Best mooi plekje daar in Lübben im Spreewald, alleen jammer
van de muggen die het zoals gewoonlijk op W hadden gemunt. Het schijnt dat mijn
bloed niet lekker is of zo. Leuk ook om mensen te observeren. Naast ons stonden
twee morsige bejaarde homo’s, waarvan er één om acht uur ’s morgens “Warum ist
es am Rhein so schön?” luidkeels ten gehore bracht. Zou hij niet weten dat hij
vlak aan de Spree staat? Tegenover ons drie Noorse echtparen, waarbij één vrouw
duidelijk uit de toon viel: ze meed elk contact met de anderen (volgens mij
sprak ze ook amper met haar man), zat stil in een hoekje eenzaam te mokken en
vooral chagrijnig te zijn. Is er wat gebeurd tijdens de reis? De andere vijf
hebben droog onder een luifel de nodige flessen Dornfelder weggekacheld:
pruimbare wijntjes onder de 2 € per fles bij zowel de Norma als de Lidl. Wie weet worden wij weer door anderen in de gaten gehouden.
Nog even Schlange stehen bij de auto van de bakker die erg
goede zaken deed op de vroege donderdagochtend. Een jeugdgroep kwam zelfs drie
kratten broodjes halen. Deze opa had aan vier genoeg (wel bruin, bitte).
Op naar Dresden: we waren er al eens eerder, toen we het
groene monster net hadden. Dat moet dus zo’n 13 jaar geleden geweest zijn. Wat
we er ons vooral van kunnen herinneren is dat de hele Altstadt in de steigers
stond en de laatste hand werd gelegd aan de Frauenkirche. Het moet dus nog vóór
2005 geweest zijn, want toen werd deze kerk opgeleverd. Via een zeer verrassende route zonder snelwegen wist Ome Tom
ons naar ons logeeradres te geleiden. Dresden heeft voor campers verschillende
overnachtingsopties. Omdat we absoluut een plekje in de schaduw van een boom
wilden hebben (desnoods een apenbroodboom maar dan graag zonder apen) werd het
Campingplatz Dresden-Mockritz (code 45.497). Wel een paar kilometer buiten de
stad gelegen, maar lijn 66 stopt voor de ingang. En een groot pluspunt: een
zwembad voor W. Een beetje een rommelige “we-blijven-maar-een-paar-dagen-want-na-dresden-vertrekken-we-weer-camping”
met veel Nederlandse gasten en prima sanitair. De prijs vernemen we wel bij het
afrekenen.
Dresden wordt ook wel Florence aan de Elbe genoemd vanwege
de vele barok- en rococoarchitectuur. Misschien is het wel de mooiste stad van
Duitsland. Overigens was er van Dresden na een stevig bombardement in de nacht
van 13 op 14 februari 1945 niet veel meer over: nadat Britse en Amerikaanse
vliegtuigen de stad met een bommentapijt hadden bedekt, ontstond er een
geweldige vuurstorm die uiteindelijk 25.000 mensenlevens heeft gekost. Ook de
prachtige oude binnenstad was compleet verwoest en 75.000 woningen verdwenen
van de kaart. Het wordt de meest controversiële actie van de geallieerden tijdens WO II genoemd. Na de oorlog, tijdens DDR-tijd werd er niet zoveel aan renovatie gedaan,
eigenlijk wilde de regering al het puin ruimen en er een “moderne socialistisch
ogende stad” van maken. De bevolking was het daarmee helemaal niet eens en
uiteindelijk werd besloten slechts het hoognodige in de oude staat te
herbouwen. Zo bleef de Frauenkirche een ruïne tot in 1993 werd begonnen met het
stapelen van stenen: de kerk stond pas in 2005 weer in al haar glorie te
pronken. Bij de restauratie zijn zoveel mogelijk oude stenen hergebruikt.
Hierdoor zie je enkele “zwarte” stenen gecombineerd met nieuwe schone stenen.
De bus zette ons af bij het Hauptbahnhof, een schitterend
station uit 1898 en van daaruit loopt een promenade (W stevig vasthouden want
veel leuke winkeltjes) naar de oude binnenstad, waar we nog een blik hebben
geworpen in de Zwinger (begin 18e eeuw), een paleiscomplex dat is
opgetrokken rond een grote binnenplaats. Het bevat tegenwoordig een aantal
musea. De Fürstenzug, het Residenzschloss, de Semper, de Hofkirche, de
Elbekade; teveel eigenlijk om op te noemen. Eigenlijk is de oude stad niet
gerestaureerd maar heeft men replica’s gebouwd aan de hand van foto’s en tekeningen.
Het was mooi en indrukwekkend (en alles lekker dicht bij elkaar, zodat we met
11.000 stappen konden volstaan; is dan wel weer 8 kilometer of zo). Zonnetje
erbij: wie doet ons wat? En als er op een terrasje nog bowl van morellen (Sauerkirschen) wordt aangeboden, kan het feest niet meer op.
V: 96.807; A: 96.967
Donderdag stond in het teken van de Elberadweg. Nu duurt het
al 7 kilometer vóór je van de camping bij de Elbe bent geraakt, maar dat
terzijde. Het Elbedal aan weerszijden van Dresden kreeg in juli 2004 het
Unescostempeltje “werelderfgoed”. Vijf jaar later werd de erkenning ingetrokken
omdat de stad de bouw van de Waldschlössenbrug belangrijker vond dan een plaats
op de Unescolijst. De bouw van de brug was nodig om de monumentale brug “das
Blaue Wunder” te ontlasten. Dan maar geen Unesco, dachten de vroede vaderen en
ze hadden gelijk: toeristen komen er toch wel.
Ons tochtje werd gekenmerkt door warme regendruppels die er
niet alleen voor zorgden dat de fietsers nat werden, maar ook dat de foto’s van
de mooie uitzichten niet zo geweldig van kwaliteit zijn. Ook zorgde de
nattigheid weer eens voor een bijna-dood-ervaring: voetje schoot van het
pedaal. Ziet er nu nog enigszins toonbaar uit, maar de bloedverdunners zullen
hun werk wel doen. Een mooi tochtje, maar ik mis toch het zeemleren kruisje bij
een tocht van 55 kilometer.