 juni 1944 vermoordde een SS-pantserdivisie bijna alle inwoners van dit dorpje. Het dorp is in zijn verwoeste staat bewaard gebleven. Ben een paar dagen geleden in een boek begonnen dat een soortgelijke tragedie behandelt: “het bloedbad van Malmedy” van Danny S. Parker. Dit boek beschrijft de moord op een negentigtal Amerikaanse soldaten tijdens het Ardennenoffensief.
 
 

We hebben aan onze korte route een halve rustdag overgehouden, W heeft de bus een “grote beurt” gegeven en ik heb met een gietertje de watertank bijgevuld (een beetje ver om een jetonnetje te halen bij het gemeentehuis – en is zo’n toko wel open op zaterdag?). Oradour voorziet in een gratis plek voor campers en bij de plaatselijke supermarkt (Simply market) kun je een wifisignaal oppakken als je vlak voor de deur staat.

 
V: 62.081; A: 62.192
 
 

najaarstocht 14: perigeux

vrijdag 16 oktober: Bergerac en Perigeux

Dordogne, Perigord? Zeg het maar! Eén van de dingen die uit de vorige vakantie-eeuw uit deze regio is blijven hangen is “confit de canard”, door Lonely Planet vertaald met “duck leg coocked in its own fat” en op zijn Nales: absoluut-niet-te-vreten-eten. Een regiospecialiteit! De wijnen uit de Bergeracstreek daarentegen laten wel een goede smaak achter. Fotootje gemaakt van Cyrano, heb het verhaal van/over hem nooit helemaal gesnapt. Hij moet een erg grote neus hebben gehad.
 

Verder naar Perigeux: Aire de camping-car “Espace de Prés”, locatie dicht aan de rivier en een kilometer of zo van de oude stad verwijderd. Beetje dode boel, maar voor een overnachting heel goed te doen: netjes, voorzien van water en afvoer, géén stroom; € 6,00 en een paar cent toeristenbelasting. Aangekondigde wifi doet het niet.
Wandeling naar en door Perigeux, een van oorsprong Gallo-Romeinse nederzetting met de naam Vessuna. Aandachtstrekker: Cathédrale St.-Front. Verder een leuke oude stad, een van de vele pleisterplaatsen op de route naar Santiago de Compostella.
 

 
V: 61.905; A: 62.081 

 

najaarstocht 13: valance d'agen

donderdag 15 oktober: fietstocht langs het kanaal van de Garonne

Je maakt wat mee op zo’n reis: gisteravond was het water op en de kraan op ons terreintje zei “bekijk het maar!”. Gelukkig konden we nog net afwassen.
Vanmorgen eerst even voldoen aan de kleine-weggetjes-behoefte: binnendoor naar Moissac. Heel veel fruitteelt: de rode en gele appeltjes hangen te glimmen aan de laagstambomen en de plastic kratten staan al klaar. Vanaf Moissac eerst langs de Tarn en vervolgens langs de Garonne naar het “openbare slachthuis”, een zeldzaam mooie camperplaats met in het verbouwde slachthuis  binnenzitruimtes, keuken, toiletten en douches en dat allemaal voor de prijs van nada, niente, nix. Het gebouw gaat overigens om deze tijd van het jaar wel om half zeven op slot en over een paar dagen helemaal dicht tot ergens in maart. Voor € 5,00 heb je 15 minuten water en twee uur stroom.
De fiets gepakt en gefietst tot het Pont Canal du Corac, een eindje achter Moissac. De waterbrug werd gebouwd in 1844/1845.

 
 
 
 
 
 
 
 
Moissac zelf is beroemd vanwege het klooster “Abbeye de St.-Pierre”, gesticht ergens in de 7e eeuw. De foto laat een stukje van de kerk zien. De kerk werd tussen 1100 en 1130 voorzien van beeldhouwwerken die de Apocalyps voorstellen.









Zelfde weg terug gefietst tussen de Tarn en het Canal de Garonne. De plek gezien waar de Tarn het water loost in de Garonne.

V: 61.852; A: 61.905

 


 


 

woensdag 14 oktober 2015

najaarstocht 12: montauban

dinsdag 13 oktober: met de wissers aan naar Montauban

Een tientje mochten we betalen voor een middagje en nachtje op P2 van Carcassonne (betaald met de carte bleu, dus voorlopig hebben we daar geen last van). Daarna de ruitenwissers aan (meestal in intervalstand) en het Canal du Midi zoveel mogelijk gevolgd tot Toulouse, daar begint het Canal laterale à la Garonne, waar we hopelijk nog een stukje kunnen fietsen over de jaagpaden.
Montauban ligt in de regio Midi-Pyrenees en wel in het departement Tarn et Garonne. De stad dateert uit 1144 en is één van de oudste overgebleven “bastides” (mag je vertalen met "versterkte steden uit de Middeleeuwen"). Onze camperplek ligt bij de jachthaven op het punt waar het Canal de Montech in de Tarn komt (dus net buiten de stad). De havenmeester spreekt Duits en verstaat een beetje Nederlands.
 
 
De stad heeft een bewogen geschiedenis. In 1560 koos de bisschop van Montauban ervoor om protestant te worden; vervolgens knikkerde hij alle monniken de stad uit en maakte de toenmalige kathedraal met de grond gelijk. De stad groeide uit tot een bolwerk voor Hugenoten en vormde een tijdlang een kleine onafhankelijke republiek (de “protestantse republiek van Zuid-Frankrijk”). Lodewijk de 13e (bijgenaamd “de rechtvaardige”) kon dat als goed katholiek niet velen en besloot er een eind aan te maken en uiteindelijk in 1629 verklaarde de stad zich ondergeschikt aan het Franse koninkrijk. Lodewijk de 14e (de zonnekoning) poetste het laatste ketterse verflaagje weg door in 1692 opdracht te geven tot de bouw van de Cathédrale de Notre-Dame.
Tijdens onze wandeltocht naar en door de stad (we hebben het droog gehouden) hebben we behalve de kathedraal ook de kerk van Saint-Jacques en de oude brug bewonderd (de laatste twee schijnen uit de dertiende eeuw te dateren). De Place Nationale is het oude centrum van de bastide: een plein met (overdekte) galerijen. Het centrum kent veel winkeltjes en het leuke is dat er nu eens géén Zeeman of Blokker te vinden is. Ingres (een beroemde portretschilder, ik kende hem niet – maar hij mij ook niet) is hier in 1780 geboren en de stad heeft een museum aan hem gewijd.
V: 61.696; A: 61.852
woensdag 14 oktober: fietsen langs het Canal de Montech en het Canal laterale à la Garonne
Nog tijdens de aanleg van het Canal du Midi had Riquet plannen om zijn kanaal van Toulouse naar Bordeaux door te trekken langs de Garonne. De rivier zelf is een groot deel van het jaar onbevaarbaar. Riquet ging echter dood en Lodewijk de 14e vond dat hij met de inhoud van de schatkist leukere dingen kon doen dan gleuven (laten) graven. En wees eerlijk: de uitbreiding van het Château de Versailles mag er toch ook zijn? Maar terug naar het kanaal: de plannen bleven bijna twee eeuwen in de la. De opkomst van de industriële revolutie betekende transport van grondstoffen en men herinnerde zich de plannetjes van Riquet. In 1838 werd met de aanleg gestart, in 1856 werd het kanaal opgeleverd (vrijwel tegelijk met de spoorlijn Bordeaux-Sète; en als je dan de exploitatierechten van het kanaal in handen geeft van de spoorwegmaatschappij die treintjes dezelfde route laat afleggen, kun je op je klompen aanvoelen dat het met de commerciële vaart over het Canal des deux Mers “niet zo’n vaart gelopen heeft”). Eind jaren 80 van de vorige eeuw was het helemaal gebeurd met het goederenvervoer en is het kanaaltoerisme aan zijn opmars begonnen. Wel leuk fietsen in dit gebied, stukken beter dan de knobbelige jaagpaden die we langs het Canal du Midi gezien en een beetje gevoeld hebben. Een zijkanaaltje verbindt het Canal de Garonne (zoals het watertje nu heet) van Montech naar Montauban, dus we hadden vandaag een leuk maar koud tochtje (handschoenen aan en B zijn sherpamutsje op) over de oevers langs een groot aantal sluizen, die overigens door de schippers met een afstandsbediening worden aangestuurd (hoorden we van een eenzame Nederlandse schipper met klein hondje). En ja hoor: de restanten van de Pente d’Eau in de buurt van Montech lagen rustig weg te roesten (van het oorspronkelijke plan om het ding in 2015 weer in gebruik te nemen is zo te zien niets terecht gekomen).
 
De Aire de Camping-Car aan de Rue des Oules is een echte aanrader: voor € 6,00 per nacht (plus een beetje toeristenbelasting) sta je mooi in een jachthaventje met stroom, WC en wifi van de gemeente; tunneltje door en je bent zo met de benenwagen (of met fiets) in het centrum. De spoorlijn is niet ver weg, maar volgens W. is er ’s nachts geen treinverkeer; ik kan dat niet beamen want: geen gehoorapparaten in. 
 

 

dinsdag 13 oktober 2015

najaarstocht 11: carcassonne

maandag 12 oktober: via het Canal du Midi naar Carcassonne
Een ideale rijdag: af en toe een beetje motterig, maar W. heeft gisteren al afscheid van de zomer genomen.

De ochtend stond in het teken van Pierre-Paul Riquet, de bedenker en de bouwer van het Canal du Midi. In 1666 is hij begonnen met de aanleg van het Canal Royal, die in een tijdsbestek van 14 jaar voltooid werd. Tijdens de Franse Revolutie was het woord Royal not done , dus werd het watertje omgedoopt in Canal du Midi.














Neus van de bus richting Béziers gezet, waar we opnieuw (een kleine tien jaar geleden waren we hier ook) kennis mochten maken met de Neuf Ecluses de Fonserannes, een ingenieuze sluizentrap die Riquet liet bouwen om over 304 meter lengte een hoogteverschil van ruim 21 meter te overbruggen. De negen sluizen waren in de 17e eeuw een heus wereldwonder. Ze zijn alleen voor de scheepvaart een lastig obstakel, passeren duurt een tijdje, vooral wanneer het in de zomermaanden filevaren is.


Men heeft nog geprobeerd een alternatief te bouwen en ja hoor: de bouw is gelukt (1990), maar “le truc” heeft vrijwel niet gewerkt. Ik bedoel dan de Pente d’Eau die naast het sluizencomplex is gebouwd, een elektrisch aangedreven “hellende sluis” die een schip met water en al omhoog of omlaag duwt. Tegenwoordig ligt het te liggen: functioneren doet het niet meer wegens voortdurende technische mankementen en gebrek aan reserveonderdelen. Een andere Pente d’Eau, die van Montech in het Canal du Garonne, hebben we een aantal jaren geleden wel in werkende toestand gezien, maar deze is sinds 2009 vanwege “sleet” ook buiten gebruik.


Daarna gewandeld (anderhalve kilometer heen en inderdaad: dezelfde afstand terug) naar het Pont Canal de l’Orb: het Canal du Midi werd in 1858 over de rivier de Orb geleid via een waterbrug van 240 meter. Hierdoor “vervielen” twee van de negen sluizen die Riquet had bedacht, maar het werd er voor de schippers een stuk gemakkelijker door. Iets verder liggen de Ecluses de l’Orb.

 
 
carcassonne
En voor je het weet staat je busje op parkeerplaats P2 op 800 meter van La Cité af. Carcassonne bestaat uit meerdere delen, ik heb het hier over La Cité, de “hoge” stad, ofwel de Citadel. Er is ook nog een “Ville Basse”, maar die hebben we niet bezocht.
Voor sommigen is La Cité een plaatje zo uit een sprookjesboek geplukt (W), voor anderen is het een ware “tourist trap” (B).  Meningen kunnen en mogen verschillen. De stad dateert uit de 2e eeuw v.C. toen de Romeinen een castellum bouwden, kende haar hoogtepunt in de 12e eeuw en raakte vanaf 1659 in verval. Eugène Viollet-le-Duc begon in de 19e eeuw met de restauratie, die overigens zeer omstreden is: het ziet er volgens velen “te nieuw” en “te gelikt” uit en men valt over de wijze waarop onze Eugène vrij creatief is omgegaan met restauraties van bouwwerken waarvan geen originele “tekeningen” voorhanden waren. Het feit dat er meer souvenirwinkels en cafés zijn dan inwoners, geeft overigens een indicatie van de sfeer op hoogseizoendagen. Hoe je ook over deze stad denkt: je moet het een keer gezien hebben en eerlijk gezegd: in oktober valt het wel mee met de drukte.
V: 61.590; A: 61.696
 


 

 


 
 

zondag 11 oktober 2015

najaarstocht 10: agde

vrijdag 09 oktober: vogeltjes kijken op weg naar Agde

Drie nachten op dezelfde plek is toch wel het maximum. Het waren rustige nachten op camping Le Mas de Mourgues. Volgens andere Nederlanders waren we "de mensen van dat Puzzeltje".









De route die we volgden ging langs het Etang de Scamandre, dus een uitstekende gelegenheid om nog een wandeltochtje te houden in het Centre de Decouverte. Daarna ging het verder naar het Parc Ornithologique Le Pont de Gau bij Saintes Maries de la Mer om flamingo’s te bekijken (we waren er al eens eerder geweest volgens W).
 

Meteo France zei dat ze de komende dagen erg lief voor ons zou zijn en dat ze er voor zou zorgen dat er niet eerder dan maandag spetters zouden vallen en vond dat we moesten gaan genieten van de temps ensoleillé met middagtemperaturen waarbij je je vingers kunt aflikken. Waar kun je dat beter doen dan in de omgeving van Agde. Dus kwamen we terecht op een Acsi-camping in de buurt van Le Grau d’Agde: camping Les Mimosas die ons voor € 12,00 per nacht wel onderdak wilde verlenen. Geen mimosa gezien trouwens en waar ze de vier sterren vandaan willen toveren is mij een raadsel, maar dit terzijde.
Eigenlijk zijn er drie Agdes: La Cité, Le Grau en Le Cap. Vandaag hebben we Le Cap maar eens verkend, natuurlijk op de fiets en zoveel mogelijk de zee volgend.
zaterdag 10 oktober: de ronde sluis van Agde (Canal du Midi) en Marseillan Plage
Agde (de cité) is één van de oudste steden van Frankrijk, gesticht in de zesde eeuw voor onze jaartelling als een Griekse kolonie. De stad wordt ook wel de zwarte parel aan de Middellandse Zee genoemd vanwege de ligging op een zwarte lavarots en de vele oude huizen van zwarte lavasteen.
Vandaag ging de fietstocht naar het Canal du Midi en dan vooral naar de ronde sluis van Agde (Ecluse Ronde). Onze aanlooproute liep langs de linkeroever van de Hérault naar het noorden. De ronde sluis werd in 1676 voltooid en bedient drie waterwegen (heeft dus drie in-/uitgangen). Dobber je in de sluis, kun je kiezen uit het kanaal naar Béziers (in de richting van Toulouse), het Etang de Thau (via de Hérault) of het centrum van Agde (via de Canalet). Onze poging om in deze omgeving een stuk langs het Canal du Midi te fietsen hebben we na 500 meter maar opgegeven. Ik weet nu waarom in alle reisverslagen foto’s van fietsbanden-plakkende-mannen staan. Overigens staat het Canal du Midi (inclusief alle kunstwerken) op de werelderfgoedlijst van de Unesco, maar wees eens eerlijk: wat staat daar nu nog niet op? Eén telefoontje en mijn houten schuurtje van 35 jaar oud maakt een grote kans!






Omdat fietsen langs het Canal du Midi kansloos was, hebben we onze fietsen Marseillan Plage laten zoeken en via het Reserve Naturelle Nationale de Bagnas (volgens W te vertalen met: je-wordt-door-de-muggen-helemaal-lek-geprikt) kwamen we daar terecht en uiteindelijk ook weer op de camping, maar dat moge duidelijk zijn. Leuke dagtocht van zo’n 60 kilometer.




zondag 11 oktober: traversée de l’archipel
Nog zo’n zonovergoten-dag-met-temperaturen-waarop-je-half-oktober-in-Nederland-niet-hoeft-te-rekenen (minstens twaalf keer woordwaarde bij Scrabble). Vandaag de “traversée de l’archipel gefietst, een tochtje dat eigenlijk heel Agde en omgeving liet zien, wel af en toe een hoog mountainbikegehalte, maar onze banden hebben het volgehouden. Ook weer een stukje van het Canal-du-Midi gezien en wel de Ecluse de Bagnas. Later op de dag nog afscheid genomen van de zomer: W is kopje-onder gegaan in de Middellandse Zee.




 
 

zaterdag 10 oktober 2015

najaarstocht 9: gallician bij vauvert

dinsdag 06 oktober: van Ste.-Maxime naar Gallician

De kustweg bracht ons langs Cavalaire-sur-Mer en Le Lavandou. De reis ging vervolgens verrassend ten noorden om Toulon heen maar dwars door Marseille. Volgens W. zijn we vroeger eens met de 2CV door Marseille gereden, ik kan me het niet meer herinneren. Het beoogde einddoel, een camping bij St.-Mitres-les-Remparts aan het Lac de Berre, kreeg een rood kruis: drie uur wachten tot de receptie open zou gaan en het Lac stonk! Toch eens nazoeken wat het verschil tussen een lac en een etang is.

Nieuw reisdoel: Petite Camarque. Vlak bij Vauvert ligt een klein plaatsje Gallcian. Twee jonge mensen hebben hier camping Le Mas de Mourgues opgebouwd: een kleine, maar heel vriendelijke camping. (Acsi-code 2261). We werden warm onthaald met veel informatie over de streek. We blijven hier een paar dagen. Ook hier weer de vraag wat we meegekregen hadden van het noodweer in de Provence: er schijnen 20 doden gevallen te zijn en nog steeds worden er een aantal mensen vermist. Ander nieuwsfeit: het motorlampje ging na 150 km weer uit.

V: 61.174; A: 61.459

woensdag 07 oktober: Vauvert en Scamandre

Binnendoor (bultig!) op de fiets naar Vauvert. Vauvert is zoals een Frans dorpje hoort te zijn, dus met een markt. Aardappelen en groenten gekocht bij een oud boertje met een nog oudere weegschaal en met een “bon appetit” en een gratis bosje selderie (had mooi in de uiensoep gekund, maar helaas: een dag te laat) mochten we bij een lief boerinnetje wat fruit kopen en vervolgens de rest bij de Carrefour: je moet met de tijd mee! Bij de supermarkt mochten de scholieren net als in Nederland hun tas inleveren en er werden er niet meer dan 5 pubers tegelijkertijd toegelaten. Langs een irrigatiekanaal over de voie verte terug naar de camping.

’s Middags via de D779 tussen de etangs door naar het “Centre de decouverte du Scamandre”, een route dwars door het riet en het water. Veel dood spul op de weg: een ijsvogeltje, slangetjes en beverratachtige substanties. Het centre bleek een natuurgebied te zijn voorzien van vlonderpaden: er viel veel te decouverten en te birdwatchen. W: “het zingt in het riet, dus zal het wel een rietzanger zijn”. B: “hoor je dat paard briesen?” W: “nee, dat is geen paard; een zilverreiger maakt hetzelfde geluid”. Dat soort ontdekkingen dus.

Daarna nog even het fietspad langs het kanaal van de Rhône naar Sête verkend, zodat we morgen in ieder geval de goede richting opgaan.

En wat doe je verder zo’n dag? Het verhaal over het geklungel van de BVD (Binnenlandse Veiligheidsdienst) van Rudie van Meurs (journalist van onder meer Vrij Nederland) gelezen. Het boek stamt uit 1978 maar nog steeds erg interessant. Vervolgens begonnen aan een boek met ruim 1650 voetnoten en verwijzingen over Japanse onderzeeboten in WO II die drie vliegtuigen konden meenemen. Ongelooflijk hoe toegewijd de Japanners aan hun keizer waren. En luisteren naar het geknal in de verte: de jacht is begonnen.
 

donderdag 08 oktober: Aigues Mortes

Wakker worden door geknal in de verte: het jachtseizoen is hier in volle gang. Een tochtje naar Aigues Mortes (de dode wateren) staat op het programma. Er loopt een fietspad langs een deel van het kanaal van de Rhône naar Sête, de Via Rhona: voor een groot deel geen auto te horen, alleen het ruisen van het riet in het stevige briesje dat er staat. Aigues Mortes: er stond al een houten kerk in 1183, maar een toeristenfolder noemt 1240 als jaartal waarop koning Lodewijk IX een haven met wat torens heeft laten aanleggen als uitvalsbasis voor een paar kruistochten. Met de bouw van de muren is men wat later begonnen en begin van de 14e eeuw was de ommuurde stad een feit. Lodewijk heeft dat allemaal niet meer mee mogen maken, hij stierf tijdens de Achtste Kruistocht aan tyfus.
 

Nog even een uitstapje gemaakt naar de Salins du Midi, een zoutwinningsgebied iets buiten de stad. Het zeewater wordt hier in bedden rondgepompt en na vijf maanden begint zich zoutkristallen te vormen.

Nog even de kaartjes op de post voor de kleinkinderen en de oude oma’s en dan is het al weer tijd om te koken.