woensdag 24 juni: vrijwilligerswerk, mantelzorgen en een vriendinnetje
Een dag die er een beetje anders uitziet dan de voorgaande en de komende. Een deel van het vrijwilligerswerk is weer begonnen: kilometers maken met de elektrocar. De meeste oudjes die we normaliter vervoeren zitten nog min of meer opgesloten, maar er zijn toch nog een paar niet-ophokplichtigen die naar de plaatselijke Jumbo of de tandarts gebracht willen worden. Bestuurder voor, passagier achter, keurig gescheiden door een kuchschermpje. Bij het in- en uitstappen mondkapje op, benauwd gevalletje. Had een fijne dubbele rit naar een van de kerkdorpen, dus wat te doen. W intussen op de fiets naar haar moeder en ik later naar de mijne.
’s Middags kwam vriendin E uit Z op visite, dus terwijl de dames wandelden (met hond) en zwommen (zonder blafbeest) kon ik de kipfilet snijden, marineren en aan stokjes rijgen zodat de warme hap weer een zeer culinair hoogstandje werd. En de hond: zij keek toe.
donderdag 25 juni: over brandkranen en (klein)kinderen
Een beetje vroeg op pad vanwege twee dingen: de ergste hitte voorblijven en op tijd terug zijn voor de ontvangst van de (klein)kinderen die ontdekt hebben dat opa en oma op wel een heel mooi plekje staan waar je na schooltijd heel goed kunt zwemmen. En als opa dan ook nog zijn befaamde macaronischotel maakt is het leven helemaal top.
Keerpunt van onze fietstocht was zoals al gezegd een geocache met de naam “brandpaaltje”. Op een brandpaaltje zijn rode en blauwe bordjes bevestigd die verwijzen naar brandkranen (rode bordjes met B of BK) en waterleidingafsluitpunten (blauwe bordjes met A of AS). De officiële benaming luidt aanwijsplaat. Op de bordjes staat een uniek identificatienummer, de nominale diameter van de leiding en de locatie van de kraan ten opzichte van het bordje. De bordjes zijn nodig omdat in Nederland veel brandkranen zich ondergronds bevinden. Dit wordt gedaan om bevriezing te voorkomen of om geen sta-in-de-weg te creëren. In geval van een calamiteit kunnen de kranen zo snel worden gevonden wanneer ze onder een laag zand of (vroeger?) onder een lading sneeuw zitten.
De COOP in Ruurlo leverde de lunch, deze keer in de vorm van een hamkaascroisantje en een pakje GWOON vruchtensap.
Na 53 prachtige kilometers parkeerden we de fietsen weer bij ons busje en kon het middagprogramma - dat in het teken van de kleinkinderen stond - beginnen.
Warm: tegen de 30 graden. Een windje en (later) wat wolken maakten het leven draaglijk.
vrijdag 26 juni: via vele grote stille (internationale) heides naar het rutbeek (en terug)
De paspoorten mee vandaag. Niet dat er ooit gecontroleerd wordt, maar verplicht. Trouwens: twee van die donkerrode boekjes wegen ook niks in een rugzak. Mooie tocht uitgestippeld (en anroet verschillende keren aangepast). Eerst een leuk stuk langs de Berkel en wel van Rekken tot Oldenkott(e). De haakjes rond de e moet je weglaten om de Nederlandse naam te krijgen, zonder de e (en ook zonder de haakjes) is het Duits. Het is een buurtschap verdeeld over twee landen. Het dorpje stelt niet zoveel voor: je fietst zonder belemmeringen van het ene land in het andere. Dat was tot begin jaren 90 anders: het grenskantoor en een slagboom bepaalden het gezicht van de buurtschap.
Na Oldenkott liep onze route langs de zuidkant van het 70 ha grote natuurreservaat Ammeloer Venn. Dit veen sluit aan op het Haaksberger Veen. Fijn even gebruik kunnen maken van één van de vele Deutsche Hütten.
We tweewielden door het Witte Veen. Vroeger was er sprake van één immens groot veengebied aan weerszijden van de grens. Je kunt zeggen dat we vandaag de “restanten” aan het bewonderen zijn. Er wordt wel geprobeerd om al deze losse stukjes natuur beter op elkaar te laten aansluiten. W wist te vertellen dat er in het najaar regelmatig kraanvogels worden gespot en ik kon haar meedelen dat we weer eens door een ideaal smokkelgebied trokken.
Terug via het Haaksbergerveen en het Buurserzand, inmiddels kunnen we die route wel dromen. Het blijft echter mooi.
Een schitterende tocht van 67 kilometer. Temperatuur: rond de 30 graden. ’s Morgens strakblauw, ’s middags een paar wolken.
We blijven nog wel een paar dagen.