
noordpolderzijl
donderdag 24 augustus 2017
achterhoekse dagen
17 tot 24 augustus: @
eibergen
Aanleiding voor ons verblijf op camping De Fontein in
Eibergen was kleinzoon T. Deze stoere man mocht voor zijn derde verjaardag een
“verwenarrangement” samenstellen en hij was duidelijk en helder: “samen met opa
slapen in de camper”. Mooi toch: jong geleerd is oud gedaan. Op zijn
kinderstoeltje kon hij vanuit de bus de hele wereld goed in de gaten houden en het ritje naar
de camping (opa reed een paar kilometer meer dan strikt noodzakelijk) was al
een compleet feest. Wel een hele discussie waarom deze keer de gele blokken
niet onder de voorwielen moesten, dus een aangepaste uitleg over wel of niet waterpas staan. Bij het uitdraaien van de luifel (deze keer in verband met de rain en niet met de
sun) kwamen we tot de ontdekking dat in kindertaal het woord “dakje” de
vervanger is van luifel. Na het naar-het-zwembad in Groenlo (je moet toch wat
met die regen) en de pannenkoeken van opa sliep de bijna-jarige de klok rond en
werd het zomaar vrijdagochtend: tijd om het prinsje weer thuis af te leveren.
De Fontein was deze keer een oase van rust. Overigens:
tijdens onze fietstochten bleek dat alle (boeren)campings in de omgeving
vrijwel leeg staan. Het gaat beter met de economie, dus trekken de mensen
weer massaal naar het buitenland. Ook het einde van de schoolvakanties zal wel
een rol spelen. Fijn voor ons: een zee van ruimte en de gehele week een groot
veld (vrijwel) voor ons alleen. In het grote en erg schone toiletten probeert
men zelfs met een rustgevend muziekje de sanitaire (bij)geluiden te
verbloemen. Bij mij werkt het net iets anders: ik probeer mijn endeldarm te
gebruiken op het ritme van de muziek.
De nieuwe N18 schiet aardig op, al moet er nog wel een
behoorlijke hoeveelheid werk verricht worden om het lintje van het project eind
2018 te kunnen doorknippen. Ook de vele fietsroutes in dit gebied zullen moeten
worden aangepast. Het lukraak oversteken (zoals dat nu regelmatig bij de oude
N18 gebeurt) is er bij de nieuwe racebaan (want 100 km/uur) niet meer bij. Om
van de ene kant van de weg naar de andere te komen zal de knooppuntrijder
gebruik moeten maken van één van de vijf fietstunnels of veertien viaducten. Op
dit ogenblik stikt het van de omleidingen, die niet altijd even goed zijn
aangegeven. Op andere plekken is men de knooppunten aan het hernummeren: ons
boekje komt niet meer overeen met de werkelijkheid en om het nog leuker te
maken tref je zo nu en dan hele leuke borden aan die voor de meeste (meestal
bejaarde) fietsers ook niet altijd even duidelijk zijn.
De Achterhoek doet inmiddels volop mee aan het fenomeen
“akkerranden” (ook de term “faunarand” wordt gebruikt). Een akkerrand is een
paar meter brede strook met bloemen en planten die een akker omzomen. De
ingezaaide stroken schijnen de overlevingskansen van diverse vogels (patrijs,
veldleeuwerik en geelgors) te verhogen: de randen bieden broed- en
schuilgelegenheid en er is volop voedsel (insecten in de zomer en herfst en
zaden in de winter). Ook zorgen de randen ervoor dat mest richting
oppervlaktewater wordt tegengehouden. In 1997 werden de eerste randen in Nederland
aangelegd en tegenwoordig schijnt er zo’n 10.000 kilometer te liggen. Doen de
boeren dat dan uit liefde voor de natuur? Zeer waarschijnlijk komt liefde voor
de portemonnee op de eerste plaats: het een en ander wordt zwaar gesubsidieerd,
al kan ik geen vinger achter de huidige regelingen krijgen. Overigens moet je
als boer in subsidieland goed zijn in ambtelijke taal en niet denken uit twee
potjes te kunnen graaien: “dubbele
betaling doet zich voor als u (delen van) uw SNL of ANLb inzet als Ecologisch
Aandachtsgebied (EA) om de vergroeningsbetaling van de Basisbetaalregeling te krijgen”. Het is maar even dat je het
weet!
Nu we het toch over bloemetjes hebben: de D van dahlia is op
het ogenblik de belangrijkste letter in de Achterhoek. Het is weer corsotijd,
met als hoogtepunt natuurlijk die in Lichtenvoorde. Als het goed is zijn we
daar niet bij aanwezig, want: op naar de warmte. Wel maakten we de optocht van
Rekken mee en zit Winterswijk (tijdens de jaarlijkse familiedagen) ook nog in
het vat. Groenlo heeft een aantal jaren geleden afscheid genomen van de
kermisoptocht en probeert het nu met bloempanelen. In Rekken stuitten we nog
even op de “zilveren dahlia”, een kunstwerk uit 1910 van de Rekkense kunstenaar
Tim Vos.
Zo kom je er 66 jaar niet en zo maar liefst twee keer in één
week, omdat onze fietsroutes nu eenmaal zo liepen. Ik heb het over Reetmölle
(in gangbaar Nederlands Rietmolen), een dorpje op de grens van de Achterhoek en
Twente. Kenmerkend aan Rietmolen is de Sint Caecilakerk die vanaf een bepaalde
afstand wat weg heeft van een moskee, maar toch gewoon een roomse kerk is (gebouwd in de vroege jaren dertig van de vorige eeuw). De regen had inmiddels plaatsgemaakt voor zonneschijn en dat doet het een stuk beter op de foto's.
"Maak er nu niet zo'n lang verhaal van" was de wijze raad van W en dat ga ik dan ook niet doen. Gewoon nog een paar leuke foto's om te laten zien hoe mooi en afwisselend het gebied is. En als je dan ook nog verrast wordt met een toetje met bijgaand opschrift dan weet je: het leven kan niet mooier zijn.
