noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 2 juni 2020

pinksteren in het delftse land 

vrijdag 29 mei tot woensdag 3 juni: @ delft 

Mooie weersvooruitzichten, reden te over om camping De Abtwoudse Hoeve in Delft te reserveren om niet alleen veel vlees te laten bakken maar ook om kleinzoon Q en de daarbij behorende personen op te zoeken en om (sinds lange tijd) de waterrijke omgeving van Delft al fietsknooppuntend te herverkennen. 

vrijdag: via randwijk 


Niet al te vroeg aankomen, dus even een tussenstopje. Soms kom je er in 70 jaar niet en dan plotseling twee keer in één week. Randwijk dus, de plek waar ik een paar dagen geleden prettig heb overnacht (met mezelf, zie vorig verhaaltje), maar waar het weer toen niet uitnodigde om een wandeling te maken. Vandaag was het different koek (of zoiets), dus op naar de plek waar van het 14e-eeuwse kasteel de Nijborg (ook: Nyenborch) niets meer over is behalve een parkeerplaats (maar die zal er in de 14e eeuw wel niet geweest zijn). 


Een keuze uit twee wandelingen, het werd een rondje Randwijk (maar dan zonder Randwijk zelf). Samenvattend: door Randwijk over te slaan hebben we zo’n beetje alle hoogtepunten van het tochtje gemist, voor zover er sprake kan zijn van hoogtepunten, want Randwijk heeft twee keer een flinke opdonder gehad: In 1901 werd vrijwel het gehele dorp afgebrand en toen die schade eenmaal goed was hersteld werd het in de nasleep van de Slag om Arnhem (WO II) nog eens een keertje platgegooid. Zie bijgaande foto's die ik geleend heb van de Historische Kring Midden Betuwe. 

Wat overbleef na het strippen van onze wandelroute was een vierkantje, waarbij we op de Nijburgsestraat een aantal arbeidershuisjes behorende bij de (ontmantelde) steenfabriek passeerden, op de Achterstraat een paar oude boerderijen konden aanschouwen en op de Randwijkse Rijndijk geen Rijn konden zien maar wel veel verkeer (dit omdat een andere weg van Heteren naar Randwijk was afgesloten in verband met asfalteringswerkzaamheden). Tenslotte bracht de Steenkuil ons na 3,5 kilometer stappen terug bij ons Puzzeltje en konden we via de A15 onze tocht naar het westen vervolgen. 





zaterdag: fietsen door het westland 


Fijn dat we tegenwoordig net kunnen leven als vroeger, in de periode dat er geen klokken waren. Acht uur, negen uur? Niemand doet ons wat en op zich is dat een zeer bevredigend gevoel. Voor tienen naar bed en twaalf uur later pas je nest uitkomen? Geen probleem! W wilde graag fietsen (voor de verandering!) en had één verzoekje: midden in de polder van Schipluiden staat de Beeldenkas van Willem Berkhout en die wilde ze graag bekijken, dus Knooppuntenberry liet zijn appjes er maar eens op los. Willem is in het dagelijks leven orchideeënkweker en maakt in zijn vrije tijd levensgrote mozaïekbeelden. Hij werkt niet met schetsen en tekeningen, alles zit “in zijn hoofd”. Ook verkoopt hij geen enkel kunstwerk, maar stelt ze tentoon in een gedeelte van een kas. Er zijn inmiddels zo’n 200 mannen- en vrouwenfiguren te bewonderen. Zijn werk wordt afgewisseld met schilderijen van Jacob Kanbier, een beetje “ruig” werk, maar ik hou er wel van. Ook het werk van Willem is af en toe aan de ruige kant. Meer informatie op www.debeeldenkasschipluiden.nl. Een bezoek aan de kas is de moeite waard, maar zoek er wel een koude dag voor uit: het was nu niet te harden met dat tetterende zonnetje. Weet nu ook weer waarom een broeikas broeikas heet. 








We maakten deze dag meer kilometers dan de bedoeling was. Oorzaak: alle voet-/fietsveren zijn in verband met het coronagebeuren uit de vaart en daarnaast is een essentiële oeververbinding over de Schie gestremd: een vrachtwagen heeft een tijdje geleden gemeend om de Kandelaarsbrug (een fietsbrug) op zijn stevigheid te moeten testen door er proberen overheen te rijden. De brug heeft het niet overleefd en wacht nu op reparatie. De chauffeur moet wel vanuit het oosten zijn komen aanrijden, want aan de andere kant van de Schie kan een vrachtwagen nooit en te nimmer de scherpe bochten nemen.



W maakte ’s avonds nog een wandeling door de beeldentuin van Stichting Land Art Delft, grenzend aan onze camping. In een veenweidegebied van zo’n 170 ha heeft men een aantal werken geplaatst van kunstenaars die de opdracht kregen “laat je inspireren door de specifieke natuur in de omgeving”. Behoorlijk bij de tijd, gezien het werk “het nieuwe normaal” (tweede foto). 


zondag: in de schoot van de familie 


Schoonzoon M had voor ons kleinkind Q (en ook een beetje voor ons) een fotopuzzelsterrittocht uitgezet door delen van de omgeving die voor ons absoluut nieuw waren. De omgeving van Delft, Pijnacker, Berkel-Rodenrijs is tussen de bebouwing door best mooi te noemen. In tegenstelling tot onze Achterhoek heb je hier erg veel vrij liggende fietspaden, waardoor je nauwelijks gehinderd wordt door vierwielers. Markant was de “Tol aan de Klapwijkseweg”. Vroeger werd in deze omgeving op veel plekken tol geheven. Van één van die tolhekken is onlangs een replica geplaatst en wel aan de “oude” weg van Berkel naar Pijnacker. Hier werd tot geheven tot 1932. Bijgaande antieke foto stamt uit een artikel uit het tijdschrift “Groot Rotterdam”, de nieuwe foto met het overzicht van het landschap is met een smartphone genomen. De zon brandde aardig in de nek en op zorgde voor een mooi kleurtje op de benen. 



De dag werd afgesloten met een bbq en een paar spelletjes waarbij kleinzoon en oma samenspanden tegen de oude man, die dan ook ernstig het onderspit moest delven. Weer een aangenaam dagje. 



maandag: rondje rotte 


Wakker worden en op de smartphone lezen dat het belangrijkste wereldnieuws is dat wetenschappers tot de ontdekking zijn gekomen dat windturbines eigenlijk de verkeerde kant op draaien, tenminste ’s nachts. Zo’n dag dus. Vind de oude windmolens, zoals die van de Molenviergang ten noorden van Zevenhuizen aan de Rotte veel interessanter. Die zijn rond 1722 gebouwd en dienden om de Tweemanspolder droog te houden. Omdat het hoogteverschil tussen polder en boezem vier meter bedroeg had men vier molens nodig, één per meter was in die tijd absoluut noodzakelijk. Bijgaande afbeelding is van de Vereniging Molenvrienden Rottemerengebied. 


Je snapt het al: op naar de Rotte, de rivier waar Rotterdam de naam aan te danken heeft. Kwamen we zomaar langs een nieuw fenomeen: een zangfietspad. In 2013 bedacht Fietsersbondcolumniste/kunstenaar Mapije dit concept: zingen op een fietspad zonder je stem te hoeven dempen wanneer je een tegenligger ontmoet, dus zingen zonder schroom. Heb W overigens gevraagd niet mee te doen: ze kan in haar eentje zevenstemmig zingen, dus dan weet je het wel. 




Rondje Rotte dus en wij niet alleen: druk op het fietspad, druk op het water en vandaag was het 1 juni, dus om 12 uur de terrassen afgeladen vol, eigenlijk niet uitnodigend. Wel uitnodigend was het Bleiswijkse Verlaat, een oud schutsluisje uit 1772, helemaal uit hout opgebouwd. Het is een paar jaar geleden volledig gerestaureerd. Het vertimmerwerk heeft een slordige 1,6 miljoen Euro gekost en dat terwijl het sluisje niet meer gebruikt wordt om te schutten, het heeft slechts een waterkerende functie. Voor dat bedrag is het wel een rijksmonument geworden (of was het dat al eerder?) Voor de deskundigen (en zijn wij dat tegenwoordig niet allemaal?): het is een juksluis. 



Toen het te druk begon te worden op en naast de Rotte zijn we via een zeer omtrekkende beweging richting camping vertrokken. Mooi uitzicht op Overschie. De fietswind maakte dat de brandende zon draaglijk bleef. 




dinsdag: oppasdag   

Een van de redenen om dit lange weekend naar het Delftse land te vertrekken was een geplande oppasdag van kleinzoon Q. Twee werkende ouders en een kind dat nog niet alle dagen naar school kan. De ochtend besteed aan het schoolse werk. Het arme kind mocht sommetjes maken in de trant van 17 - 3, terwijl hij afgelopen zondag de gepasseerde fietsknooppunten bij elkaar heeft opgeteld (uit zijn hoofd) tot een totaal van 1.738. Passend onderwijs had geloof ik met andere zaken te maken. Maar al scheldend op het Nederlandse onderwijssysteem kwam onze Q ook deze ochtend door.

's Middags bestond de beloning uit een bezoek aan een speeltuin in Schiedam. Op de fiets naar Fort Drakensteijn, 16 kilometer heen, 14 terug en ruim een uur spelen. We vormden wel een culturele minderheid in het Beatrixpark, maar dat maakte het er alleen maar gezellig op. En waar kom je tegen dat je zomaar een groot ijsje (en nog wel een cornetto) krijgt aangeboden van een wildvreemde omdat zij er toevallig twee over heeft? Leuke speeltuin, verstopt in een parkachtige ambiance. Fort Drakensteijn ligt op de foto aan de andere kant van het water.


woensdag: @ home

Even een pas op de plaats, de temperaturen gaan kelderen, de zon wordt opgevolgd door regen. Puzzel blijft paraat!